Let op hoofdzaken in de kernzinnen en vetgedrukte woorden.
Maak een schematische samenvatting! Vertel de inhoud aan een ander.
Slide 5 - Tekstslide
Studerend lezen
Hoe leer jij een hoofdstuk uit een geschiedenis- of aardrijkskundeboek?
Slide 6 - Tekstslide
Tekstdoel:
Wat wil de schrijver? Wat is zijn doel met de tekst?
De schrijver wil
tekstdoel
toelichting
voorbeelden van tekstvormen
de lezer informatie geven
informeren
informatie over iets wat werkelijk bestaat en je komt iets te weten
nieuwsbericht
schoolboektekst
krantenartikel
instructie
de lezer vermaken
amuseren
Vaak verzonnen gebeurtenissen en je leest om te ontspannen, voor de lol dus
leesboek
stripverhaal
gedicht
liedtekst
Slide 7 - Tekstslide
Wat is een 'instructie'?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Welke tekstverbanden ken je?
Opsommend
Tegenstellend
Vergelijkend
Slide 10 - Tekstslide
Uitleggend tekstverband
Komt vaak voor bij een tekst met het tekstdoel informeren.
Een uitleggend tekstverband legt iets uit, vaak in de vorm van een voorbeeld.
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, onder andere, zoals
Voorbeeld:Trojaanse paarden zitten bijvoorbeeld verscholen in gratis software die je op internet kunt downloaden.
Slide 11 - Tekstslide
Leespubliek
Slide 12 - Tekstslide
Waarom is deze tekst geschreven voor jongeren? Zeg iets over de bron, het onderwerp, taalgebruik en de aanspreekvorm.
Er is een nieuwe griep ontdekt bij zeehonden. Het virus komt van vogels en heeft intussen honderden zeehonden de das omgedaan. Nu kun je denken: 'Ach, het zijn maar zeehonden'. Maar als het virus zoogdieren ziek kan maken, kan dat op termijn ook een gevaar voor mensen vormen.
(Bron: Know How)
Slide 13 - Tekstslide
Wat?
§ 4.3 Lezen: Lees de theorie en maak opdrachten 4 t/m 12
Hoe?
Online Ta!ent deel B of in het leerwerkboek + schrift