Moordenaartje
Één leerling (politie) gaat de klas uit. Ik wijs dan in de klas een
‘moordenaar’ aan. Iedereen gaat staan en de 'politie' komt terug in de klas. De ‘moordenaar’ knipoogt of knikt naar leerlingen. Zodra een leerling deze knipoog of knik krijgt, valt deze ‘dood’ op tafel.
De 'politie' moet gaan uitvinden wie de moordenaar is voordat alle leerlingen ‘vermoord’ zijn.