Quiz: Nederland en Indonesië

Quiz
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Quiz

Slide 1 - Tekstslide

in welk jaar ging de VOC failliet
A
1799
B
1789
C
1750
D
1798

Slide 2 - Quizvraag

wanneer was het einde van de cultuurstelsel
A
1860
B
1770
C
1870
D
1887

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de historische volgorde?
1 Indonesiërs zijn zelf de baas
2 Nederland is de baas
3 Japanners zijn de baas
4 VOC is de baas
A
4,1,3,4
B
3,1,2,4
C
1,2,3,4
D
4, 2,3,1

Slide 4 - Quizvraag

Een Nederlander schreef in 1984 het volgende over de stichting van Batavia:
"Het Javaanse Jakarta was zojuist vernietigd om plaats te maken voor een koloniale hoofdstad naar Nederlandse smaak. Een fort, enkele tientallen huisjes, grachten met ophaalbruggen en een naam die herinnerde aan de geschiedenis: Batavia. Dat was typisch het werk van Jan Pieterszoon Coen, de stijve en autoritaire gouverneur-generaal die nooit lachte en geen vrienden maakte, maar perfect kon boekhouden".

De schrijver noemt feiten en geeft een eigen mening. Welke zin uit de tekst is een eigen mening?

A
De Nederlanders bouwden de hoofdstad van Nederlands-Indië bij Jakarta.
B
De Nederlanders noemden die hoofdstad Batavia.
C
Jan Pieterszoon Coen was toen gouverneur-generaal.
D
Jan Pieterszoon Coen was een autoritaire gouverneur-generaal, die nooit lachte en geen vrienden maakte.

Slide 5 - Quizvraag

Bekijk eerst de afbeelding.

Wat was een gebruikelijke route van VOC-schepen naar Indonesië?
A
route 1
B
route 2
C
route 3
D
route 4

Slide 6 - Quizvraag

Nederlanders en Indische Nederlanders werden in interneringskampen gestopt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Dit is een afbeelding van J.B. van Heutsz (1851-1924), een Nederlandse generaal die een grote rol heeft gespeeld in één van de koloniale oorlogen in Nederlands-Indië.

Welke oorlog was dat?
A
De Atjeh-oorlog.
B
De Java-oorlog.
C
De Politionele acties.
D
Geen van de genoemde oorlogen is juist.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is modern imperialisme?
A
De Europese inspanningen om ervoor te zorgen dat de bevolking van de koloniën welvarend zou worden.
B
De Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor grote koloniale rijken ontstonden.
C
De Europese ontdekkingsreizen in de zeventiende eeuw, met als doel de relatie tussen Europa en Azië te verbeteren.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 9 - Quizvraag

Op deze afbeelding zie je Indonesische studenten in Nederland.
Met welke twee begrippen kun je dit in verband brengen?

A
1. nationalisme en 2. Ethische politiek
B
1. Atjeh-oorlog en 2. Ethische politiek
C
1. nationalisme en 2. Koelies
D
1. Koelies en 2. Ethische politiek

Slide 10 - Quizvraag

Wat was het doel van de politionele acties?
A
Nederland wilde de laatste Japanners uit Nederlands-Indië verjagen.
B
Nederland wilde zijn bedrijven op Java en Sumatra snel weer terug.
C
Nederland wilde zijn kolonie met nieuwe gebieden gaan uitbreiden.
D
Nederland wilde de toenemende invloed van de Sovjet-Unie in Indonesië tegengaan.

Slide 11 - Quizvraag

In welk jaar erkende Nederland de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië?
A
1940
B
Geen van de genoemde jaartallen is juist.
C
1945
D
1977

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor onafhankelijkheid van een staat?
A
imperialisme
B
pacificatie
C
Reubliek Indonesie
D
Soevereiniteit

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent "interneren"?
A
Iemand opnemen in de samenleving
B
De onafhankelijkheid uitroepen
C
Het opsluiten van mensen in kampen
D
Het gebruiken van "troostmeisjes"

Slide 14 - Quizvraag

Wat veranderde er voor de Javaanse bevolking tijdens het Cultuurstelsel?

Kies telkens uit de twee mogelijkheden en sleep ze naar de juiste plek in de zin.

 Er kwam                landbouwgrond beschikbaar.
 De koopkracht nam         .
 De werkdruk werd                .
meer
minder
af
lager
hoger
toe

Slide 15 - Sleepvraag

Hieronder staan vijf zinnen die te maken hebben met het einde van de VOC. Geef van elke zin aan of het  een oorzaak of een gevolg is van het einde van de VOC. Sleep de zinnen naar de juiste plek.







Oorzaken
Gevolgen
De VOC had grote concurrentie vanEngeland.
De VOC hield op te bestaan.
Door de vierde Nederlands-Engelse oorlog had de VOC geen inkomsten meer.
De VOC voerde een slecht financieel beleid.
De bezittingen van de VOC kwamen in handen van de Nederlandse staat.

Slide 16 - Sleepvraag

De VOC kreeg van de Staten-Generaal in 1602 het monopolie op de vaart en de handel met gebieden ten oosten van Kaap de Goede Hoop.

Wat wordt met het woord 'monopolie' bedoeld?
A
Al het geld dat met de handel in Azië werd verdiend, moest aan de Staten-Generaal worden gegeven.
B
Alle mensen die in Aziatische landen woonden, waren voortaan Nederlander.
C
Alleen de VOC mocht handel drijven ten oosten van Kaap de Goede Hoop.
D
Alles ten oosten van Kaap de Goede Hoop was voortaan Nederlands koloniaal gebied.

Slide 17 - Quizvraag

In 1830 voerde koning Willem I in Nederlands-Indië het cultuurstelsel in.

Hoe werkt het cultuurstelsel?
A
Je mag je eigen stukje grond houden
B
Je moet 1/5 deel verplicht verbouwen voor de Nederlanders
C
Je moet specerijen verbouwen voor de Nederlanders
D
Je moet een handelsmonopolie opbouwen

Slide 18 - Quizvraag

Twee uitspraken:

1. Alleen de VOC mocht handelen in Zuid-Amerika.
2. Alleen de VOC mocht handelen in Azië.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
Zin 1 = fout, Zin 2 = goed
D
Zin 1 = goed, Zin 2 = fout

Slide 19 - Quizvraag

1 De Indonesische nationalisten beslissen samen met het Japanse leger over alle militaire zaken.
2 Het Japanse leger wordt door veel Indonesische nationalisten met enthousiasme begroet.
3 Japan belooft in de toekomst onafhankelijkheid aan de nationalisten in Indonesië.
4 Nederlanders worden in vernietigingskampen gevangen gezet en massaal vermoord.

Zijn de 4 bovenstaande uitspraken over de Japanse bezetting van Nederlands-Indië juist of onjuist?
A
1. onjuist, 2. juist, 3. juist, 4. onjuist
B
1. juist, 2. juist, 3. juist, 4. onjuist
C
1. onjuist, 2. onjuist, 3. juist, 4. onjuist
D
1. onjuist, 2. juist, 3. onjuist, 4. juist

Slide 20 - Quizvraag

Uit welke periode komt het affiche?

En met welk doel is het affiche gemaakt?
A
periode: 5 mei 1945 - 17 augustus 1945, doel affiche: Indonesië na de Japanse bezetting weer op te bouwen
B
periode: 5 mei 1945 - 17 augustus 1945, doel affiche: Japan uit Indonesië te verdrijven
C
periode: 17 augustus 1945 - 27 december 1949, doel affiche: Indonesië na de Japanse bezetting weer op te bouwen
D
periode: 17 augustus 1945 - 27 december 1949, doel affiche: Japan uit Indonesië te verdrijven

Slide 21 - Quizvraag

Waar en in welke periode werd dit bankbiljet als wettig betaalmiddel gebruikt?
A
in Indonesië in de periode 1942-1945
B
in Japan in de periode 1942-1945
C
in Nederland in de periode 1942-1945
D
in Japan in de periode 1946-1949

Slide 22 - Quizvraag

Waarom waren de Nederlanders geïnteresseerd in peper, kruidnagel en nootmuskaat?
A
Zij wilden deze goederen voor de Portugezen gaan vervoeren.
B
Deze specerijen waren belangrijk voor de Nederlandse landbouw.
C
Deze specerijen werden in bijna elk Nederlands recept gebruikt.
D
Met deze specerijen konden ze in Europa en Azië grote winsten behalen.

Slide 23 - Quizvraag

Welke 3 groepen verdienden veel geld met het Cultuurstelsel?
A
1. de inheemse bestuurders, 2. de Nederlandse ambtenaren, 3. de Nederlandse staat
B
1. de inheemse bestuurders, 2. de Nederlandse ambtenaren, 3. de Javaanse boeren.
C
1. de inheemse bestuurders, 2. de Javaanse ambachtslieden, 3. de Nederlandse staat
D
1. de Javaanse boeren, 2. de Javaanse ambachtslieden, 3. de Nederlandse staat

Slide 24 - Quizvraag

Zet in de juiste chronologische volgorde:
1 VOC wordt opgericht
2 ethische politie
3 politionele acties
4 cultuurstelsel
A
1,2,3,4
B
4,2,3,1
C
1,4,2,3
D
1,2,4,3

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een koelie?
A
Een arbeider die zijn eigen stuk land heeft.
B
Een bediende van een Javaanse edelman.
C
Een Nederlander in dienst van een edelman.
D
Een niet-blanke arbeider in Nederlands-Indië.

Slide 26 - Quizvraag

Wat was het doel van de Ethische Politiek?
A
Een einde maken aan het gehate Cultuurstelsel.
B
De discriminatie van de Indonesische bevolking.
C
De deportatie van Javanen naar veraf gelegen eilanden.
D
Het brengen van welvaart en ontwikkeling voor de Indonesische bevolking.

Slide 27 - Quizvraag

In 1945 hing deze poster op verschillende plaatsen in Nederland.

Wat is de boodschap van dit affiche?
A
Niets zal beter zijn voor de Indonesiërs dan Nederlands bestuur.
B
Onder de Japanners was er tenminste welvaart en orde.
C
Als de Indonesiërs niet zouden gehoorzamen, dan zou Nederland terreur toepassen.
D
Nederland beschouwde Nederlands-Indië al in 1945 als verloren.

Slide 28 - Quizvraag

Nadat Soekarno in 1945 de Republiek Indonesië had uitgeroepen, brak er overal chaos uit.
Jongeren trokken plunderend en moordend rond. Ongeveer 100.000 mensen werden vermoord.

Hoe noemen we deze periode?
A
De Bersiap-periode.
B
De nationalistische periode.
C
De PKI-periode.
D
De PNI-periode.

Slide 29 - Quizvraag

Zet in de juiste historische volgorde
1. Ethische Politie
2 Politionele acties
3 Cultuurstelsel
4 VOC opgericht
A
4,3,2,1
B
4,3,1,2
C
3,1,2,4
D
2,4,1,2

Slide 30 - Quizvraag

....en de winnaar is....

Slide 31 - Tekstslide