Week 3: grammar future

Week 3
Doel: Je weet hoe je grammaticaal correct kan vertellen over de toekomst.
  • Idiom of the week
  • Grammar future
  • Opdrachten maken 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Week 3
Doel: Je weet hoe je grammaticaal correct kan vertellen over de toekomst.
  • Idiom of the week
  • Grammar future
  • Opdrachten maken 

Slide 1 - Tekstslide

Idiom of the week!
What do you think the idiom is about:
''Have your head in the clouds''


Slide 2 - Tekstslide

Idiom of the week!
''Have your head in teh clouds''
Meaning:
Daydream a lot and be unaware of reality around you
Example:
Were you listening or were you distracted? You really seem to have your head in the clouds today!


Slide 3 - Tekstslide

Future
Dit zijn de manieren waarop je de future kunt maken:
  •  future met present simple
  •  future met present continuous
  •  future met am/are/is going to (plus hele ww)
  •  future met shall of will (plus hele ww)

Slide 4 - Tekstslide

Future met present simple

Situaties: Voorspelbare regelmaat, rooster, dienstregeling etc.

Gebruik: De gewone tegenwoordige tijd: hele werkwoord + s bij she/he/it
The train leaves at 11:15. 
We close the shop at 12. 
The film starts at 21:15.


Slide 5 - Tekstslide

De future met present continuous

Situaties: Binnenkort, op een afgesproken tijdstip. Informeel. uitgaan, sporten, samen eten etc.

Gebruik: am/are/is + hele ww met -ing
We are having a party at Danny’s on Friday.
I’m playing football with my mates tomorrow.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

De future met to be going to + hele ww

Situaties: Dingen die gaan gebeuren waar bewijs voor is of dingen die eerder al besloten zijn (een vaststaand plan).

Gebruik: am/are/is going to + hele ww
We are going to go to Tanzania next summer.
Look at that cloud, it is going to rain.

Slide 8 - Tekstslide

De future met will

Situaties: Staat niet vast of dingen die ter plaatse beslist worden. Kan worden afgekort tot ’ll.

Gebruik: will/shall + hele ww
I will help you tomorrow.
I think it will rain then. 
He’ll probably understand.


Slide 9 - Tekstslide

Future met shall
Situaties: Bij I en we mag je shall gebruiken, ouderwets. Vraag met aanbod of voorstel > shall bij I en we

Gebruik: shall + hele ww
I shall help you tomorrow.
We shall do our best. 
Shall we go out?


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

They ... arrive tomorrow morning.

A
shall
B
will

Slide 12 - Quizvraag

The train ... at 17:03.

A
departs
B
is going to depart

Slide 13 - Quizvraag

We ... to the cinema tonight.

A
Shall go
B
are going

Slide 14 - Quizvraag

She ... to Oslo next year.

A
is going to move
B
moves

Slide 15 - Quizvraag

They ... us some day.

A
are going to visit
B
will visit

Slide 16 - Quizvraag

We ... start on that right away!

A
are going to
B
shall

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag!
Ga aan de slag met je eigen planning voor deze les!
Oefenen zonder NU Engels:
https://www.perfect-english-grammar.com/grammar-exercises.html 
Scroll naar: Mixed future forms


Slide 18 - Tekstslide