(1mavo) H2 stad en land paragraaf 3 deel 2/h4 stad of platteland

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H2 naar de stad toe + landelijk gebied/ verstedelijking Utrecht, stedelijk gebied + B201
  • maken opdracht 5 t/m 8/9
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de verbanden zijn tussen de stad en omliggende gebieden
introductie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H2 naar de stad toe + landelijk gebied/ verstedelijking Utrecht, stedelijk gebied + B201
  • maken opdracht 5 t/m 8/9
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de verbanden zijn tussen de stad en omliggende gebieden
introductie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

uitleg kgt:

Slide 4 - Tekstslide

Vinex wijken
  • Tegenwoordig zijn ook veel groeikernen vol.
  • Om ervoor te zorgen dat niet elk dorp enorm groeit zijn er de laatste jaren nieuwe wijken bij de steden gebouwd.
  • Deze nieuwe wijken noemen we Vinex wijken.
uitleg

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Forens
  • Een Forens is iemand die buiten de stad woont en elke dag naar het werk trekt in de stad (met auto of openbaar vervoer).
  • De meeste forenzen willen niet verder dan 45 minuten onderweg zijn van/naar hun werk. 
uitleg

Slide 7 - Tekstslide

Landelijk gebied
  • Vroeger moest het eten dicht bij de stad verbouwd worden. Tegenwoordig kunnen we door heel Nederland gewoon voedsel verbouwen.
  • Ons voedsel komt trouwens niet alleen uit Nederland tegenwoordig. 
  • Zo hebben we melk dat vaak uit Duitsland komt en zijn onze sperziebonen geïmporteerd uit Afrika
uitleg

Slide 8 - Tekstslide

Recreatie
  • Veel inwoners uit de stad trekken in hun vrije tijd naar het platteland. Het besteden van je vrije tijd buiten je eigen huis noemen we recreatie.
  • Zo krijg je op het platteland bijvoorbeeld bossen of golfbanen. 
uitleg

Slide 9 - Tekstslide

uitleg m/h:

Slide 10 - Tekstslide

Suburbanisatie
uitleg

Slide 11 - Tekstslide

Gevolg suburbanisatie
  • voorsteden: dorpen vlak voor/tegen en grote stad
  • Centrale stad:belangrijkste stad in een (landelijk) gebied
  • Agglomeratie:stad met aangegroeide dorpen
  • Stadsgewest: stad en dorpen met verbindingen
  • Stedelijk gebied: aan elkaar vast gegroeide stadsgewesten
uitleg

Slide 12 - Tekstslide

Verstedelijking rond Utrecht
  • - Suburbanisatie
  • - Verstedelijking
  • - Voorsteden of suburbs
  • - Agglomeratie
  • - Stadsgewest
  • - Re-urbanisatie
uitleg

Slide 13 - Tekstslide

Stedelijke gebieden
- Stadsgewesten
- Stedelijk gebied
- Randstad
- Het Groene hart
uitleg

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Het verzorgingsgebied
  • Het verzorgingsgebied van een stad is groter dan dat van een dorp.
  • Het verzorgingsgebied is het gebied waar bijvoorbeeld een winkel of ziekenhuis al goederen en diensten bezorgd/verzorgd.
uitleg

Slide 16 - Tekstslide



lezen paragraaf 3 H naar de stad toe + landelijk gebied
maken opdracht 5 t/m 8
gebruik hierbij:
tekstboek blz. 28/29
werkboek blz. 30/31
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken


lezen paragraaf 3 H4 verstedelijking Utrecht, stedelijk gebied + B201
maken opdracht 5 t/m 9
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 60/61
  • werkboek blz. 67/68
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
5:00
kgt: zelfstandig werken in stilte
m/h: zelfstandig werken in stilte

Slide 17 - Tekstslide

herhalen/nabespreken

Slide 18 - Tekstslide

Iemand die dagelijks heen en weer reist tussen woon- en werkgemeente
A
bereikbaarheid
B
mobiliteit
C
forens

Slide 19 - Quizvraag

Wie is geen voorbeeld van een forens?
A
Studenten
B
Vrachtwagenchauffeur
C
Docenten
D
Politieagent

Slide 20 - Quizvraag

In de jaren '60 vertrokken vooral gezinnen de stad uit. Hoe noem je dit?
A
Urbanisatie
B
Migratie
C
Forens
D
suburbanisatie

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een FORENS?
A
Iemand die veel in de file staat.
B
Iemand die ver moet reizen voor zijn werk.
C
Iemand die buiten de stad woont.
D
Iemand die in de stad woont.

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noem je de belangrijkste stad van het stadsgewest?
A
De randstad
B
De centrale stad
C
Het stedelijk gebied
D
Re-urbanisatie

Slide 23 - Quizvraag

Een stad met daaraan vastgegroeide dorpen en voorsteden noem je?
A
Een stadsgewest
B
Een agglomeratie
C
De centrale stad
D
Een stedelijk gebied

Slide 24 - Quizvraag

Een stad met voorsteden eromheen die onderling veel contact met elkaar hebben noem je?
A
Stadsgewest
B
Stedelijk gebied
C
Agglomeratie
D
Randstad

Slide 25 - Quizvraag