§7.3 Stad of Platteland? - juiste versie

7.3 Stad of platteland?






Klas 1 
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.3 Stad of platteland?






Klas 1 

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij AK!
Doe je telefoon in de telefoon tas, ga op je eigen plek zitten en pak je spullen. Als de timer afloopt ben je stil

Vandaag heb je nodig:
- je laptop dicht op tafel

timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Mededelingen
  • LessonUp inloggen
  • Uitleg stad vs platteland
  • Aan de slag!
  • Einde

Slide 3 - Tekstslide

PO: 27 januari inleveren

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk voor in de vakantie:
  • In de vakantie mag je alvast foto's gaan nemen van je wijk/buurt/dorp waar jij in woont.
  • Bijvoorbeelden van voorzieningen, belangrijke gebouwen, woningen, winkels, parken etc.
  • Je kan die foto's allemaal gebruiken voor je PO

Slide 5 - Tekstslide

7.3 Stad of platteland? (deel 1)






Klas 1 

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kunnen jullie
  1. Kenmerken noemen van een      landelijk gebied.
  2.  Verschillen benoemen tussen stad en platteland.
  3.  De begrippen agglomeratie, stadsgewest en stedelijk gebied onderscheiden.

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken
van het platteland/landelijk gebied?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Voorziening in de stad
Voorziening op het platteland

Slide 10 - Sleepvraag

Uitleg: aantekeningen
  • Begrippen die centraal staan: (Sub) urbanisatie, agglomeratie, stadsgewest en stedelijk gebied

Slide 11 - Tekstslide

Verstedelijking
  • In Nederland woont 74% van de mensen in de stad... maar dat was niet  altijd zo. Rond 1900 was dit nog rond de 10 tot 15%.
  • Verstedelijking = Stijging van het percentage mensen dat in een stad woont. Heet ook urbanisatie.
  • De stad is dus flink gegroeid de afgelopen 100 jaar

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Als mensen verhuizen, noemen we dat migratie

Slide 14 - Tekstslide

Verstedelijking rond Utrecht

  • Groei van kleinere dorpjes (voorsteden)  rondom Utrecht door suburbanisatie

Slide 15 - Tekstslide

Suburbanisatie
  • De mensen gingen voornamelijk wonen op het platteland rondom de stad. Dit noemen we suburbanisatie
  • Suburb = voorstad

  • In de grote stad zelf daalde het aantal bewoners hierdoor.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Agglomeratie
  • De dorpen en voorsteden rondom de stad en de stad zelf groeiden aan elkaar vast. Hierdoor ontstond een groot bebouwd gebied

  • We noemen dit in de aardrijkskunde een agglomeratie

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Stadsgewest & Stedelijk gebied

  • Door deze groei van de stad is er een stadsgewest ontstaan = stad met voorsteden/dorpen eromheen die onderling veel contact hebben


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

  • De stadsgewesten in Nederland liggen vaak dicht bij elkaar. Er zit weinig open ruimte tussen.
  • Hierdoor is er een stedelijk gebied ontstaan

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Controle of we 
het begrepen hebben...

Slide 25 - Tekstslide

Verhuizen van de ene woonplaats naar de andere woonplaats heet...
A
Urbanisatie
B
Migratie
C
Agglomeratie
D
Suburbanisatie

Slide 26 - Quizvraag

Een gebied met weinig bebouwing en veel open ruimte noem je...
A
Stad
B
Verstedelijking
C
Landelijk gebied
D
Agglomeratie

Slide 27 - Quizvraag

Een kenmerk van een landelijk gebied is...
A
Er zijn veel voorzieningen
B
Verstedelijking
C
Agglomeratie
D
Er zijn weinig voorzieningen

Slide 28 - Quizvraag

De groei van dorpen dichtbij de stad door migratie vanuit een stad noem je?
A
Suburbanisatie
B
Urbanisatie
C
Stadsgewest
D
Randstad

Slide 29 - Quizvraag

Een stad met daaraan vastgegroeide dorpen en voorsteden noem je?
A
Een stadsgewest
B
Een agglomeratie
C
De centrale stad
D
Een stedelijk gebied

Slide 30 - Quizvraag

Hoe noem je de belangrijkste stad van het stadsgewest?
A
De randstad
B
De centrale stad
C
Het stedelijk gebied
D
Re-urbanisatie

Slide 31 - Quizvraag

Een stad met voorsteden eromheen die onderling veel contact met elkaar hebben noem je?
A
Stadsgewest
B
Stedelijk gebied
C
Agglomeratie
D
Randstad

Slide 32 - Quizvraag

Als stadsgewesten (bijna) aan elkaar vastgegroeid zijn noem je dat?
A
Agglomeratie
B
Landelijk gebied
C
Een stedelijk gebied
D
De Randstad

Slide 33 - Quizvraag

Hoe noem je Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht samen?
A
Stadsgewest
B
De Randstad
C
Agglomeratie
D
Het Groene hart

Slide 34 - Quizvraag

Aan de slag!
Maken Opdrachten: 1 en 2 (Dorpen), 6 (verstedelijking)

Ben je klaar? Maak dan:
4 (stedelijk gebied), 5 (verzorgingsgebied)

Slide 35 - Tekstslide

Verzorgingsgebieden
Stedelijke voorzieningen: vind je niet in kleine plaatsen, maar alleen in de stad.

Verzorgingsgebied: het gebied rondom een stad dat is aangewezen op de stedelijke voorzieningen in die stad.

Slide 36 - Tekstslide