Bewegingsapparaat 2

Bewegingsapparaat
Opdracht skelet
Anatomie hoofd, schouder, bekken
Verbindingen tussen gewrichten
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
gezondheidsleerMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bewegingsapparaat
Opdracht skelet
Anatomie hoofd, schouder, bekken
Verbindingen tussen gewrichten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

anatomie schedel

 (cranium) valt onder de platte beenderen
Het beschermt de hersenen
De verbinding tussen de beenderen heet naadverbinding. Alleen de kaak is verbonden dmv een gewricht en is beweegbaar.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Achterhoofdsbeen
Groot bol bot aan de achterkant van de schedel.

Aan de onderkant zit een gat waarmee het ruggenmerg in contact staat met de hersenen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jukbeenderen
Aan de voorkant van het hoofd, boven de wang. maakt deel uit van de oogkas en neusholte.

Plaatsing en vorm is van grote invloed op de aanblik en vorm van het gezicht

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jukboog
Vormen de verbinding tussen jukbeen en slaapbeen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neusbeen
Bovenop de neus, onder het voorhoofdsbeen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slaapbeen
Aan de zijkanten van het hoofd, ter hoogte van de oogkas.
Kwetsbaar deel van je schedel.
Hier zitten ook je ooropeningen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorhoofdsbeen
Grote bolle bot aan de voorkant van de schedel, boven de oogkassen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wandbeen
Grote bolle beenderen aan de zij- en bovenkant van de schedel

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiggenbeen
Twee wiggenbeenderen.
Ze zitten in een holte achter de oogkassen en onder het voorhoofdsbeen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kaken
Functie: kauwen en fijnmaken van voedsel.
Ze werken als een gewricht.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiggenbeen
A
nummer 2
B
nummer 7
C
nummer 9
D
nummer 3

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jukboog
A
nummer 5
B
nummer 8
C
nummer 4
D
nummer 3

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ooropening
A
nummer 10
B
nummer 7
C
nummer 5
D
nummer 11

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wandbeen
A
Nummer 10
B
Nummer 8
C
Nummer 2
D
Nummer 1

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Schedel = grootste gedeelte van het lichaam van de baby omdat de hersenen al flink ontwikkeld zijn

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fontanellen
Dunne vliezige plaatsen tussen de schedelbeenderen. Hierdoor kunnen de schedelbeenderen t.o.v. elkaar bewegen (geboorte). De fontanellen groeien dicht tussen 12-18 mnd.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

anatomie schouder
De schoudergordel bestaat uit de beide scapulae (schouderbladen) en de beide claviculae (sleutelbeenderen)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleutelbeen (clavicula)
Verbonden met kleine gewrichten aan de scapula (schouderblad)  en het sternum (borstbeen). De gewrichtskommen zijn zeer ondiep. Het sleutelbeen blijft op zijn plek door sterke ligamenten en stevige gewrichtkapsels.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bovenarm (humerus)
De gewrichtskom waarin de kop van de humerus past, is ook ondiep en omgeven door een dun en ruim kapsel. 
Hierdoor zijn er veel bewegingsmogelijkheden . 
Consequentie daarvan is dat een schouder vrij gemakkelijk kan luxeren (uit de kom schieten). 
Het sleutelbeen zal daarentegen zelden luxeren, veel eerder breken.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

anatomie bekken
De bekkengordel vormt de verbinding tussen de benen en de romp. De gordel bestaat uit grote, stevige botstukken die onderling niet of nauwelijks kunnen bewegen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbinding tussen beenderen
Een naadverbinding (schedel)
Een bindweefselverbinding (spaakbeen en ellepijp) 
Een kraakbenige verbinding (sternum en ribben)
Een echt gewricht.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewrichten
Rondom gewrichten waar pezen, spieren of de huid overheen lopen, vindt men slijmbeurzen (bursae synoviales) die de wrijving tussen het bot en de weke delen verminderen. 
De slijmbeurzen bestaan uit bindweefselzakjes met aan de binnenzijde een synoviaal vlies dat vocht produceert. De slijmbeurzen staan soms in verbinding met de gewrichtsholte.

Bursitis = slijmbeursontsteking

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a scharniergewricht (eenassig)
b zadelgewricht (tweeassig)
c eigewricht (tweeassig)
d kogelgewricht (drieassig)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slijmbeurzen
Rondom gewrichten waar pezen, spieren of de huid overheen lopen, vindt men slijmbeurzen (bursae synoviales) die de wrijving tussen het bot en de weke delen verminderen. 
De slijmbeurzen bestaan uit bindweefselzakjes met aan de binnenzijde een synoviaal vlies dat vocht produceert. De slijmbeurzen staan soms in verbinding met de gewrichtsholte.

Bursitis = slijmbeursontsteking

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 28 - Video

niet bekijken, voor studenten als naslagwerk
De verbinding tussen de atlas en de axis is een
A
scharniergewricht
B
draaigewricht
C
zadelgewricht
D
eigewricht

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verbinding tussen knieën en ellebogen is een
A
scharniergewricht
B
draaigewricht
C
zadelgewricht
D
eigewricht

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verbinding van de duim is een
A
scharniergewricht
B
draaigewricht
C
zadelgewricht
D
eigewricht

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verbinding van de pols is een
A
scharniergewricht
B
draaigewricht
C
zadelgewricht
D
eigewricht

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aandoeningen gewrichten
Vaak het gevolg van een mechanisch trauma.
Contusie (kneuzing). 
Distorsie (verzwikking). 
Luxatie (ontwrichting). 

Ziekten van de gewrichten noemt men artropathieën:
Artritis (ontsteking van een gewricht)
Artrose (degeneratie van het kraakbeen)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies