Basisstof 1, het skelet

Dinsdag 16 maart, 8ste lesuur, h1a  
1. Aanwezigheidscontrole (door de juf) + hw noteren (door jullie!)
2. Uitleg basisstof 1 
3. Zelfstandig aan het werk met het huiswerk



HW voor donderdag 18 maart, 2de lesuur:
Lees §4.1 over het skelet + M. opd. 1 t/m 4 + 6 + 7 van §4.1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dinsdag 16 maart, 8ste lesuur, h1a  
1. Aanwezigheidscontrole (door de juf) + hw noteren (door jullie!)
2. Uitleg basisstof 1 
3. Zelfstandig aan het werk met het huiswerk



HW voor donderdag 18 maart, 2de lesuur:
Lees §4.1 over het skelet + M. opd. 1 t/m 4 + 6 + 7 van §4.1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. Je kent de delen van het lichaam (hoofd, romp, ledematen)
2. Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen
3. Je kunt de functies van het skelet noemen

Slide 2 - Tekstslide

Welke botten ken je al van het menselijk skelet?

Slide 3 - Woordweb

Het skelet
  •  Een volwassene bestaat uit 206 botten
  • Een ander woord voor het skelet is het beenderstelsel
  • Botten kunnen bestaan uit been en kraakbeen
  • Het lichaam bestaat uit een hoofd, een romp en ledematen

Slide 4 - Tekstslide

Ledematen





Het spaakbeen en de ellepijp worden vaak door elkaar gehaald.
Bij de pols zit de ellepijp aan de kant vande pink.

Slide 5 - Tekstslide

Verschil en overeenkomsten tussen arm en been

Slide 6 - Tekstslide

Ledematen
Hoofd
Romp

Slide 7 - Tekstslide

Verzamelnamen:
  • Schedel -->  al de botten in het hoofd samen
  • Wervelkolom --> de ruggengraat  
  • Borstkas --> de borstwervels, ribben en het borstbeen samen 
  • Schoudergordel --> de schouderbladen en de sleutelbeenderen samen 
  • Bekken --> ook wel bekkengordel genoemd

Slide 8 - Tekstslide

Functies van het skelet
- Stevigheid
- Beweging
- Vorm
- Bescherming

Slide 9 - Tekstslide

De schedel

Slide 10 - Tekstslide

Achterhoofdsbeen
Groot bol bot aan de achterkant van de schedel.

Aan de onderkant zit een gat waarmee het ruggenmerg in contact staat met de hersenen

Slide 11 - Tekstslide

Jukbeenderen
Aan de voorkant van het hoofd, boven de wang. maakt deel uit van de oogkas en neusholte.

Plaatsing en vorm is van grote invloed op de aanblik en vorm van het gezicht

Slide 12 - Tekstslide

Neusbeen
Bovenop de neus, onder het voorhoofdsbeen

Slide 13 - Tekstslide

Slaapbeen
Aan de zijkanten van het hoofd, ter hoogte van de oogkas.
Kwetsbaar deel van je schedel.
Hier zitten ook je ooropeningen.

Slide 14 - Tekstslide

Voorhoofdsbeen
Grote bolle bot aan de voorkant van de schedel, boven de oogkassen.

Slide 15 - Tekstslide

Wandbeen
Grote bolle beenderen aan de zij- en bovenkant van de schedel

Slide 16 - Tekstslide

Wiggenbeen
Twee wiggenbeenderen.
Ze zitten in een holte achter de oogkassen en onder het voorhoofdsbeen.

Slide 17 - Tekstslide

Kaken
Functie: kauwen en fijnmaken van voedsel.
Ze werken als een gewricht.

Slide 18 - Tekstslide

Met welk nummer wordt het wiggenbeen aangegeven?
A
nummer 2
B
nummer 7
C
nummer 9
D
nummer 3

Slide 19 - Quizvraag

Met welk nummer wordt het jukbeen aangegeven?
A
nummer 5
B
nummer 8
C
nummer 4
D
nummer 3

Slide 20 - Quizvraag

Met welk nummer wordt het wandbeen aangegeven?
A
Nummer 10
B
Nummer 8
C
Nummer 2
D
Nummer 1

Slide 21 - Quizvraag

Met welk nummer wordt de ooropening aangegeven?
A
nummer 10
B
nummer 7
C
nummer 5
D
nummer 11

Slide 22 - Quizvraag

Dinsdag 16 maart, 8ste lesuur, h1a  
1. Aanwezigheidscontrole (door de juf) + hw noteren (door jullie!)
2. Uitleg basisstof 1 
3. Zelfstandig aan het werk met het huiswerk



HW voor donderdag 18 maart, 2de lesuur:
Lees §4.1 over het skelet + M. opd. 1 t/m 4 + 6 + 7 van §4.1

Slide 23 - Tekstslide