Rekenen les 2

Rekenen les 2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Rekenen les 2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Grote getallen in de wetenschappelijke notatie
altijd 1 cijfer voor de komma (en dat is geen 0) en 
meestal 2 cijfers achter de komma (tenzij anders aangegeven)

vb: 
12 345 678 = 1,23 x 107

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht
3 248 570


Rond af op: 
- miljoenen (1 decimaal)
- honderdtallen

Schrijf in de wetenschappelijke notatie (2 decimalen)

Slide 4 - Tekstslide

Startopdracht
3 248 570


Rond af op: 
- miljoenen (1 decimaal)  3,2 miljoen
- honderdtallen 32486 honderd

Schrijf in de wetenschappelijke notatie (2 decimalen)

3,25×106

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Kleine getallen in de wetenschappelijke notatie
Altijd 1 cijfer voor de komma (en dat is geen 0) en 
meestal 2 cijfers achter de komma (tenzij anders aangegeven)
altijd een negatief getal in de macht
vb: 
0,000 000 287 812= 2,88 x 10-7

Slide 7 - Tekstslide

Dus.. wetenschappelijke notatie
Hele grote en hele kleine getallen worden vaak in de wetenschappelijke notatie geschreven. Je gebruikt dan altijd een getal tussen 1 en 10
EN
altijd een macht van 10.
700 000 = 7 x ...... = 7 x 10..
4238000 = ...
0,00087 = 8,7 x 
0,000054 = ...


104

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf nu 17 000 000 000
in de
wetenschappelijke notatie
A
17x109
B
1,7x1010
C
1,7x109
D
179

Slide 10 - Quizvraag

Let op!
Vermenigvuldigen met de wetenschappelijke notatie kan "gewoon", want de volgorde maakt niet uit.

 
Bij delen maakt het wel uit en daarom moet de wetenschappelijke notatie bij delen tussen haakjes worden gezet.

Slide 11 - Tekstslide

Maak nu opgave 54 (2 minuten)
timer
2:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 60 maken (5 minuten max.)
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Opgave 60
Antwoorden

Slide 17 - Tekstslide

Maken aub 81, 82, 83, 85 (10 min)

Slide 18 - Tekstslide

Maak nu deze opgaves aub
60, 81, 82, 83, 85

Slide 19 - Tekstslide

Promille

1% = 

‰ = 


1001
10001

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Maak 37, 38 (6 min)
timer
6:00

Slide 22 - Tekstslide

Maak nu 58 (5 min)
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Maken opgave 59 (4 minuten)
timer
4:00

Slide 26 - Tekstslide

Opgave 65 (4 min)
Opgave 73 (4 min)
timer
8:00

Slide 27 - Tekstslide

Opgave 80 (5 min)
Er worden 347 bekertjes gebruikt
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide