4-5 Rekenen met de wetenschappelijke notatie

4-5 Rekenen met de

wetenschappelijke notatie

Wat heb je nodig? Pen, potlood geodriehoek, schrift, leerboek, telefoon.

1 / 25

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4-5 Rekenen met de

wetenschappelijke notatie

Wat heb je nodig? Pen, potlood geodriehoek, schrift, leerboek, telefoon.

Slide 1 - Tekstslide

Grote getallen in de wetenschappelijke notatie

altijd 1 cijfer voor de komma en

meestal 2 cijfers achter de komma (tenzij anders aangegeven)

vb:

12345678 = 1,23 x 10⁷

(komma 7 plaatsen naar links)

Slide 2 - Tekstslide

Grote getallen in de wetenschappelijke notatie

1 duizend = 1000 =

1760 = 1,76 x 1000 =

13 245 864 = 1,32 x 10 000 000 =

1, 0 \cdot 1 0^{​ 3 ​ ​}

1, 76 \cdot 1 0^{​ 3 ​ ​}

1, 32 \cdot 1 0^{​ 7 ​ ​}

dus altijd 1 getal voor de komma en meestal 2 achter de komma

Slide 3 - Tekstslide

De wetenschappelijke notatie van een getal is een manier om grote getallen korter op te schrijven. Je rekenmachine gebruikt 'm ook!

Slide 4 - Tekstslide

kleine getallen in de wetenschappelijke notatie

1 duizendste = = 0,001 =

0,00000765 =

Dus:

altijd 1 cijfer voor de komma, meestal 2 cijfers erachter

altijd een negatief getal in de macht

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 0 0 ​}

1 0^{​ - 3 ​ ​}

7, 65 \cdot 1 0^{​ - 6 ​ ​}

Slide 5 - Tekstslide

Dus bij 10⁵ schuif je de komma 5 plaatsen naar rechts.

1,8 x 10⁵ = 180.000
Wat zal het volgende dan voluit geschreven zijn?
1,8 x 10^-5
= 0 , 000 018
Dus bij 10^-5 gaat de komma 5 plaatsen naar links.

Wetenschappelijke notatie

9,3 miljoen is de notatie in woorden;
9.300.000 is de notatie met cijfers;
9,3 x 10⁶ is de wetenschappelijke notatie.

_{De laatste is afgerond op 1 decimaal, dus alleen het eerste deel wordt dan afgerond op 1 decimaal.}

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel

- Ik kan rekenen met grote getallen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

1 \cdot 10^{​ 7 ​ ​}

4 \cdot 10^{​ 7 ​ ​}

4 \cdot 10^{​ 10 ​ ​}

1 \cdot 10^{​ 10 ​ ​}

Slide 13 - Quizvraag

tienmiljard

tienmiljoen

tienbiljard

tientriljoen

Slide 14 - Quizvraag

1, 3 \cdot 10^{​ 7 ​ ​}

1, 5 \cdot 10^{​ 7 ​ ​}

1, 3 \cdot 10^{​ 10 ​ ​}

1.5 \cdot 10^{​ 10 ​ ​}

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Foto van je oefenopdracht hier inleveren

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 20 - Woordweb

ZELFSTANDIG WERKEN

Huiswerk:

45, o41

EXTRA:

o43

Youtube filmpje (6 minuten)

Huiswerk afspraken: Maken, nakijken en dan een dag van tevoren inleveren in lessonup. Deze vragen MOET je kunnen doen.

Slide 21 - Tekstslide

Plak hier een foto van je uitwerking van 45 (eerst nakijken)

Slide 22 - Open vraag

Plak hier een foto van je uitwerking van o41 (ook nakijken)

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide