B1 Les 13 en 14 (bijv. nw + zlfs. nw)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Planning 

Terugblik naar de vorige les

Uitleg over bijvoeglijke naamwoorden

Aan het werk! 

Zelfstandige naamwoorden

Zelfstandige naamwoorden

- Een persoon, dier of ding: 'Max Verstappen, Amsterdam, BMW'

- Een woord waar je een lidwoord voor kunt zetten: 'de strafschop', 'het stoeltje', 'een hond'

Lidwoorden: zijn er 3

- de: de school, de fiets, de vaas, de kat, de fles

- het: het lokaal, het dreigement, het tafelblad, het fietsenhok, het litteken

- een: deze kun je in plaats van 'de' of 'het' zetten: 'een school, een lokaal, een vaas, een litteken

Zelfstandige naamwoorden

• Een persoon, dier of ding
• Een woord waar je een lidwoord voor kunt zetten: 'de strafschop', 'het stoeltje', 'een hond'

Wat is het z.n.w.: 'Anne heeft negen puppy's gekregen'.

1. Anne
2. heeft
3. negen
4. puppy's

Wat is het z.n.w.: 'Overmorgen gaan we zwemmen met onze buren'

1. Overmorgen
2. gaan
3. zwemmen
4. buren

Wat is het z.n.w.: 'Wat een prachtige kat heb jij!'

1. wat
2. prachtige
3. kat
4. jij

Bijvoeglijke naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden 

Bijvoeglijke naamwoorden zeggen iets over een zelfstandig naamwoord

Een mooie dag

Een rode trui

De grote hond

De hete thee

Alle rode woorden zeggen iets over het zelfstandig naamwoord daarna

Bijvoeglijke naamwoorden

Let op: stof of materiaal (bijv. hout, goud, ijzer)

het ijzeren hek + en

de katoenen jas + en

Wat is het z.n.w.: 'Wat een prachtige kat heb jij!'

1. wat
2. prachtige
3. kat
4. jij

Wat is het z.n.w.: 'Die blauwste trui staat je wel!'

1. Die
2. blauwste
3. trui
4. wel

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden uit de volgende zin: 'Op onze website vindt u uitgebreide informatie over de activiteiten.'

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden uit de volgende zin: 'Wij verkopen alleen groene stroom'

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden uit de volgende zin: 'Probeer nu onze heerlijke hamburgers'

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden uit de volgende zin: 'traditionele gerechten uit Indonesië'

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden uit de volgende zin: 'Kom naar de feestelijke opening van ons restaurant'

Trappen van vergelijking

Stellende trap:

mooi, boos, gezellig

Vergrotende trap:

mooier, bozer, gezelliger

Overtreffende trap:

Mooist, boost, gezelligst

Jij bent als mooist verkleed vandaag!

1. Stellende trap
2. vergrotende trap
3. overtreffende trap

Zij was sneller klaar dan ik.

1. Stellende trap
2. vergrotende trap
3. overtreffende trap

Joost en ik zijn even oud.

1. Stellende trap
2. vergrotende trap
3. overtreffende trap

Aan het werk!

Maken: les 14 opdr. 1 t/m 10