Je weet wat delers en veelvouden van een getal zijn.Je weet wat even en oneven getallen zijn.
Je weet hoe de temperatuur verandert als je blokjes uit de ketel haalt.
Je kan aftrekken met positieve en negatieve getallen.
Je weet de begrippen kwadraat en kwadrateren.
Je weet wat de wortel van een getal is.
Je kan worteltrekken.
Je kan het 'is ongeveer gelijk aan' ≈ -teken gebruiken.