Je lichaam heeft alle voedingsstoffen nodig:
• Eiwitten zijn een bouwstof. Je lichaam kan eiwitten ook verbranden, dan is het een brandstof.
• Koolhydraten zijn een brandstof. Je lichaam gebruikt koolhydraten ook als bouwstof. Voorbeelden van koolhydraten zijn suiker en zetmeel.
• Vetten zijn vooral brandstof, maar ook bouwstof en reservestof.
• Water is een belangrijke bouwstof voor je lichaam. Je lichaam bestaat voor ong. 60% uit water.
• Mineralen zijn een bouwstof en een beschermende stof. Voorbeelden van mineralen zijn kalk, ijzer en keukenzout. Mineralen worden ook wel zouten genoemd.
• Vitaminen zijn een bouwstof en een beschermende stof. Als je te weinig vitaminen eet, word je ziek.
Er zijn veel vitaminen. Ze worden aangegeven met een letter. Bijvoorbeeld: vitamine C, vitamine A en vitamine B.