“Ik heb geen vaste manier om mijn remmen los te laten als ik creatief moet denken. Maar ik heb wel één manier gevonden om in de juiste mood te geraken, en dat is mijn deur sluiten en alles trachten te vergeten behalve de taak die voor me ligt. Dan trek ik mijn schrijfmachine naar me toe, sla mijn benen er rond en begin te schrijven. Elke regel die bij me opkomt, schrijf ik neer – hoe zot, saai of ik weet niet hoe het ook klinkt. Ik schrijf zo snel ik kan. Dan, na een lange tijd, beginnen enkele radertjes die nog niet aan het werken waren te zoemen en iets opvallends begint zichzelf uit te typen op het gele blad voor mij – als een telegrafisch bericht. Dat is de harde manier en ongeveer de enige die ik ken.” (Osborn, 1953)