§1.3 Het begin van de Opstand

§1.3 Het begin van de Opstand
Deel 1
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§1.3 Het begin van de Opstand
Deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
Voor volgende week
Schrijf op in je PLENDA
Maken opdracht 3 t/m 14 van §1.3
Lezen: §1.3
Leren: begrippen §1.3

Slide 2 - Tekstslide

Filmpje
'Recap'  ( - 8:25)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Willem van Oranje
De hertog van Alva
Margaretha van Parma
Filips II

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide


Wat is geen taak die de hertog van Alva krijgt van Filips II?
A
Het bestuur nog meer centraliseren
B
Katholieke kerken herbouwen
C
Opstandige edelen straffen
D
Protestanten/ Beeldenstormers vervolgen

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Waarom Willem van Oranje en de Watergeuzen belangrijk zijn voor het begin van de Opstand
-  Op welke manieren de bewoners van de Nederlanden zich verzetten tegen de Spanjaarden
- Hoe de Nederlanden uiteenvallen in de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden

Slide 8 - Tekstslide

Filmpje
Willem en Watergeuzen ( 8:25 -)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Willem van Oranje
Een aantal Nederlanders verzet zich tegen de Spanjaarden
Willem van Oranje levert de eerste strijd en leidt de Opstand
In eerste instantie is het Spaanse leger veel te sterk
Dit verandert wanneer de Watergeuzen zich aansluiten

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Waarom is de slag bij Heiligerlee een belangrijk jaartal in de Nederlandse geschiedenis?

Slide 13 - Open vraag

De Tiende Penning was een centrale belasting ingesteld door de Hertog van Alva. Bij de aankoop en verkoop van spullen, ging 10% van het bedrag als belasting naar de Spaanse koning.
Waar staat 'de bril' symbool voor?
Is de maker van de prent voor of tegen de opstandelingen
'De Tiende Penning is van mij' - Zei Alva. Maar de 'Geus' kaapte hem zijn bril. Wat keek Alva (raar) op zijn neus. 
De Watergeuzen waren opstandelingen en waren een soort piraten die uit naam van Oranje steden aanvielen.
De Hertog van Alva

Slide 14 - Tekstslide

Het verzet groeit
In 1572 kiezen Holland en Zeeland Willem als hun stadhouder
Dit maakt hem opperbevelhebber van het leger en de vloot
Filips II ziet dit als openlijk verzet tegen de kroon
De bevolking is verdeeld; er ontstaat in feite een burgeroorlog
Katholieken tegen
het protestantisme
Protestanten (en
katholieken) tegen
de centralisatie

Slide 15 - Tekstslide

Het verzet groeit -
eerste Vrije Statenvergadering


In 1572 kozen Holland en Zeeland Willem als hun stadhouder
Ze voerden ook godsdienstvrijheid in
Filips II ziet dit als openlijk verzet tegen de kroon
Andere gewesten kijken nog even toe...

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Kaart

Slide 18 - Video

Wat wordt bedoeld met "vrijheid van geweten"?

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag
Maak opdracht 3, 4 en 5

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Voor volgende week
Schrijf op in je PLENDA
Maken opdracht 3 t/m 7 van §1.3

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Waarom Willem van Oranje en de Watergeuzen belangrijk zijn voor het begin van de Opstand
-  Op welke manieren de bewoners van de Nederlanden zich verzetten tegen de Spanjaarden
- Hoe de Nederlanden uiteenvallen in de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden

Slide 22 - Tekstslide

§1.3 Het begin van de Opstand

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Waarom Willem van Oranje en de Watergeuzen belangrijk zijn voor het begin van de Opstand
-  Op welke manieren de bewoners van de Nederlanden zich verzetten tegen de Spanjaarden
- Hoe de Nederlanden uiteenvallen in de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden

Slide 24 - Tekstslide

Splitsing: de Unie van Atrecht
De zuidelijke gewesten kiezen steeds meer voor Spanje
Ze zijn katholieker en sluiten goede deals met de landvoogd
In 1579 sluiten ze de Unie van Atrecht

Slide 25 - Tekstslide

Filmpje
Huurlingen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Knippen en plakken
  • Met wie?:                     In Tweetallen
  • Hulp?:                           De uitleg, je boek, je aantekeningen
  • Benodigdheden?:   Lijm en schaar
  • Klaar?:                          Verder met huiswerk

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 9 t/m 14

Slide 29 - Tekstslide