2.3 Deel 2

VOC

VOC:

1602: ontstaan van Verenigde Oost-Indische compagnie

  • Monopolie (alleenrecht) op de Nederlandse handel in Oost-Indië
  • Mochten verdragen sluiten met plaatselijke machthebbers
  • zelfstandig oorlog voeren in Azië
  • Forten bouwen
  • Stichtten van handelsposten in Azië
  • De handelsproducten die vanuit Oost- Indië kwamen waren speciale handelsproducten die voor veel geld verkocht konden worden.  (Kruidnagel, noodmuskaat, kaneel, suiker, peper,koffie)
  • Het was een  handelsonderneming
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

VOC

VOC:

1602: ontstaan van Verenigde Oost-Indische compagnie

  • Monopolie (alleenrecht) op de Nederlandse handel in Oost-Indië
  • Mochten verdragen sluiten met plaatselijke machthebbers
  • zelfstandig oorlog voeren in Azië
  • Forten bouwen
  • Stichtten van handelsposten in Azië
  • De handelsproducten die vanuit Oost- Indië kwamen waren speciale handelsproducten die voor veel geld verkocht konden worden.  (Kruidnagel, noodmuskaat, kaneel, suiker, peper,koffie)
  • Het was een  handelsonderneming

Slide 1 - Tekstslide

De VOC = Verenigde Oost-Indische compagnie
 
ROUTE VOC

Slide 2 - Tekstslide

Aandelen
  • Mensen konden zichzelf inkopen in de VOC

  • Maakte het bedrijf winst dan kon je met aandelen een hoop geld verdienen.

  • Een bedrijf met zo’n aandelensysteem noemen we tegenwoordig een naamloze vennootschap (nv).

Slide 3 - Tekstslide

Aandelen (vervolg)

VOC was een blijvende onderneming

  • Je kon een aandeel in het bedrijf kopen, maar ook verkopen
  • Bij winst kreeg je een winstuitkering
  • De VOC was het eerste naamloze vennootschap
    (Naamloze vennootschap = bedrijf dat geld krijgt door de verkoop van aandelen)
  • Door de handel over de hele wereld was de VOC een  multinational (een bedrijf met vestigingen over de hele wereld.

Slide 4 - Tekstslide

Wereldeconomie
  • = Handel over de hele wereld.
  • Europeanen gingen spullen kopen en verkopen in Afrika, Azië en Amerika.
  • Wereldhandel is ontstaan toen de Europeanen gingen koloniseren.

       - Europeanen hadden een technische voorsprong: 

       wapens en betere schepen

Slide 5 - Tekstslide

INPAKKEN MAAR!
Pak  je spullen in maar blijf nog zitten

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent wereldeconomie?
A
Handel over de hele wereld.
B
Handel tussen Europa, Afrika en Amerika.
C
Handel tussen de Europese landen.
D
Geld dat de hele wereld over gaat.

Slide 7 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:
bedrijf dat geld krijgt door de verkoop van aandelen
A
Naamloze vennootschap
B
Investeren
C
Kapitalisme
D
Kapitalist

Slide 8 - Quizvraag

Geld in een bedrijf stoppen noemen we?
A
winst
B
kapitalisme
C
kapitalist
D
investeren

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Wat betekent kapitalisme?
A
Geld geven aan een goed doel
B
Geld investeren
C
Geld investeren om winst te maken
D
Geldzaken

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent wereldeconomie?
A
Handel over de hele wereld.
B
Handel tussen Europa, Afrika en Amerika.
C
Handel tussen de Europese landen.
D
Geld dat de hele wereld over gaat.

Slide 12 - Quizvraag

De wereldhandel heeft gezorgd voor de wereldeconomie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag