H4 congruentie en inversie les 2

Planning:
  • Herhalen congruentie/inversie
  • Aan het werk
  • Formuleren H4
  • Spelletje? 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Herhalen congruentie/inversie
  • Aan het werk
  • Formuleren H4
  • Spelletje? 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Een aantal mensen komt altijd te laat.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?

Het merendeel van de leerlingen maakten het huiswerk gelukkig goed.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 3 - Quizvraag

Incongruentie, want het merendeel maakt; enkelvoudige kern. 
Is hier sprake van congruentie of incongruentie: Bijna tachtig procent van de Nederlanders noemt zich gelukkig.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie: Het blijkt dat de jeugd in ons land tamelijk veel alcohol drinken.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Congruentie
Wat is dat? 
PV en O = zelfde getal (ev / mv) + zelfde persoon (1e, 2e 3e) 

*Ik zijn jarig
ik ben jarig of wij zijn jarig
Niet zo moeilijk
Moeilijker:
Die groep bejaarden loopt/lopen altijd erg langzaam?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin is de inversie goed?
A
Gisteren ik moest naar de dokter.
B
Ik moest gisteren naar de dokter.
C
Gisteren moest ik naar de dokter.
D
Moest ik gisteren naar de dokter?

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin is sprake van inversie?
A
Morgen ga ik op bezoek bij Willem.
B
Willem moet nog boodschappen doen.
C
Mag ik nog een boterham?
D
Sandra laat haar nieuwe broek ziek.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin zie je inversie?
A
De bladeren vallen van de boom.
B
De fiets staat in de schuur.
C
..., terwijl ik muziek luister.
D
Met een lepel kan ik soep eten.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inversie
In veel zinnen staat het onderwerp op de eerste plaats in de zin, vóór de persoonsvorm: (OP)
– Iedereen (ow) / verlangt (pv) / naar het einde van de lockdown.
Als in een zin het onderwerp achter de persoonsvorm staat, heet dat inversie (PO). Op de eerste plaats van de zin staat dan de persoonsvorm of een ander zinsdeel:
– Naar het einde van de lockdown / verlangt (pv) / iedereen (ow).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
Leerlingen die net foutjes hadden bij de oefenvragen, komen bij mij vooraan zitten. We maken samen de opdrachten.

Leerlingen die veel vragen goed hadden, mogen zelfstandig verder met de opdrachten.

Opdrachten: 2 en 3 van grammatica H4. 

Klaar? Begin aan opdr. 1 t/m 3 van Formuleren H4.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies