21.1 Geen indringers

21.1 Geen indringers 
(herhaling huid en nieuw planten en afweer)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

21.1 Geen indringers 
(herhaling huid en nieuw planten en afweer)

Slide 1 - Tekstslide

Huid anatomie

Opperhuid:
- Hoornlaag: Dode cellen die afslijten
-Kiemlaag: Snel delende cellen voor opperhuid. + Pigmentcellen 

Lederhuid:
Haarvaten, zweetklieren, talgklieren, haarzakjes, zenuwuiteinden.

Onderhuids bindweefsel:
Ook haarvaten+ vetweefsel voor isolatie en energiereserves

Slide 2 - Tekstslide

Functies huid
  • Ziekteverwekkers tegenhouden
  • Bescherming tegen beschadigingen
  • Bescherming tegen uitdroging. Talgklieren helpen ook mee
  • Bescherming UV-straling door melanine --> pigment
  • Aanmaak vitamine D door melanine
  • Lichaamswarmte behouden

Slide 3 - Tekstslide

Vanaf de kiemlaag bewegen de huidcellen naar de buitenkant.

Tijdens dit proces gaan zij dood. Hoe komt dat?
A
door blootstelling aan UV-straling gaan ze dood
B
door beweging schuren ze kapot
C
ze krijgen geen voedingsstoffen en zuurstof meer

Slide 4 - Quizvraag

Door een schaafwond is een deel van Jasmines opperhuid licht beschadigd.
Welke van de genoemde problemen is geen gevolg van de wond?

A
Bacteriën kunnen binnendringen en een infectie veroorzaken
B
Er is vochtverlies doordat de normaal aanwezige dode huidcellen de verdamping niet meer tegengaan
C
de wond doet pijn door voortdurende prikkeling van zenuweinden
D
de wond geneest slecht doordat de laag met delende cellen is aangetast

Slide 5 - Quizvraag

Casus brandwonden:
Hitte, een chemische stof of elektriciteit kunnen de huid beschadigen, er ontstaan brandwonden. Bij een beschadigde huid kunnen bacteriën makkelijk het lichaam binnendringen. Mensen met ernstige brandwonden (derdegraads) gaan voor behandeling naar een van de drie brandwondencentra in Nederland. Na behandeling van diepe brandwonden ontstaan littekens die niet meer weggaan.
Noem twee andere ernstige gevolgen van brandwonden.

Slide 6 - Open vraag

Verklaar in 1 korte zin dat bij een eerstegraads verbranding en een oppervlakkige tweedegraads verbranding de huid spontaan kan genezen.

Slide 7 - Open vraag

Verklaar in 1 korte zin dat een patiënt met een ernstige brandwond minder pijn voelt dan met een minder ernstige brandwond.

Slide 8 - Open vraag

Planten en afweer
  • Planten zijn over het algemeen plaatsgebonden en dat betekent dus
     vluchten kan niet meer!
  • Planten hebben te maken met klimatologische omstandigheden zoals
     extreme kou of droogte.
  • Planten hebben te maken met milieu-invloeden: Hoge zoutconcentratie (zeewater), zware metalen (bijvoorbeeld zink), etc.

  • Waarom hebben planten een afweersysteem nodig?

Slide 9 - Tekstslide

Twee verschillende vormen van afweer bij planten
  1. De afweer tegen ziekteverwekkers = pathogenen
    Welke pathogenen ken je? 

  2. de afweer van planten tegen planteneters
    Welke planteneters ken je?

Slide 10 - Tekstslide

Afweer tegen ziekteverwekkers
  • Planten worden aangevallen door bacteriën, virussen, schimmels en 
     eencelligen. 
  • Planten kunnen mechanisch en chemisch op een ziekteverwekker
     reageren. 
  • In tegenstelling tot dieren repareren ze geen aangetast weefsel. 
  • Ze sluiten aangetaste delen af of offeren die op.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Afweer tegen planteneters: direct of indirect
Planteneters (herbivoren), alleseters (omnivoren) en parasieten belagen planten (bron van energie en voedingsstoffen voor de belagers). 

Bij de directe afweer treft de plant de eter zelf: moeilijk eetbare planten. 
Hoe werkt dit? 

Bij de indirecte afweer is de vijand van je vijand jouw vriend.
Hoe werkt dit?



Slide 13 - Tekstslide

Mechanische afweer bij planten. 
Welke herken je?

Slide 14 - Tekstslide

Braam, 
Distel, Roos, Vuurdoorn

Slide 15 - Tekstslide

Directe en indirecte afweer bij planten
Direct
Om je eters direct te treffen kun je als plant moeilijk eetbaar worden. (Brand)haren, stekels en een gladde of dikke cuticula maken het opeten van bladeren niet makkelijk. 
Planten kunnen ook bittere(spruitjes) of giftige stoffen (amandelpit) maken. Dat zijn secundaire metabolieten en sommige kunnen het zenuwstelsel van de eter verlammen of een schimmelplaag ontregelen.

Indirect

Wanneer de plant de aanval niet heeft kunnen afslaan en er toch eenmaal gegeten wordt, dan kan de plant vijanden van zijn eters lokken.
Tarwe en katoenplanten maken lokstoffen voor insecten die de aanvallers doden of opeten.

Slide 16 - Tekstslide

Chemische afweer bij planten

Slide 17 - Tekstslide

De sperzieboon (Phaseolus vulgaris) wordt belaagd door de bonenspintmijt (Tetranychus urticae). Wanneer de plant wordt aangevreten, geeft deze geurstoffen af die de roofmijt (Phytoseiulus persimilis), de natuurlijke vijand van de bonenspintmijt, aantrekt. Daarnaast blijken bonenplanten in de directe omgeving van aangevreten planten ook deze geurstoffen op te vangen. De naastliggende plant gaat hierop tevens deze geurstoffen produceren om de roofmijt aan te trekken.

Hoe zou je de samenwerking tussen de sperzieboonplant en de roofmijt kunnen noemen?

Slide 18 - Open vraag

De mens profiteert van de verschillende afweermechanismen van planten. Zo maken wij gebruik van vele chemische afweerstoffen van planten. Welke stoffen zijn chemische afweerstoffen van planten?
A
Nicotine
B
Salicylzuur
C
Cocaïne
D
Morfine

Slide 19 - Quizvraag

Planten met een chemisch afweermechanisme vinden vaak farmaceutische toepassingen
Taxus: een extract (Taxol) van deze boom werk als cytostaticum
Paclitaxel wordt gebruikt bij chemotherapie en is werkzaam vanwege zijn stabiliserende effect op microtubuli. Hierdoor kunnen cellen niet meer delen en kun je de groei van bepaalde carcinomen remmen.
Paclitaxel heeft heftige 
bijwerkingen.

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen 21.1
Maken 1 tm 9

Slide 21 - Tekstslide