Scheikunde 3GT H.1.5

• Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Scheikunde 3GT

Hoofdstuk 1 paragraaf 5

Chemische Reacties

Klopt dit reactieschema?
ammoniak + zoutzuur = salmiak

1. Ja
2. Nee

Een voorbeeld van een reactieschema is: koolstof + zuurstof -> koolstofdioxide

1. Waar
2. Niet waar

Wat zijn beginstoffen?

1. Stoffen die na de pijl staan beschreven in een reactieschema.
2. Stoffen die voor de pijl staan beschreven in een reactieschema.
3. Stoffen die boven de pijl staan beschreven in een reactieschema.
4. Stoffen die onder de pijl staan beschreven in een reactieschema.

Bij een reactieschema staan beginstoffen voor het = teken, reactie producten na het = teken.

1. Juist
2. Onjuist

Voor een verbranding is warmte nodig. Staat de warmte ook in het reactieschema

1. ja
2. nee

Om een reactieschema te maken heb je.... nodig

1. Beginstoffen , pijl en reactieproducten
2. Beginstoffen
3. Reactieproducten

Hoe geven we een reactieschema weer?

1. beginstoffen --> reactieproducten
2. stoffen --> reactieproducten
3. reactieproducten --> beginstoffen
4. beginmateriaal --> reactiestoffen

Bij het verbranden zie je vuur.
Staat vuur ook in het reactieschema?

1. ja
2. nee

Wat is het juiste reactieschema voor het karameliseren van suiker?

1. suiker (s) --> water (g) + karamel(l)
2. karamel (l) --> water (g) + suiker(l)

IJzer kan reageren met zuurstof (= roesten). Bij deze reactie ontstaat ijzeroxide.
Schrijf het reactieschema op van deze reactie.

1. ijzer + zuurstof = ijzeroxide
2. ijzer + zuurstof + ijzeroxide
3. ijzer + zuurstof --> ijzeroxide
4. ijzer-> zuurstof -> ijzeroxide

Bij het maken van wijn gebruik je gist. In de gist wordt de glucose omgezet in koolstofdioxide en alcohol. Wat is het reactieschema?

1. glucose --> koolstofdioxide en alcohol
2. glucose --> koolstofdioxide + alcohol
3. glucose wordt koolstofdioxide en alcohol
4. glucose + gist --> koolstofdioxide + alcohol