quizz na les 3 - traumatologie ziekenhuis

Na les 3 - traumatologie
ziekenhuis MBO 4, leerjaar 2, MV
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Na les 3 - traumatologie
ziekenhuis MBO 4, leerjaar 2, MV

Slide 1 - Tekstslide

Kennis: Bij welk trauma is er sprake van licht weke delen letsel?
A
ruptuur
B
contusie
C
commotio
D
fractuur

Slide 2 - Quizvraag

Kennis: Bij welk trauma kan er sprake zijn van een kneuzing van bot OF weke delen
A
ruptuur
B
contusie
C
commotio
D
fractuur

Slide 3 - Quizvraag

kennis: Wanneer er sprake is van een scheur in de aorta door een trauma, noemen we dit een aorta......
A
ruptuur
B
contusie
C
commotio
D
fractuur

Slide 4 - Quizvraag

Wat is Neurotrauma?
A
Een bloeding in de hersenen
B
Een breuk of luxatie
C
Is een trauma van de schedel en/of hersenen,
D
een shockende gebeurtenis

Slide 5 - Quizvraag

Kennis - stelling:
iedere patient met een dwarslaesie heeft dezelfde symptomen
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Kennis: Een patient heeft het hoofd gestoten. Bij onderzoek blijkt er een bloeding te zijn in de hersenen. Hoe noem je dit met goed medisch medisch woord?
A
commotio cerebri
B
contusio cerebri
C
epiduraal haematoom
D
infarcering

Slide 7 - Quizvraag

Interpretatie vraag: Een patient heeft het hoofd gestoten. Bij onderzoek blijkt er een bloeding te zijn in de hersenen.
Welk beeldvormend onderzoek is hiervoor gebruikt?
A
rontgenfoto van het hoofd
B
MRI scan van het hoofd
C
CT scan hoofd MET contrast vloeistof
D
CT scan hoofd ZONDER contrast vloeistof

Slide 8 - Quizvraag

Kennisvraag: Wat is een dwarslaesie?
A
een beschadiging aan je ruggenmerg
B
een soort herseninfarct
C
een beroerte
D
een kneuzing van je ruggenmerg

Slide 9 - Quizvraag

Interpretatie vraag: Zorgvrager is op het hoofd gevallen.
Symptomen zijn: misselijkheid, hoofdpijn, bewuszijnsverlies, wazig zien en vermoeidheid.

Welke van de onderstaande diagnoses is het zeker NIET?
A
schedelfractuur dak
B
commotio cerebri
C
contusio cerebri
D
schedelbasisfractuur

Slide 10 - Quizvraag

Interpretatie: Zorgvrager is op het hoofd gevallen.
Symptomen zijn: misselijkheid, hoofdpijn, bewustzijnsverlies, heldervocht uit de oren en een brilhematoom
Voor welk van de onderstaande ziektebeelden heb je hier een alarmsymptoom?
A
schedelfractuur dak
B
commotio cerebri
C
contusio cerebri
D
schedelbasisfractuur

Slide 11 - Quizvraag

Kennisvraag: een zorgvrager is een paar weken geleden op het hoofd gevallen. Zij komt nu met klachten van hoofdpijn, vermoeidheid, soms verward, en misselijkheidsklachten.
Dit past het beste bij: een epiduraal hematoom.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Toepassen: Een zorgvrager heeft een ongeluk gehad op straat en is op rug en hoofd terecht gekomen. Je gaat naar de zorgvrager toe en wilt controleren op wervelletsel.
Welke van de onderstaande handelingen hoort daar NIET bij?
A
je laat de zorgvrager testen of hij/zij het hoofd alle kanten op kan bewegen.
B
je vraag naar pijnklachten in nek of rug
C
je kijkt of zorgvrager vingers en tenen kan bewegen
D
je bekijkt de EMV score

Slide 13 - Quizvraag

Een patient heeft een ongeluk gehad met een stomp trauma in de buik. Als gevolg hiervan heeft patient pijn in de buik en begint de bloeddruk fors te dalen. Wat is hier meest waarschijnlijk NIET aan de hand?
A
hartinfarct
B
Miltruptuur
C
aortaruptuur
D
acuut nierfalen

Slide 14 - Quizvraag

timer
1:00
Dezelfde patient:
wat betekent de bloeddrukdaling?

Slide 15 - Woordweb

interpretatie: Een jongetje van 2 is gevallen en heeft nu pijn aan de arm. Verdenking is een botbreuk. wat voor botbreuk is meest waarschijnlijk?
A
fissuur
B
greenstickfractuur
C
twijgfractuur
D
gecompliceerd fractuur

Slide 16 - Quizvraag

Kennis: Bij dit ziektebeeld zit er bloed tussen de thoraxwand en het longvlies
A
pneumothorax
B
longcontusie
C
longontsteking
D
haematothorax.

Slide 17 - Quizvraag

Kennis: zorgvrager heeft bij een thoraxtrauma gebroken ribben opgelopen.

Welk van de onderstaande uitspraken hierover klopt NIET?
A
De pijnklachten kunnen 6-8 weken aanhouden
B
de pijn zal met name optreden bij rustig zitten
C
Een mogelijke complicatie is een pneumothorax
D
Een mogelijke complicatie is een pneumonie

Slide 18 - Quizvraag

Kennis: zorgvrager heeft bij een thoraxtrauma een hartcontusie opgelopen.

Hieronder staan complicaties genoemd. Welke is het MINSTE te verwachten?
A
acuut hartfalen
B
hartritmestoornis
C
harttamponade
D
hartinfarct

Slide 19 - Quizvraag

Toepassen: Een zorgvrager heeft een auto ongeluk gehad. zij heeft nu koude voeten, daar is ook geen hartslag voelbaar in de enkels, de bloeddruk daalt en er begint zich een fors haematoom te vormen op de onderrug.

Welke van de onderstaande is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
miltruptuur
B
hartcontusie
C
leverruptuur
D
aortaruptuur

Slide 20 - Quizvraag

Toepassen: Een zorgvrager heeft een auto ongeluk gehad. In het ziekenhuis aangekomen blijkt: dat zij instabiel loopt, pijn het onderrug en genitale gebied, en zij plast bloed

Welke van de onderstaande is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
darmperforatie
B
femurfractuur
C
bekkenfractuur
D
blaasruptuur

Slide 21 - Quizvraag

Kennis: Bij dit trauma is er sprake van een kracht van buitenaf op het lichaams deel. Hierbij worden banden, spieren en kapsels uitgerekt. Vaak is dit rondom een gewricht.

Dit is de beschrijving van: ....
A
luxatie
B
fractuur
C
contusie
D
distorsie

Slide 22 - Quizvraag

Interpretatie: Een zorgvrager is 'door haar enkel gegaan'.. en heeft nu de volgende klachten:
pijn, roodheid, warmte, zwelling en functieverlies.

Welk van onderstaande ziektebeelden past NIET/ HET MINSTE bij de mogelijke diagnoses?
A
luxatie enkel
B
fractuur enkel
C
contusie enkel
D
distorsie enkel

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide