Nederlandse gebarentaal

Nederlandse gebarentaal
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlandse gebarentaal

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Terugblik
- startopdracht
- lesdoel
- uitleg
- zelf oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Van het kastje naar de ... sturen.

Slide 3 - Open vraag

De ... valt niet ver van de boom.

Slide 4 - Open vraag

Hoe noemen we de beeldspraak?
Hij is het zwarte schaap van de familie?
A
Metafoor
B
personificatie

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel morfemen heeft dit woord?
hondenriem
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noemen we deze stijlfiguur?
Vandaag hebben we het Witte Huis gezien, best een leuk stulpje
A
hyperbool
B
antithese
C
enumeratio
D
understatement

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat Nederlandse gebarentaal is en hoe die gebruikt wordt.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Nederlandse gebarentaal
- elk land heeft zijn eigen gebarentaal
- gebarentaal is (net als alle talen) onderhevig aan verandering
- belangrijk is dat je het woord uitspreekt en dat je mimiek meedoet.
- iconische gebaren zijn gebaren die hun vorm nabootsen.
- de gebarentaal, zoals bij het nieuws en bij de coronapersconferenties te zien was, noemen we simultaan tolken.

Slide 11 - Tekstslide

Waarom denk je dat de meeste mensen denken dat er maar één gebarentaal is?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Wat ga je doen?

Maak opdracht 1, 2 en 3 (alleen vraag 2).

5 minuten in stilte.


timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat Nederlandse gebarentaal is en hoe die gebruikt wordt.
controlevraag
Waar wordt de Nederlandse gebarentaal allemaal voor gebruikt?

Slide 15 - Tekstslide