2V1 Thema 1 BS 5 + start BS 6

Thema 1 BS 5: Gezonde luchtwegen
Hoe goed zijn jouw longen?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 BS 5: Gezonde luchtwegen
Hoe goed zijn jouw longen?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 keuzes
1) Je doet mee met de 
uitleg van BS 5 + 6

2) Je gaat zelfstandig in de online methode verder met BS 5 & opdracht 1 t/m 9 van BS 6 
Klaar? flitskaarten en testjezelf
-In stilte op je Ipad
-Je mag oortjes in
-Check aan het einde op opdrachten 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 3 - Video

hier nog verder oppakken
Hooikoorts
Wat is hooikoorts?

Waarom geeft dit een reactie?


Welke longziektes ken je nog meer?
Hooikoorts = allergie voor stuifmeelkorrels (=pollen)
Allergie = een overgevoeligheid voor bepaalde stoffen
-Je ademt stuifmeel in, dit stuifmeel blijft kleven aan het slijmvlies in je luchtwegen
-Bij hooikoorst zwelt je slijmvlies door een ontsteking die hierbij ontstaat

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chronische longziektes 
Astma
-astma-aanval/ benauwdheid
-prikkels (stof/stress)
-luchtpijptakjes vernauwen
COPD
-chronische ontsteking  slijmvlies luchtwegen
-oorzaak roken 
-verstopte luchtpijptakjes & beschadigde longblaasjes
Filmpje astma:
https://www.youtube.com/watch?v=BPGKzUQOm6Q
VWO

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BS 6: Ademhaling bij dieren
Kan een knuffel een kuikentje doden?
Waarom heeft een witte haai altijd zijn mond open?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen
  • Je kunt beschrijven hoe gaswisseling plaatsvind bij eencelligen
  • Je kunt beschrijven wat tracheeën zijn en hoe deze bij insecten werken
  • Je kunt de bouw en functie van de kieuw beschrijven
  • Je kunt het tegenstroomprincipe bij vissen en vogels beschrijven
  • Je kunt beschrijven hoe luchtzakken bij vogels werken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eencelligen
Hoe ademen eencelligen?


Waarom kunnen wij dit niet?
-hebben geen ademhalingsorganen
-ademhaling via celmembraan
-De oppervlakte van hun celmembraan is groot genoeg voor de gaswisseling
-onze lichaamsoppervlakte is niet groot genoeg 
-onze huid is ondoorlaatbaar

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Insecten
Tracheeën
-Sterk vertakte buisjes 
-via stigma's komt er lucht in

Waarom kan de gaswisseling zo snel plaatsvinden?
-Kleine vertakkingen eindigen overal in het lichaam
-Alle vertakkingen samen hebben een groot oppervlakte
VWO

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vissen
-kieuwen in de kieuwholte
bedekt met kieuwdeksels

kieuwboog -> kieuwplaatjes -> kieuwlamellen
Hoe ademen vissen dan?
In het kort:
-Nemen water in hun bek
-Bek sluit en kieuwdeksel gaat open
-Water stroomt langs de kieuwen weer naar buiten
Waarom kan gaswisseling snel plaatsvinden?
-oppervlakte van kieuwlamellen is groot
-kieuwlamellen zijn dun
--> snelle diffusie van zuurstof en koolstofdioxide moleculen = snelle gaswisseling
Filmpje ademhaling met kieuwen:
https://www.youtube.com/watch?v=bHv2HpPiJWU 
Witte haai geen kieuwdeksels
moet blijven zwemmen en houdt zijn mond open om voortdurend water door zijn kieuwen te laten stromen, sommige vissen maken een 'blub beweging'om dit te doen

Slide 10 - Tekstslide

Waarom zijn de kieuwen rood?
-Gevuld met netwerk van duizenden bloedvaatjes
Waarom zijn de kieuwlamellen zo dun?
-snelle gaswisseling

Het tegenstroomprincipe
-Stroomrichting bloed tegenovergesteld t.o.v. water
-mogelijk door diffusie

-> uitwisseling van stoffen gaat beter
Tegenstroomprincipe:
-https://schooltv.nl/video/kieuwen-ademhaling-bij-vissen/#q=kieuw
-https://www.youtube.com/watch?v=X4XbG7wh2Bk 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vogels
-kleinere longen & geen longblaasjes
-aan de longen zitten luchtzakken
-luchtzakken groter/kleiner

Hoe werkt dat dan?

Waarom snellere gaswisseling 
dan zoogdieren?



Inademing:
-alle luchtzakken worden groter
-vanuit luchtpijp stroomt verse lucht naar achterste luchtzakken
-vanuit longen stroomt lucht naar voorste luchtzakken

Uitademing:
-lucht vanuit voorste luchtzakken via luchtpijp naar buiten
-lucht via achterste luchtzakken de longen in
-Stroomt steeds zuurstofrijke lucht langs de bloedvaatjes in de longen
-Tegenstroomprincipe zorgt voo snelle gaswisseling
Tegenstroomprincipe:
-Vogel heeft geen middenrif
-Afhankelijk van borstademhaling
-Als ribben en borstbeen niet vrij kunnen bewegen door een te harde knuffel stikt het kuikentje

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
-Maak opdracht 4 op blz 49

timer
4:00
Eencelligen:
-Gaswisseling via celmembraan
-Celmembraan heeft groot oppervlakte voor opname O2 en afgifte CO2
-Geen ademhalingsorganen

Vissen: 
-D.m.v. kieuwen
-Water komt de bek in, de bek sluit, kieuwdeksels gaan open en via hier stroomt het water weer naar buiten
-Zuurstof wordt opgenomen in het bloed van de haarvaatjes in de kieuwlamellen (dit gaat snel door oppervlakte vergroting/dunne wanden)
-Snelle uitwisseling van stoffen d.m.v. tegenstroomprincipe

Vogels:
-Kleine longen en geen longblaasjes
-Luchtzakken worden groter/kleiner (niet de longen!)
-Tegenstroomprincipe
Inademing:
-alle luchtzakken worden groter
-vanuit luchtpijp stroomt verse lucht naar achterste luchtzakken
-vanuit longen stroomt lucht naar voorste luchtzakken
Uitademing:
-lucht vanuit voorste luchtzakken via luchtpijp naar buiten
-lucht via achterste luchtzakken de longen in

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Als je op schema wil werken:
Maak opdracht 1 t/m 9 van BS6

29 oktober deadline:
BS 5 t/m 7

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies