grammatica

grammatica
Les 1,2,3
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

grammatica
Les 1,2,3

Slide 1 - Tekstslide

Les 1

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-herhaling meervoud vs enkelvoud (uitdelen boekjes)
-inoefening (lessonup)
-Disk grammaticatrainer??
-maak H1 t/m H8 (eenvoudige grammatica)

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
-enkelvoud vs meervoud werkwoorden
-volgende week toets!
-woordvolgorde zinnen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is het hele werkwoord?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het hele werkwoord?
A
lopen
B
werken
C
lezen
D
schrijf

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het hele werkwoord
A
kijkt
B
kijken
C
sta
D
staan

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de stam van het werkwoord?

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de stam van het werkwoord?
A
loop
B
fiets
C
rijdt
D
rijd

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de stam van het werkwoord?
A
huilt
B
huil
C
win
D
wint

Slide 11 - Quizvraag

Ik ...
A
schrijf
B
lopen
C
denkt
D
hebben

Slide 12 - Quizvraag

Zij...
A
lopen
B
loopt
C
loop
D
lopen

Slide 13 - Quizvraag

Jullie.....
A
slaapt
B
slapen
C
slaap
D
slaapen

Slide 14 - Quizvraag

Jij....
A
praat
B
praten
C
prat
D
praatt

Slide 15 - Quizvraag

Hij....
A
vind
B
vinden
C
vindt
D
vint

Slide 16 - Quizvraag

Wij...
A
werk
B
werkt
C
werkt
D
werken

Slide 17 - Quizvraag

Jij
A
praten
B
help
C
weten
D
loopt

Slide 18 - Quizvraag

Hij/Zij/Het
A
denken
B
praten
C
zit
D
loop

Slide 19 - Quizvraag

Wij/Jullie/Zij
A
helpt
B
denk
C
praat
D
lopen

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag
Maak Les 1 t/m Les 8 (eenvoudige grammatica)
 les 9; oefening 25,26
Maak les 10 oefening 27 t/m 32
Maak les 11 oefening 33,34

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag

Maak les 9; oefening 25,26
Maak les 10 oefening 27 t/m 32
Maak les 11 oefening 33,34

Slide 22 - Tekstslide

les 2

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Daarna..
Maak les 9; oefening 25,26
Maak les 10 oefening 27 t/m 32
Maak les 11 oefening 33,34
Maak les 12 oefening 35,36
Maak les 23 oefening 72,73,74

Slide 26 - Tekstslide

De docent staat voor de klas
Wie?
Wat?
Waar?

Slide 27 - Tekstslide

Volgorde zinnen
Wie?
Wat?
Waar?

Slide 28 - Tekstslide

De leerling zit op de stoel
Wie?
Wat?
Waar?

Slide 29 - Tekstslide

NU jullie:

Slide 30 - Tekstslide

naar school morgen ga ik

Slide 31 - Tekstslide

Morgen ga ik naar school.
Ik ga morgen naar school.
Ik ga naar school morgen.

Slide 32 - Tekstslide

dansen wij op het strand

Slide 33 - Tekstslide

Wij dansen op het strand.


Slide 34 - Tekstslide

hebt jij geschreven brief een 

Slide 35 - Tekstslide

Jij hebt een brief geschreven.

Slide 36 - Tekstslide

heb gelezen een boek Ik

Slide 37 - Tekstslide

Ik heb een boek gelezen.



Slide 38 - Tekstslide

 je huiswerk jij hebt gemaakt vandaag

Slide 39 - Tekstslide

Jij hebt je huiswerk gemaakt vandaag.
Vandaag heb jij je huiswerk gedaan.
Je hebt je huiswerk vandaag gemaakt.

Slide 40 - Tekstslide

Aan de slag
Maak Les 3; oefening 8
Maak les 4; oefening 9
Maak les 9; oefening 25,26
Maak les 10 oefening 27 t/m 32
Maak les 11 oefening 33,34

Slide 41 - Tekstslide

Aan de slag
Maak Les 3; oefening 8
Maak les 4; oefening 9
Maak les 9; oefening 25,26
Maak les 10 oefening 27 t/m 32
Maak les 11 oefening 33,34

Slide 42 - Tekstslide

Les 3

Slide 43 - Tekstslide

Pak een boek!





Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.
Ze leest vaak interessante boeken.
Je houdt van klassieke muziek.
Zij speelt graag met haar vrienden.
We gaan morgen naar het museum.
Hij moet morgen niet werken.
Zij heeft een mooie collectie schilderijen.
Ik ga op de bank televisie kijken.



User

Slide 44 - Tekstslide

Aan de slag
Disk; grammatica 3 de zin
*oortjes

Slide 45 - Tekstslide

Peter leest een boek op school.
Peter leest een boek.
Wie? Peter
Wat doet hij? Leest een boek
Waar?  Op school Wanneer?..........

Slide 46 - Tekstslide

Zet in de goede volgorde
kijken wij een film in de bioscoop.

Slide 47 - Tekstslide



Wij kijken een film in de bioscoop.

Slide 48 - Tekstslide

Zet in de goede volgorde
springt Julia over het hek elke dag

Slide 49 - Tekstslide

Goede zin
Julia springt over het hek elke dag..
Elke dag springt Julia over het hek.
Julia springt elke dag over het hek.

Slide 50 - Tekstslide

Zet in de goede volgorde.
spreekt goed Nederlands zij

Slide 51 - Tekstslide

Goede zin
Zij spreekt goed Nederlands.

Slide 52 - Tekstslide

Zet in de goede volgorde.
vandaag moeten samenwerken wij

Slide 53 - Tekstslide

Goede zin
Vandaag moeten wij samenwerken.

Slide 54 - Tekstslide

Zet in de goede volgorde.
controleert de docent iedere dag het huiswerk

Slide 55 - Tekstslide

Goede zin
Iedere dag controleert de docent het huiswerk.
De docent controleert iedere dag het huiswerk.
De docent controleert het huiswerk iedere dag.

Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Link