Filosofie

Filosofie
Filosofie betekent 'houden van wijsheid'
filo = houden van
sophia = wijsheid
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Filosofie
Filosofie betekent 'houden van wijsheid'
filo = houden van
sophia = wijsheid

Slide 1 - Tekstslide

Filosofie = kennis
Wijs word je volgens filosofen niet wanneer je ergens een mening over hebt, maar wanneer je ergens kennis over hebt. De oude filosoof Plato maakt dit onderscheid, tussen een mening (“doxa” in het grieks) en kennis (“epistèmè”). Een filosoof zoekt dus naar ware kennis. Iets wat waar is voor iedereen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat doet een filosoof?
De filosoof heeft een manier nodig om kennis te krijgen. Deze manier noemen we de “filosofische methode”. De filosofische methode is meestal een dialoog. In de dialoog spreek je met elkaar zoals Socrates dat deed, of zoals een klein kind dat doet; iemand geeft een mening, en jij vraagt steeds: “waarom is dat zo?”, “hoe zit dat dan?”. Door het beantwoorden van deze vragen probeer je tot kennis te komen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Socrates leefde ongeveer
A
1000 v. Chr.
B
400 na Chr
C
400 v. Chr
D
1000 na Chr

Slide 5 - Quizvraag

Om kennis te verwerven moet je volgens Socrates
A
veel vragen stellen
B
veel boeken lezen
C
veel antwoorden bedenken
D
goed opletten in de les

Slide 6 - Quizvraag

De mensen in de tijd van Socrates vonden hem vervelend omdat hij mensen leerde
A
Om niet zomaar alles klakkeloos over te nemen
B
Om in opstand te komen tegen de regering
C
Om zelf na te denken
D
om vooral veel vragen te stellen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Kant werd geboren in
A
1124 n. Chr
B
1524 n. Chr
C
1324 n. Chr
D
1724 n. Chr

Slide 9 - Quizvraag

De slogan van Kant was
A
durf te dromen
B
durf te geloven
C
durf te zoeken
D
durf te denken

Slide 10 - Quizvraag

Volgens Kant heeft iedereen de plicht om
A
goed te handelen
B
je niet te storen aan andere mensen
C
van het leven te genieten
D
je verantwoordelijkheid te nemen

Slide 11 - Quizvraag

Kant zegt: als mensen egoïstisch zijn gaat dat te koste van de ... van andere mensen
A
vrede
B
vrijheid
C
veiligheid
D
vrolijkheid

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Erasmus werd geboren in
A
1466 v. Chr
B
1466 na Chr
C
2020 v. Chr
D
2020 na Chr

Slide 14 - Quizvraag

Erasmus zijn beroemdste boek heet
A
Lof der gezelligheid
B
Lof der solidariteit
C
Lof der zotheid
D
Lof der loyaliteit

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent filosofie
A
Op zoek gaan naar meningen
B
Op zoek gaan naar kennis
C
Op zoek gaan naar geluk
D
Op zoek gaan naar vriendschap

Slide 16 - Quizvraag

Een filosoof is iemand die
A
houdt van lekkere wijn.
B
planeten bestudeert.
C
op zoek is naar kennis.
D
mensen beter probeert te maken.

Slide 17 - Quizvraag

Zoek zoveel mogelijk namen van filosofen op.

Slide 18 - Open vraag

Zoek zoveel mogelijk plaatjes op van filosofen, zet ook de namen erbij.

Slide 19 - Open vraag

Wat is de definitie van een robot?

Slide 20 - Open vraag

Filosofie en robotica

Slide 21 - Woordweb

Over het gebruik van robots
A
kun je beter niet teveel nadenken.
B
zijn veel filosofische vragen te stellen.
C
staat niks in de wet.
D
hebben de meeste mensen geen mening

Slide 22 - Quizvraag

Zou het, denk je, kunnen dat robots de wereld overnemen? Waarom wel/ niet?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

Wat is het voordeel van robots in, bijvoorbeeld, de auto industrie?

Slide 25 - Open vraag

Wat zijn de nadelen van robots die taken/ werk van mensen overnemen?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video

Ziet een kat, denk je, het verschil tussen een echte en een robotkat? Waarom wel/ niet?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video

Wat vind je ervan dat er in de zorg gebruik wordt gemaakt van robots? Mogen zij mensen vervangen?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Video

Wat zijn voordelen/ nadelen van robots in de zorg?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Link

Bedenk zoveel mogelijk verschillen tussen de professor en de robot die op hem lijkt..

Slide 34 - Open vraag

Wat zijn overeenkomsten tussen deze beide?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Video

Kun je je voorstellen dat een mens een robot zoals Sophia als vriend(in) zou willen? Waarom wel/ niet?

Slide 37 - Open vraag

Denk je dat we in de toekomst robots als vrienden/ collega's kunnen hebben? Waarom wel/ niet?

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Zou je naast een zelfdenkende robot willen werken?

Slide 41 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een zelfdenkende en zelfbewuste robot?

Slide 42 - Open vraag

Artificial Intelligence (A.I.)
AI is de mogelijkheid van een machine om mensachtige vaardigheden te vertonen - zoals redeneren, leren, plannen en creativiteit.

AI maakt het voor technische systemen mogelijk om hun omgeving waar te nemen, om te gaan met deze waarnemingen en problemen op te lossen om een specifiek doel te bereiken. De computer ontvangt data - reeds voorbereid en verzameld via eigen sensoren, zoals een camera - verwerkt deze en reageert erop.
AI-systemen zijn in staat om hun gedrag in zekere mate aan te passen, door het effect van vorige acties te analyseren en autonoom te werken.

Slide 43 - Tekstslide

A.I. systemen kunnen autonoom werken. Wat betekent dat?

Slide 44 - Open vraag

Een autonome robot is dus een robot die
A
gestuurd wordt door de mens.
B
zijn handelen kan analyseren en verbeteren.
C
alleen de taken doet die zijn voorgeprogrammeerd.
D
zelf zijn handelen bepaalt.

Slide 45 - Quizvraag

Bij A.I. heeft de machine de mogelijkheid om te
A
leren
B
creatief te zijn
C
plannen
D
redeneren

Slide 46 - Quizvraag

Opdracht 1
Ga in een groepje van twee of drie filosoferen over de beroepen die robots wel/ niet mogen uitvoeren. En vraag door! Waarom wel, waarom niet? Wanneer mag het wel, wanneer kan het echt niet etc. Maak hier een verslagje van.

Slide 47 - Tekstslide

Opdracht 2
Kies met je groepje een mensgericht (!) beroep waarvan jullie vinden dat daar robots mogen werken. Maak een lijst van minstens tien activiteiten die deze robot mag uitvoeren en van tien activiteiten die de robot beslist niet mag doen. Geef daarbij een uitleg. En tot slot; gaat het om een A.I. robot oftewel: een robot die leert van zijn fouten en 'zelf' nadenkt?

Slide 48 - Tekstslide

Opdracht 3
Teken de robot en noteer bij de robot alle activiteiten die de robot mag uitvoeren + een uitleg daarbij.
Vertel waarom jullie voor dit beroep hebben gekozen.
Vertel ook waarom jullie voor de vormen en kleuren van deze robot hebben gekozen.

Slide 49 - Tekstslide

Rubric
Puntenverdeling:
Opdracht 1, 2 en uitleg bij 3 = 8 punten
Tekenen van de robot = 2 punten

Slide 50 - Tekstslide