Zes duizelingwekkende denkers

.
Zes duizelingwekkende denkers
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieTaal+3BasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

Wat is de zin van het leven? Hoe ontwikkel je een goed karakter? Wat is het kwaad? Over deze -en nog veel meer- levensvragen hebben vele knappe koppen door de geschiedenis heen hun hoofd gebroken. Welke grote filosofen móet je kennen?

Onderdelen in deze les

.
Zes duizelingwekkende denkers

Slide 1 - Tekstslide

Deze lessenserie start a.d.h.v. de actualiteit.
Denkgesprek
Je gaat nadenken over een filosofische vraag: 

Hoe weet je zeker dat je je leven niet droomt?

Je hebt vast weleens een droom gehad die levensecht leek. Hoe kun je zeker weten dat je je eigen leven niet droomt? Misschien droom je nu wel dat je in een klaslokaal zit, in plaats van dat je er écht zit. Hoe kun je bewijzen dat dit geen droom is? Kan dat eigenlijk wel?

Een denkgesprek voeren doe je zo!
Lees de vraag en denk er voor jezelf over na. Deel vervolgens jouw ideeën in je groepje. Bespreek jullie ideeën en gedachtes. Al doende word je mondelinge taalvaardigheid groter. Zorgen jullie er samen voor dat iedereen aan het woord komt, zodat iedereen zijn/haar gedachtes en ideeën kan toelichten?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie

Na deze les:
  • weet ik wat filosofie is.
  • ken ik de ideeën van zes belangrijke filosofen.
  • kan ik de ideeën van de zes belangrijke filosofen plaatsen in  de tijd(geest).
Dit ga je leren
Woordenschat
Na deze les:
  • Na deze les begrijp ik de belangrijke woorden uit de tekst.
Taal
Na deze les:
  • kan ik zelf filosoferen over een aantal filosofische vragen.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Vragenmuur & Weetmuur 
Wat zou jij willen weten over filosofie? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 4 - Tekstslide

Eigen leervragen
De leerlingen formuleren eigen leervragen over het onderwerp. De vragen worden opgeschreven op een papiertje en op de vragenmuur geplakt. Zodra een vraag is beantwoord, wordt hij verplaatst naar de weetmuur.
Verdiepende tekst

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt geel. 
Arceer in ieder geval: 
  • de levensvraag
  • de filosofie
  • de filosoof
  • kritisch
  • aansporen
  • de reflectie
  • de verwondering
  • de logica
  • het streven (naar)
  • rechtvaardig
  • de humanist
  • een spiegel voor houden
  • de tolerantie
  • anoniem
  • uniek

Slide 5 - Tekstslide

Actualiteit
Lees samen met uw leerlingen het artikel. 
De leerlingen arceren de belangrijke woorden in de tekst.
Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga op zoek naar de betekenis van de woorden die jij had gearceerd. De hulpkaart kan je hierbij helpen. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
Sleep de filosoof naar het juiste tijdvak.
Socrates
Plato
Aristoteles
Erasmus
Spinoza
Arendt

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

.
Wat is filosofie volgens jou?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Welke van deze vragen is GEEN filosofische vraag?
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
A
Hoe leef je een goed leven?
B
Waarom is de pindakaas op?
C
Wat is de zin van het leven?
D
Wat is kennis?

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Waarom is 'Waarom is de pindakaas op?' geen filosofische vraag?
Heb jij het goed begrepen?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Wat betekent het om iemand te bestoken met kritische vragen? 
Als je iemand bestookt met kritische vragen dan...
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
A
stel je diegene een paar lastige vragen.
B
stel je diegene een heleboel lastige vragen.
C
stel je diegene een paar simpele vragen.
D
stel je diegene een heleboel simpele vragen.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Wat is het verschil tussen filosofen en andere mensen volgens Plato?
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
A
Andere mensen denken niet diep genoeg na, filosofen wel.
B
Andere mensen zitten vast in een grot, terwijl filosofen vastzitten in de Academie.
C
Filosofen weten het verschil tussen goed en slecht, andere mensen weten dat niet.
D
Filosofen zien als enige de wereld hoe die écht is, andere mensen zien alleen maar de reflecties van die dingen.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Waarom stelde Socrates mensen zoveel kritische vragen?
Heb jij het goed begrepen?
Dit bedacht Socrates meer dan 2000 jaar geleden. Is zijn advies nog steeds waardevol vandaag de dag? Waarom wel/niet?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke naam hoort waar?
is de leerling van 
ging naar de school van Plato.
Socrates
Plato
Aristoteles

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Wat is het doel van de mens volgens Aristoteles? 
Heb jij het goed begrepen?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Wat is een humanist?
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
A
Iemand die denkt dat je alleen een goed leven kunt leiden als je in God gelooft.
B
Iemand die denkt dat je ook een goed leven kunt leiden als je niet in God gelooft.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Waarom is het best gek dat Erasmus christelijk bleef? Leg uit.
Heb jij het goed begrepen?
Welke kritiek had Erasmus op de kerk?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

.
Denk jij dat wat je doet uit vrije wil is, of dat het al van te voren is bepaald? Waarom?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie schreef wat? Sleep de boektitel naar de juiste filosoof.
Plato
Spinoza
Aristoteles
Erasmus
Politeia
Ethica Nicomachea
Lof der zotheid
Ethica

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Waarom werd het boek van Spinoza verboden?
Heb jij het goed begrepen?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort waarbij?
koken en schoonmaken
dingen maken
alles wat je zegt en doet
werken
handelen
arbeid

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Inmiddels ben jij een échte expert op het gebied van filosofie. En nu? Zelf filosoferen maar! Draai hieronder aan het rad om te zien welke opdracht jouw groepje gaat doen. Of bedenken jullie nog een andere filosofische opdracht waarover je graag in gesprek gaat?

Slide 24 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Filosoferen maar!
Is het altijd verkeerd om te liegen? 
Stel je voor dat je een boef ziet wegrennen uit een
huis. De politie zit achter hem aan. De boef vraagt je waar hij zich het best kan verstoppen. Jij speelt regelmatig verstoppertje in jouw buurt en weet de perfécte verstopplek. Wat zeg je tegen de boef? In welke gevallen mag je wel en niet liegen? Waarom? 
Stel je hebt een oud schip dat Theseus
heet. Het schip slijt en over de jaren vervang je plankje voor plankje het schip. Zou je als je één plankje hebt vervangen zeggen dat het hetzelfde schip is? Ja? En wat nu als er twee plankjes zijn vervangen? Nog steeds? Maar wat nu als over honderd jaar alle plankjes zijn vervangen? Is het dan nog hetzelfde schip? Waarom wel of niet? En stel nu dat iemand van alle oude plankjes het
oude schip heeft nagebouwd, heb je dan
twee schepen van Theseus? 
Stel je voor er bestaat een machine die je alles kan laten ervaren wat je wilt. Alles! Bijvoorbeeld dat je de hele dag mag gamen in plaats van dat je naar school moet. Ook heb je een butler die je zo af en toe chips en limonade komt brengen als je op een knopje drukt. Klinkt perfect, toch? Maar als jij liever ervaart dat je kan vliegen op eenhoorns, dan regelt de machine dat. Alles kan. Zodra je in de machine stapt, vergeet je dat je in de machine bent gestapt en denk je dat alles echt is. Maar... dat is niet zo! Je vrienden, je ouders, alles wat er wordt gezegd en gedaan en waarvan jij denkt en gelooft dat het echt is, gebeurt alleen in jouw hoofd. Het is een soort droom. Zou jij in die machine
stappen? Waarom wel of niet?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vragen klassikaal.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie


  • Ik weet wat filosofie is.
  • Ik ken de ideeën van zes belangrijke filosofen.
  • Ik kan de ideeën van de zes belangrijke filosofen plaatsen in  de tijd(geest).
Terugkoppeling lesdoelen
Woordenschat

  • Ik begrijp de belangrijke woorden uit de tekst.
Taal

  • Ik kan zelf filosoferen over een aantal filosofische vragen.

Schrijf je in je projectschrift op wat jij hebt geleerd over het onderwerp.

Slide 27 - Tekstslide

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?
Vragenmuur & Weetmuur
  • Welke vragen zijn al beantwoord? Verplaats deze naar de weetmuur. 
  • Op welke vragen hoop je de volgende les antwoord te krijgen? 
  • Zijn er tijdens deze les nieuwe vragen in je opgekomen?

Slide 28 - Tekstslide

Vragenmuur & weetmuur
Bekijk samen met de leerlingen de vragenmuur. Zijn er al vragen beantwoord? Verplaats die vragen naar de weetmuur. Zijn er tijdens deze les nieuwe vragen ontstaan?
Tot de volgende keer!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies