5H 9.6 DNA technieken

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
A

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNA
Oriëntatie
9.1 DNA
9.2 DNA-replicatie
9.3 Eiwitsynthese
9.4 Genexpressie
9.5 Mutaties
9.6 DNA-technieken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 9.6
  • Je kunt uitleggen hoe DNA-analyse werkt en de toepassingen daarvan beschrijven.
  • Je kunt verschillende DNA-technieken en toepassingen van biotechnologie beschrijven. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sequencen
  • DNA-analyse methode --> genoom in kaart brengen

  • Bepalen van de volgorde van de nucleotiden

PCR (polymerase chain reaction) --> stukje DNA in een machine kopiëren. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNA-analyse
Onderzoek:
  • Verwantschap
  • Risico ontwikkeling op/mogelijk voorkomen van bepaalde geestelijke/lichamelijke ziektes
  • DNA-profiel misdrijven

Slide 9 - Tekstslide

Omdat DNA muteert met een 'constante' snelheid kan gekeken worden naar verwantschap.--> hoe meer verschil, hoe langer geleden. 

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Klassieke biotechnologie 
Gebruik van traditionele technieken
  • gist (schimmel) voor brood, bier, wijn
  • bacteriën voor kaas, yoghurt 

Kunstmatige selectie: veredeling
* kruisen van organismen met gunstige eigenschappen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken: opdracht 51 (blz 112)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moderne biotechnologie
- Klonen (vanaf 1980 'Dolly')
- Genetische manipulatie
    > Recombinant DNA-techniek
        Zalm (groei), Muis (oor)
    > Organen kweken 
        aap met varkenshart, kweekvlees
    > Gentherapie
        CRISPR-CAS9

Voor- en nadelen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische modificatie



  • = Eigenschappen van organismen wijzigen.
  • Recombinant-DNA-techniek = nieuwe erfelijke informatie aanbrengen in het DNA van een ander organisme.
  • Het maken van een transgeen organisme: gen van een organisme van een andere soort inbrengen.
  • GGO = genetisch gemodificeerd organisme

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recombinant DNA-techniek
met bacteriën
Bacteriën die een recombinant-DNA-plasmide opnemen, gaan delen en specifieke eiwitten maken zoals insuline.

Doordat bacteriën zich daarna gaan delen ontstaan er nakomelingen met recombinant-DNA-plasmiden. 
BiNaS 71m1

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recombinant-DNA technieken
Recombinant-DNA-technieken: DNA overbrengen van de ene naar de andere soort.
--> bacteriën krijgen gen ingebracht dat verantwoordelijk is voor de productie van insuline --> maken daardoor insuline voor medicijn suikerziekte (diabetes).






Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische modificatie
met virussen
Virussen gebruiken 
altijd gastheercellen 
voor de voortplanting.

Het enzym dat virussen 
gebruiken voor het 
synthetiseren van DNA uit 
hun RNA gebruiken 
mensen voor genetische modificatie.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Hechting virus aan receptoreiwitten op celmembraan van gastheercel. 
  2. Endocytose.
  3. Vorming DNA uit virus-RNA m.b.v. enzym (tegenovergestelde van transcriptie).
  4. Celkern --> vorming virus-mRNA, translatie en vorming virusbestanddelen.
  5. Samenvoeging van virusbestanddelen en vrijkomen van virusdeeltjes.
  6. Exocytose
Virus = eiwitomhulsel met RNA/DNA

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische modificatie met virussen
 1. mRNA uit het cytoplasma van eukaryoten wordt geïsoleerd uit cellen die het gewenste eiwit maken.
2. M.b.v. het virusenzym wordt uit mRNA enkelstrengs DNA gevormd.
3. M.b.v. DNA-polymerase wordt een dubbele DNA streng gemaakt = copy DNA (cDNA) --> bevat alleen het gewenste gen. 
4. cDNA wordt ingebracht in een bacterie of virus. 
5. Replicatie (virus moet wel eerst worden ingebouwd in een gastheercel)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische modificatie Nadelen
Doordat genetische modificatie zo’n jonge wetenschap is, is er weinig bekend over lange termijn effecten.
  • Gevolgen voor biodiversiteit?
  • Risico op pandemie groter? 
  • Er kan iets mis zijn met de techniek, is het onomkeerbaar? 
  • Gaat men dodelijke virussen kweken en inzetten bij oorlog? 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Lezen 9.6
Maken opdracht 51 t/m 58
+ begrippenlijst maken





Herhalen en/of extra oefenen

Biologiepagina.nl


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 9.6
  • Je kunt uitleggen hoe DNA-analyse werkt en de toepassingen daarvan beschrijven.
  • Je kunt verschillende DNA-technieken en toepassingen van biotechnologie beschrijven. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies