Ga in tweetal een een formeel gesprek uitschrijven. een is de begeleider en de ander een cliënt.
De volgende punten moeten moeten minimaal 1 keer in het gesprek voorkomen:
zin waar je contact legt, zin waar je de verbinding opzoekt, open vraag, gesloten vraag, indirecte vraag, suggestieve vraag, vervolgvraag, zin om af te ronden, zin om afscheid te nemen
Zoek eerst alle termen op voordat je het gesprek gaat uitschrijven. Gebruik hierbij het boek: Communicatie thema 2.5: Alledaagse gesprekken voeren.
je krijgt hier 15 min de tijd voor. Bespreek een aantal uitgeschreven teksten.