Les 7 Luisteren en luisterhouding

Thema  Luisteren
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema  Luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Welk cijfer geef jij jezelf
m.b.t. luisteren?

Slide 2 - Woordweb

Luisteren: belangrijkste communicatieve activiteit

Op school leer je lezen, schrijven en ook spreken krijgt aandacht. Het zou niet vreemd zijn, als het leren luisteren op scholen een van de belangrijkste onderdelen in het lesprogramma was. Maar dat is niet de realiteit. 

Luisteren is het meest verwaarsloosde onderdeel van de communicatie. 

Kennelijk gaat men ervan uit dat je wel kunt luisteren.

Slide 3 - Tekstslide

Luisteren of horen?
Voor horen gebruik je alleen je oren, voor luisteren gebruik je al je zintuigen.

Luisteren is het bewust en doelgericht waarnemen, begrijpen, selecteren en verwerken van informatie.

Slide 4 - Tekstslide

Je hebt een onjuiste luisterhouding als je...
  • onderuitgezakt in je stoel hangt
  • gaapt en je uitrekt
  • voortdurend met je ogen afdwaalt
  • ongeduldig kijkt
  • aan sieraden zit te friemelen
  • onder tafel met je telefoon bezig bent
  • met je pen op een papiertje krast of tekent
  • met je potlood op iets tikt
  • naar de tv zit te kijken tijdens een gesprek
  • je armen over elkaar slaat
  • met je handen in je zij gaat staan

Slide 5 - Tekstslide

Slechte luisterhouding
Uit een slechte luisterhouding spreekt weinig interesse voor wat de ander zegt. Misschien heb je de interesse wél, maar op deze manier luisteren komt over als desinteresse.

Precies die desinteresse merkt de spreker op. Een onjuiste luisterhouding werkt blokkerend en zal de spreker remmen in zijn praten.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Vormen van niet-luisteren
  1.  Onverschillig luisteren
  2. Ongeïntresseerd luisteren
  3. Passief luisteren
  4. Ongeduldig luisteren
  5. Oordelend luisteren
  6. Bevooroordeeld luisteren
  7. Verdedigend luisteren
  8. Ik-gericht luisteren
  9. Te selectief luisteren

Slide 8 - Tekstslide

Onverschillig luisteren

Als je onverschillig luistert, doe je geen moeite je te verdiepen in de ander.
Ongeïntresseerd luisteren

Saïd: "Heb je die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Maria: "Opdracht? Voor welk vak?"

Slide 9 - Tekstslide

Passief luisteren

Saïd: "Heb jij die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Kyra: "Ja, heb ik gemaakt. Hij moest af voor vandaag hé?"
Ongeduldig luisteren

Saïd: "Heb jij die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Kyra: "Ja, logisch wel"

Slide 10 - Tekstslide

Oordelend luisteren:
Bevooroordeeld luisteren

Saïd: "Heb jij die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Carmen: "Hm, zo moeilijk vond ik de opdracht niet. Maar dat jij die opdracht moeilijk vond, snap ik wel. Ik bedoel: met jouw achtergrond is de hele opleiding moeilijk".


Oordelend luisteren:
Verdedigend luisteren

Saïd: "Heb jij die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Imca: "Hoezo vertel je dit aan mij? Denk je soms dat ik 'm ook moeilijk vond? Nou echt niet. En trouwens, als dat wel zo was, dan ging het je geen reet aan".

Slide 11 - Tekstslide

Te selectief luisteren

Saïd: "Heb jij die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Bern: "Vind je Nederlands moeilijk? Goh, ik denk dat niemand dat had verwacht van jou".
Ik-gericht luisteren

Saïd: "Heb jij die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Tina: "Moeilijk? Joh, dit was nog niks. Op mijn vorige opleiding, daar kregen we pas moeilijke opdrachten. Ik heb daar wel eens meegemaakt dat ik..."

Slide 12 - Tekstslide