1K1 Hoofdstuk 3 Taalverzorging herhaling

Welkom bij Nederlands !
Wie is er in de les?
Aanwezigheid som.
Opdracht flyer ingeleverd?

Je hebt nodig:
Chromebook
Boek Nieuw Nederlands H3
timer
5:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands !
Wie is er in de les?
Aanwezigheid som.
Opdracht flyer ingeleverd?

Je hebt nodig:
Chromebook
Boek Nieuw Nederlands H3
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
Hoofdstuk 3 Nieuw Nederlands: Taalverzorging 
Herkennen aan: blauwe gedeelte boek.
Digitaal: via som/leermiddelen/ nederlands

Herhaling: onderwerp zin, lidwoorden en zelfstandig naamw.
Oefenen in LessonUp (quiz) met de hele klas.
Oefenen in digitale methode (alleen vanmiddag na de lessen).

Slide 2 - Tekstslide

Toets: dinsdag 26 januari 
H3 - Taalverzorging (boek paarse gedeelte)
Digitale methode: H3 Taalverzorging

Wat moet je kunnen?
-je kunt het onderwerp in een zin vinden.
-je weet wat lidwoorden en zelfstandig naamwoorden zijn.
-je kunt de tegenwoordige tijd van de persoonsvorm spellen.


timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert over de tegenwoordige tijd van de persoonsvorm.

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm

Slide 5 - Tekstslide

Persoonsvorm
De persoonsvorm vind je door:

- een vraagzin te maken;
-de zin in een andere tijd te veranderen.


We gaan oefenen met een quiz via LessonUp. Doe maar mee.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Onderwerp
Het onderwerp vind je zo:

1. zoek de persoonsvorm
2. wie of wat + persoonsvorm


We gaan oefenen met een quiz via LessonUp. Doe maar mee.

Slide 8 - Tekstslide

Met het suikerfeest vieren we het einde van de ramadan.

Slide 9 - Open vraag

De cipier doofde de lichten van de cellen. Wat is het onderwerp?

Slide 10 - Open vraag

Dat kan verschillende bijwerkingen veroorzaken? Wat is het onderwerp?

Slide 11 - Open vraag

Lidwoord
  • de
  • het
  • een
    horen altijd bij een zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke woorden zijn zelfstandig naamwoorden?
A
blauwe, fiets, het
B
meneer, Drost, oranje
C
zaterdag, auto, een
D
snufje, kastanje, step

Slide 14 - Quizvraag

Uitleg: persoonvorm t.t.
Zo schrijf je de persoonsvorm tegenwoordige tijd:
ik- vorm: stam van het werkwoord (hele w.w. -en)
jij/hij/zij: ik-vorm + t
wij/jullie: hele w.w.

werken: ik werk - hij werkt- wij werken
kussen: ik kus - hij kust - wij kussen

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Maken via: som/leermiddelen/nederlands
H3 - Taalverzorging spelling

Opdracht 1, 2 en 3 
Vandaag af hebben voor 17.00 uur (anders vanmiddag na de lessen verder werken)
timer
8:00

Slide 16 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 17 - Tekstslide