1K Hoofdstuk 3 Taalverzorging spelling persoonsvorm tt

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij Nederlands !
Wie is er in de les?
Aanwezigheid som.
Opdracht flyer ingeleverd?

Je hebt nodig:
Chromebook
Mobiel (als ik het zeg) voor LessonUp
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesopbouw
Hoofdstuk 3 Nieuw Nederlands: Taalverzorging 
Herkennen aan: blauwe gedeelte boek.
Digitaal: via som/leermiddelen/ nederlands

Herhaling: onderwerp zin, lidwoorden en zelfstandig naamw.
Oefenen in LessonUp (quiz) met de hele klas.
Oefenen in digitale methode (alleen vanmiddag na de lessen).

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert over de tegenwoordige tijd van de persoonsvorm.

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm

Slide 5 - Tekstslide

Persoonsvorm
De persoonsvorm vind je door:

- een vraagzin te maken;
-de zin in een andere tijd te veranderen.


We gaan oefenen met een quiz via LessonUp. Doe maar mee.

Slide 6 - Tekstslide

De cipier doofde de lichten van de cellen. Wat is de pv?

Slide 7 - Open vraag

Alleen op zaterdag eten we friet.
Wat is de pv?

Slide 8 - Open vraag

Dat kan verschillende bijwerkingen veroorzaken. Wat is de pv?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Onderwerp
Het onderwerp vind je zo:

1. zoek de persoonsvorm
2. wie of wat + persoonsvorm


We gaan oefenen met een quiz via LessonUp. Doe maar mee.

Slide 11 - Tekstslide

Judith heeft kaartjes besteld voor het muziekfestival.
Wat is het onderwerp?

Slide 12 - Open vraag

Met het suikerfeest vieren we het einde van de ramadan.

Slide 13 - Open vraag

De cipier doofde de lichten van de cellen. Wat is het onderwerp?

Slide 14 - Open vraag

Dat kan verschillende bijwerkingen veroorzaken? Wat is het onderwerp?

Slide 15 - Open vraag

Lidwoord
  • de
  • het
  • een
    horen altijd bij een zelfstandig naamwoord

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welke woorden zijn zelfstandig naamwoorden?
A
blauwe, fiets, het
B
meneer, Drost, oranje
C
zaterdag, auto, een
D
snufje, kastanje, step

Slide 18 - Quizvraag

De trein van Eindhoven naar Maastricht is de laatste tijd vaak vertraagd. De =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
andere woordsoort

Slide 19 - Quizvraag

De trein van Eindhoven naar Maastricht is de laatste tijd vaak vertraagd. Eindhoven =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
andere woordsoort

Slide 20 - Quizvraag

Paddenstoelen kunnen erg giftige stoffen verspreiden. Zelfstandig naamwoorden zijn?
A
erg, stoffen
B
Paddenstoelen, kunnen
C
kunnen verspreiden
D
Paddenstoelen, stoffen

Slide 21 - Quizvraag

Nieuwe uitleg
We kijken een fragment:
persoonsvorm tegenwoordige tijd


Theorie: nalezen boek blz. 84 (groene gedeelte blz.)

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Maken via: som/leermiddelen/nederlands
H3 - Taalverzorging spelling

Opdracht 1, 2 en 3 
Vandaag af hebben voor 17.00 uur (anders vanmiddag na de lessen verder werken)
timer
8:00

Slide 23 - Tekstslide

Toets: volgende week
H3 - Taalverzorging (boek paarse gedeelte)
Digitale methode: H3 Taalverzorging

Wat moet je kunnen?
-je kunt het onderwerp in een zin vinden.
-je weet wat lidwoorden en zelfstandig naamwoorden zijn.
-je kunt de tegenwoordige tijd van de persoonsvorm spellen.


timer
8:00

Slide 24 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 25 - Tekstslide