Basiskennis Thuisles: Methodisch werken bij het meten van de vitale functies

Basiskennis (t)huiswerk
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begeleiden bij de ADLBeroepsopleidingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basiskennis (t)huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen voorbereiding (niveau 1 en 2)
Methodisch werken
  • Je benoemt op welke manieren je gegevens kunt verzamelen over de vitale functies (1).
  • Je benoemt hoe je gegevens op de juiste manier registreert (1).
  • Je legt uit hoe je observaties met de zorgvrager en naastbetrokkenen bespreekt (2).
  • Je benoemt factoren die iets zeggen over de gezondheidstoestand van de zorgvrager (1).
  • Je legt uit welke maatregelen je kunt nemen bij afwijkingen in de vitale functies (2)
  • Je benoemt indicaties voor het meten van de vitale functies (1).
  • Je legt en hoe je verschillende observaties verricht bij zorgvragers met astma of COPD (2).

Slide 2 - Tekstslide

Methodisch werken
  1. Open in ZorgPad Leerpad 10 Vitale functies (thema Persoonlijke zorg)
  2. Lees thema 10.6 Methodisch werken

Slide 3 - Tekstslide

Benoem tenminste 3 indicaties voor het meten van de vitale functies .

Slide 4 - Open vraag

Noem tenminste 5 manieren waarop je gegevens kunt verzamelen over de vitale functies

Slide 5 - Open vraag

Benoem tenminste 3 factoren die iets zeggen over de gezondheidstoestand van de zorgvrager

Slide 6 - Open vraag

Benoem hoe je de gegevens van de vitale functies op de juiste manier registreert

Slide 7 - Open vraag

Leg uit: Hoe zou jij observaties met de zorgvrager en naastbetrokkenen bespreken?

Slide 8 - Open vraag

Welke observaties doe je bij zorgvragers met astma of COPD ?

Slide 9 - Open vraag

Welke maatregelen kun je nemen bij afwijkingen in de vitale functies?

Slide 10 - Open vraag

Gefeliciteerd, je bent klaar!
Tijdens de les werken we aan de volgende leerdoelen:
  • Je meet en interpreteert de vitale functies van een zorgvrager en onderneemt de juiste actie bij afwijkende waarden (3).
  • Je gaat bij het bewaken van de vitale functies zorgvuldig om met de eigenheid en privacy van de zorgvrager (3).
  • Je registreert de gegevens op de juiste manier(3).
  • Je bespreekt de observaties met de zorgvrager en naastbetrokkenen (3)
  • Je verricht verschillende observaties bij zorgvragers met astma of COPD (3).

Slide 11 - Tekstslide