V5 paragraaf 3.2 Hazard management

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Natuurlijke gevaren westkust Zuid-Amerika

Slide 2 - Woordweb

Waardoor zijn er veel minder natuurlijke gevaren aan de oostkust van Zuid-Amerika?

Slide 3 - Open vraag

Subductie is?
A
Het duiken van een continentale plaat onder een oceanische plaat
B
Het duiken van een oceanische plaat onder een continentale plaat
C
Twee oceanische platen die botsen
D
Twee continentale platen botsen

Slide 4 - Quizvraag

De verliezen aan mensenlevens door natuurrampen zijn veel groter in ontwikkelingslanden dan in rijke landen.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Geef twee oorzaken hiervoor.

Slide 6 - Open vraag

Risico = ..... x ..... x .....
Welke 3 factoren worden bedoeld?

Slide 7 - Open vraag

Wat is risicoperceptie?
A
Een plan om een ramp te voorkomen
B
Een plan om de gevolgen van de ramp te beperken
C
De inschatting van mensen op een ramp
D
De evacuatie van mensen na een ramp

Slide 8 - Quizvraag

Hazard management is het beleid om
A
Natuurrampen als geheel te voorkomen
B
Natuurrampen te voorspellen
C
Schade van natuurrampen te beperken of te voorkomen

Slide 9 - Quizvraag

Welke twee landen scoren hoog op het verminderen van de risico's op rampen?
A
Argentinië en Chili
B
Bolivia en Colombia
C
Brazilië en Ecuador
D
Peru en Suriname

Slide 10 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van hazard management?

A
het nemen van bouwtechnische maatregelen
B
opstellen van een rampenplan
C
de aanleg van waarschuwingssystemen
D
het aanbieden van hulp na een natuurramp

Slide 11 - Quizvraag

Stelling 1: met hazard management kun je een aardbeving voorkomen.

Stelling 2: met hazard management kan je de schade beperken.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
Alleen stelling 1 is juist
D
Alleen stelling 2 is juist

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag:
Maken: paragraaf. 3.2 opdracht 1 t/m 6

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide