Kan dat niet goedkoper?

Kan dat niet goedkoper? 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kan dat niet goedkoper? 

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze 2 lessen
  • Oefenen in voorspellen waar de alinea's over gaan. 
  •  Oefenen in verschil feit en mening
  • Oefenen met details over prijzen uit de tekst halen
  • Het oefenen in tekenen van plattegronden

Slide 2 - Tekstslide

We lezen samen de tekst
  • Eerst modelt de leerkracht een stukje
  • Daarna gaan jullie aan de slag met modelen: Na elk stukje stop je even: wat gebeurt er in de zin, wat valt je al op uit de zin? Een modelzin begint met; ik + een werkwoord. Bijv. Ik denk dat......... , 
  • Onderstreep de moeilijke woorden, deze bespreken we samen.

Slide 3 - Tekstslide

Lees de titel en de inleiding. Wat kun je al zeggen over het huis van Mark en David?
A
Marc en David hoeven niet veel meer te klussen.
B
Mark en David hebben teveel betaald voor het huis.
C
Marc en David moeten nog veel klussen.
D
Mark en David hebben een mooi huis gekocht.

Slide 4 - Quizvraag

Wat komt er allemaal kijken bij verhuizen?

Slide 5 - Woordweb

Lees vanaf: Pff, Mark....... laat het totaal zien aan David. Noteer 3 feiten en 3 meningen.

Slide 6 - Open vraag

Bekijk de tekst naast het grote plaatje. Waar denk je dat deze alinea over gaat?

Slide 7 - Open vraag

Welke beroepen ontdek jij in deze tekst allemaal?

Slide 8 - Woordweb

Welke gevoelens herken je in deze tekst bij Mark en David? (het zijn er meerdere)

Slide 9 - Woordweb

2e les
  • We lezen de tekst nog een keer. Let nu goed op de bedragen die genoemd worden en waar deze bedragen aan uitgegeven worden.
  • We maken opdracht A.  Tip: werk op rekenpapier en maak een duidelijk overzicht.  
  • We maken opdracht B en C. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de bedoeling van de schrijver met deze tekst?

Slide 11 - Open vraag

Welke talenten heb jij ingezet om deze tekst goed te begrijpen en de opdrachten te kunnen maken?

Slide 12 - Woordweb