Les 7 Financieel Thema kleine budgetten

Week 7: kleine budgetten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Thema FinancieelMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 129 min

Onderdelen in deze les

Week 7: kleine budgetten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem alle woorden die je
je herinnert van vorige week:

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er op een factuur
A
Bedrijfsnaam, Rekeningnummer
B
vervaldatum,debiteuren-nummer, factuurnummer
C
Bedrag, btw, NAW gegevens
D
a, b en c

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moet je facturen nummeren? Zoja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn crediteuren? Aan welke kant van de balans staan ze?

Slide 5 - Open vraag

Crediteuren zijn de personen van wie je facturen ontvangt en die je moet betalen.

De crediteurenadministratie is uit meerdere onderdelen opgebouwd. De factuur is het belangrijkste component. Deze is belangrijk om duidelijk inzichtelijk te maken om welk bedrag het gaat, waarvoor de kosten zijn gemaakt (dienst/product) en wanneer er betaald moet worden.
 Les 7: Budget en Begroting: hoe houd je je kasboek bij?
Mevrouw Jonkers geeft hier ook best veel uitleg over, vraag de studenten wat ze bij mevrouw Jonkers hebben geleerd hierover (gesprek aangaan)

Slide 6 - Tekstslide

Mevrouw Jonkers geeft hier ook best veel uitleg over, vraag de studenten wat ze bij mevrouw Jonkers hebben geleerd hierover (gesprek aangaan)
Wat gaan we doen?

week 7: kleine budgetten
week 8:  workshop gegevens invoeren
week 9: inhalen
week 10: inhalen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen: wat ga je leren?
- Begrijpen wat een budget is. 
- Het belang van een begroting begrijpen. 
- Het verschil tussen geschatte en werkelijke kosten begrijpen. 
- Het concept van tekorten en overschotten begrijpen. 
- Hoe je een kasboek bijhoudt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze dia introduceert de belangrijkste leerdoelen van de les. Herhaal deze leerdoelen aan het eind van de les om te controleren of de studenten ze hebben begrepen.
Kleine budgetten:
Budget, begroting, geschatte en werkelijke kosten, tekorten of overschotten, kasboek; al deze begrippen kun je tegenkomen als je aan de slag gaat met het beheren van kleine budgetten. Het is zaak om goed te begrijpen wat deze begrippen inhouden en hoe je daar in overzichten en Exceldocumenten mee aan de slag gaat.   

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al over budgetten en begrotingen?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Schrijf op na dit filmpje
Wat is een budget? en wat is een begroting?

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf op na dit filmpje
Wat is een budget? en wat is een begroting?

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een budget?
Een budget is de hoeveelheid geld die je hebt voor een bepaalde periode.
"Mijn budget voor de vakantie is 800 euro" betekent dat ik voor mijn vakantie 800 euro heb (en dus niet meer)

Slide 15 - Tekstslide

Introduceer het concept van een budget en leg uit waarom het belangrijk is om er een te hebben.
Een budget is een financieel plan dat specifieke uitgaven en inkomsten voor een bepaalde periode vaststelt. Het wordt vaak gebruikt door mensen en bedrijven om hun uitgaven te plannen en ervoor te zorgen dat ze niet meer geld uitgeven dan ze verdienen. Een budget kan maandelijks, jaarlijks of voor een andere tijdsperiode worden opgesteld en kan specifieke doelen bevatten, zoals besparingen of aflossing van schulden.
Wat is een begroting?
Een begroting is een overzicht van wat je gaat doen met je budget. een overzicht van je inkomsten en uitgaven

Dus als je met vakantie gaat van die 800 euro (inkomsten):
200 euro uitgave aan camping
200 euro uitgave aan reis
250 euro uitgave aan eten en drinken
150 euro uitgave aan extraatjes zoals souvenirs, uitstapjes etc

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit wat een begroting is en geef een voorbeeld van een bedrijfsbegroting.

Een begroting is een meer formele financiële planningstool die wordt gebruikt door overheden en organisaties om hun inkomsten en uitgaven voor een bepaalde periode te plannen. Het bevat vaak verschillende onderdelen, zoals operationele uitgaven, investeringen en inkomstenbronnen, en wordt gebruikt om strategische beslissingen te nemen over hoe middelen het best kunnen worden toegewezen. Een begroting kan ook politieke of juridische implicaties hebben, afhankelijk van de instelling waarvoor het wordt opgesteld.
Verschillen budget en begroting?
Een budget en een begroting zijn twee termen die vaak door elkaar worden gebruikt, maar ze hebben wel verschillende betekenissen.

Een begroting is gericht op het in kaart brengen van de te verwachten inkomsten en uitgaven. Een budget maakt inzichtelijk hoeveel geld er voor een specifieke periode beschikbaar is voor een specifieke taak of afdeling van het bedrijf.

Slide 17 - Tekstslide

Leg het belangrijkste verschil uit tussen een budget en een begroting en geef een voorbeeld van hoe ze allebei worden gebruikt in verschillende situaties.
Geschatte vs werkelijke kosten
Geschatte kosten zijn de verwachte kosten in de begroting (vooraf). Werkelijke kosten zijn de daadwerkelijke kosten die zijn gemaakt (achteraf).

Slide 18 - Tekstslide

Bespreek het verschil tussen geschatte en werkelijke kosten. Gebruik voorbeelden om dit duidelijk te maken.
Tekorten en overschotten
Een tekort treedt op wanneer de werkelijke kosten hoger zijn dan de geschatte kosten. Een overschot treedt op wanneer de werkelijke kosten lager zijn dan de geschatte kosten.

Wanneer weet je dit?

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit wat tekorten en overschotten zijn en waarom het belangrijk is om ze te begrijpen.
Hoe houd je een kasboek bij?
Een kasboek is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven. Houd het bij door elke transactie (uitgaven of inkomsten) te noteren en ervoor te zorgen dat het klopt met je werkelijke bankafschriften.
Zoek in de appstore of playstore een paar apps waar je je kasboek kan bijhouden? Bespreek voor en nadelen

Slide 20 - Tekstslide

gekko administratie
Fleur
Financieel
Dyme is bespaar en budget app
Oh mijn geld
easy kas en MOnefy

 Bespreek het belang van nauwkeurigheid en consistentie.
Tips voor het bijhouden van een budget
- Houd je uitgaven bij in een app
- Wees realistisch over je inkomsten en uitgaven. 
- Maak een begroting en houd je eraan. 
- Gebruik contant geld in plaats van een creditcard. 
- Vermijd impulsieve aankopen.

Waar zit het grootste probleem denk je?

Slide 21 - Tekstslide

Geef enkele nuttige tips aan studenten om hen te helpen hun budgetten beter bij te houden.
Oefening: maak je eigen begroting en kasboek
Laat de studenten een eigen begroting en kasboek maken. Geef ze een voorbeeldscenario en laat ze hun eigen begroting en kasboek maken.

Slide 22 - Tekstslide

Geef de studenten de nodige materialen en laat ze in groepen of individueel werken. Loop rond en beantwoord eventuele vragen die ze hebben.
Opdrachten les 7 uitdelen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 26 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies