T3L5 Boekhoudkundige verplichtingen

T3L5 BOEKHOUDKUNDIGE VERPLICHTINGEN
3B&O - BOEKHOUDEN
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BoekhoudenSecundair onderwijs

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

T3L5 BOEKHOUDKUNDIGE VERPLICHTINGEN
3B&O - BOEKHOUDEN

Slide 1 - Tekstslide

LEVEL 5
Welke wettelijke verplichtingen zijn er voor de boekhouding?

Slide 2 - Tekstslide

VORIGE LES 
Uit welke onderdelen bestaat een jaarrekening?
  • Balans
  • Resultatenrekening
  • Toelichting
  • Sociale balans

Slide 3 - Tekstslide

VORIGE LES 
Welk model van de jaarrekening moet een onderneming neerleggen volgens de boekhoudwetgeving? 
  • Volledig model - Grote/beursgenoteerde vennootschap 
  • Verkort model - Kleine vennootschap 
  • Micro model - Micro vennootschap

Slide 4 - Tekstslide

VORIGE LES 
Drempelwaarden kleine en grote vennootschap
  • personeelsbestand: 50 VTE (voltijdse equivalenten),
  • omzet excl. btw: 9 000 000,00 euro,
  • balanstotaal: 4 500 000,00 euro.

       Grote vennootschap als ze 2 of 3 drempelwaarden overschrijdt
       Kleine vennootschap als ze maximaal 1 drempelwaarde overschrijdt



Slide 5 - Tekstslide

VORIGE LES 
Drempelwaarden micro vennootschap
  • personeelsbestand: 10 VTE,
  • omzet excl. btw: 700 000,00 euro, 
  • balanstotaal: 350 000,00 euro.

      Een microvennootschap mag geen drempelwaarden overschrijden

Slide 6 - Tekstslide

VORIGE LES 
Welke boekhouding moet een onderneming voeren?
  • Vereenvoudigde boekhouding
  • Dubbele boekhouding

     Afhankelijk van ondernemingsvorm en grootte omzet

Slide 7 - Tekstslide

DEZE LES
  • Welke verrichtingen vinden er plaats in een onderneming?
  • Op welke basis worden de verrichtingen geregistreerd in de boekhouding?
  • Wat zijn vormvereisten aan en de bewaringstermijnen van de boekhouding?

Slide 8 - Tekstslide

DEZE LES
Welke verrichtingen vinden er plaats in een onderneming?
  • Je kan kan de belangrijkste administratieve verrichtingen in een  onderneming benoemen en uitleggen

Slide 9 - Tekstslide

DEZE LES
De verrichtingen die in een onderneming plaatsvinden, kun je in vier categorieën indelen:
 — commerciële verrichtingen,
— financiële verrichtingen,
— investeringen,
— diverse verrichtingen.

Slide 10 - Tekstslide

DEZE LES
Welke verrichtingen vinden er plaats in een onderneming?
🔍   Waar? - Thema 3 - Level 3 - Explore 4 - pagina 105
⁉️   Wat? - Combineer de beschrijving van de verrichting (1/2/3/4) met de                  definitie van de verrichting (A/B/C/D)
👥   Wie? - Met je buur
⏰   Tijd? - 5 minuten

Slide 11 - Tekstslide

DEZE LES
Welke verrichtingen vinden er plaats in een onderneming?
  • Commerciële verrichting: De aan en verkoop van goederen en of diensten staan centraal. Verrichtingen die te maken hebben met de commerciële activiteiten.
  • Financiële verrichting: Heeft betrekking op betalingen die gedaan en ontvangen moeten worden. In- en uitstroom van geld via de kas of bankrekening.

Slide 12 - Tekstslide

DEZE LES
Welke verrichtingen vinden er plaats in een onderneming?
  • Investeringen: Dit is meestal geld dat gaat naar dure goederen waarvan wordt verwacht dat ze lang in de onderneming zullen blijven.  
  • Diverse verrichting: Verrichtingen die niet passen binnen de bovenstaande definities zoals afschrijvingstabellen, loondocumenten enzovoort.  

Slide 13 - Tekstslide

DEZE LES
Op welke basis worden de verrichtingen geregistreerd in de boekhouding?
  • Je kan een boekhoudkundige verrichting linken aan het juiste verantwoordingstuk

Slide 14 - Tekstslide

DEZE LES
Op welke basis worden de verrichtingen geregistreerd in de boekhouding?
🔍 Waar? - Thema 3 - Level 3 - Explore 5 - pagina 106
⁉️  Wat? -  Noteer op basis van welk verantwoordingstuk de beschreven boekhoudkundige                                   verrichting moet geregistreerd worden.
                  - Je mag ook het document 'INTRO BOEKHOUDKUNDIGE DOCUMENTEN' gebruiken die                          in jouw planner staat. 
                  - 🚨 Het veranwtoordingstuk van de laatste verrichting staat er niet tussen.
👥   Wie? - Met je buur
⏰   Tijd? - 5 minuten

Slide 15 - Tekstslide

DEZE LES
Wat zijn vormvereisten aan en de bewaringstermijnen van de boekhouding?

Slide 16 - Tekstslide

DEZE LES
Wat zijn vormvereisten aan en de bewaringstermijnen van de boekhouding?
🔍 Waar? - Thema 3 - Level 3 - Explore 6 - pagina 106
⁉️  Wat? -  We gaan klassikaal op basis van een document vragen oplossen.
👥   Wie? - Klassikaal


Slide 17 - Tekstslide

DEZE LES
a De boekhouding moet alle gegevens bevatten die nodig zijn voor de fiscale verplichtingen en de controle ervan. Over welke verplichtingen gaat het?

Slide 18 - Tekstslide

DEZE LES
a De boekhouding moet alle gegevens bevatten die nodig zijn voor de fiscale verplichtingen en de controle ervan. Over welke verplichtingen gaat het?

  • Eenmanszaak: personenbelasting - progressief
  • Vennootschap: vennootschapsbelasting - vast tarief

Slide 19 - Tekstslide

DEZE LES
d Op welke manier kan een correctie gebeuren in:
ƒ 
  • een geschreven boekhouding?

Slide 20 - Tekstslide

Uit welke 4 delen bestaat een jaarrekening?
A
Balans, resultatenrekening, toelichting, sociale balans
B
Balans, resultatenrekening, BTW aangifte, belasting
C
Balans, resultatenrekening, inventaris, sociale balans

Slide 21 - Quizvraag

Welke drie modellen van de jaarrekening bestaan er?
A
Enkelvoudig, dubbele, drievoudig
B
Micro, verkort en volledig
C
Micro, enkelvoudig en dubbele

Slide 22 - Quizvraag

Over welke verrichting gaat het?
De verrichting richt zich
voornamelijk op de geldzaken: betalingen
en inningen. Dat gebeurt meestal met
geld uit de kas of via de bankrekening
A
Commerciële
B
Finaciële
C
Investeringen
D
Diverse verrichtingen

Slide 23 - Quizvraag

Over welke verrichting gaat het?
De verrichting richt zich op allerhande bijkomende verplichtingen in het
bedrijf, zoals afschrijvingstabellen opstellen,
loondocumenten aanmaken …
A
Commerciële
B
Finaciële
C
Investeringen
D
Diverse verrichtingen

Slide 24 - Quizvraag

Over welke verrichting gaat het?
De verrichtingen zijn het belangrijkst voor een
onderneming. De aan- en verkoop van goederen of diensten
staat centraal. Natuurlijk horen daarbij ook de contacten
met de klanten en de leveranciers.
A
Commerciële
B
Finaciële
C
Investeringen
D
Diverse verrichtingen

Slide 25 - Quizvraag

Over welke verrichting gaat het?
De verrichting richt zich meestal tot
de dure goederen die lang in de
onderneming blijven.
A
Commerciële
B
Finaciële
C
Investeringen
D
Diverse verrichtingen

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide