Inleiding tot boekhouden

Inleiding tot boekhouden
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieSecundair onderwijs

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Inleiding tot boekhouden

Slide 1 - Tekstslide

Boekhouden

Slide 2 - Woordweb

Waarom boekhouding voeren? 
  • Goed overzicht van de financiële situatie 
  • Verplichting voor elke zelfstandige
  • Geen verplichting om accountant te gebruiken 

Slide 3 - Tekstslide

Verschillende soorten boekhouding 
Zeer kleine onderneming
- Eenmanszaken 
- VOF (vennootschap onder firma) 
- Commanditaire vennootschap 

                             Vereenvoudigde boekhouding! 

Slide 4 - Tekstslide

Boekhouding
Welke documenten moeten bijgehouden worden?  Dit zowel voor de vereenvoudigde als dubbele boekhouding
  • Aankoopboek (aankopen en creditnota's) 
  • Verkoopboek (verkopen en creditnota's)
  • Financieel dagboek (kas- en bankboek) 
  • Inventarisboek 

Slide 5 - Tekstslide

Dubbele boekhouding
De ondernemingen die geen vereenvoudigde boekhoudingen mogen voeren zijn verplicht een dubbele boekhouding te voeren. 

==> Meer verplichtingen tegenover enkelvoudige boekhouding!

Slide 6 - Tekstslide

Verschillende soorten boekhouding 
Grotere ondernemingen
- BV
- NV  
- ...

                                           Dubbele boekhouding

Slide 7 - Tekstslide

Dubbele boekhouding
  • Gebruiken maken van een genormaliseerd rekeningstelsel, namelijk een MAR. 

    ==> Moet op de hoofdzetel van de onderneming bewaard                   worden! 

Slide 8 - Tekstslide

Dubbele boekhouding
Bijhouden van:
  • Aankoopboek (aankopen en creditnota's) 
  • Verkoopboek (verkopen en creditnota's)
  • Financieel dagboek (kas- en bankboek) 
  • Inventarisboek 
  • Opstellen van een jaarrekening en neerleggen bij 
      de NBB 

Slide 9 - Tekstslide

Dubbele boekhouding
Jaarrekening 
  • Balans
  • Resultatenrekening 
  • Toelichting 
  • Sociale balans 

Slide 10 - Tekstslide

Aankoop- en verkoopdagboek
In deze dagboeken worden alle aankoop- en verkoopfacturen bijgehouden.

Vormvereisten facturen in het dagboek:
  • Genummerd
  • Chronologische volgorde 
  • Periodiek inboeken (maandelijks, driemaandelijks, jaarlijks) 

Slide 11 - Tekstslide

Aankoop- en verkoopdagboek
  • Ook alle creditnota's (zowel voor aankoop als verkoop)    worden in een dagboek ingeschreven. 
  • Dit kan in hetzelfde dagboek zijn als de aankopen en verkopen, maar dit kan ook in een apart dagboek zijn.
 

Slide 12 - Tekstslide

Creditnota
Een creditnota is een verbetering van een eerder opgemaakte factuur.
Wanneer kunnen we een creditnota opstellen?  
  • Foutieve levering
  • Goederen met slechte kwaliteit 
  • Verkeerde facturatie/gegevens op de factuur 

Slide 13 - Tekstslide

Financieel dagboek
  • Bankboek
    -->
    Hierdoor krijg je overzicht van openstaande klanten  en  leveranciers

  • Kasboek 

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld bankboek
  •  Noteren van alle ontvangsten en uitgaven op de         
       
    bankrekening 

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld kasboek 
  •  Noteren van alle ontvangsten en uitgaven in contanten! 
  •  Dagontvangsten zijn ook onderdeel van het kasboek

Slide 16 - Tekstslide

Wat hebben we onthouden? 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste functie van boekhouden?
A
Belastingen ontduiken
B
Financiële informatie vastleggen
C
Voorbereiding voor belastingaangiften
D
Personeelsmanagement beheren

Slide 18 - Quizvraag

Wie moet een boekhouding voeren?
A
Iedereen
B
Niemand, het is niet verplicht
C
Elke zelfstandige die meer dan 1.000.000 EUR omzet draait
D
Vennootschappen

Slide 19 - Quizvraag

Een boekhouder is verplicht voor iedereen die een boekhouding moet voeren
A
Ja
B
Neen

Slide 20 - Quizvraag

BTW is de afkorting van:
A
Belasting over de totale waarde
B
Belasting over de toegevoegde waarde
C
Belasting van de toegenomen waarde
D
Belasting van de tiende waarde

Slide 21 - Quizvraag

Een BTW aangifte kan bestaan uit 3 verschillende periodieke aangiften. Welke periodieke aangifte bestaat niet?
A
Dagelijks
B
Kwartaal
C
Jaarlijks
D
Maandelijks

Slide 22 - Quizvraag

Welke basisprincipes zijn er in boekhouden?
A
Vereenvoudigde boekhouding
B
Eenvoudig schrijven
C
Dubbel boekhouden
D
Tripel boekhouden

Slide 23 - Quizvraag

Wat houdt een kasboek in?
A
Een soort roman
B
Registratie van contante transacties
C
Een inkoopfactuur
D
Een verkoopoverzicht

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer dienen we een creditnota op te stellen?
A
Terugzending van goederen
B
Wanneer er een extra betaling door de klant gedaan wordt
C
Wanneer we dit vragen
D
Korting na facturering

Slide 25 - Quizvraag

Wanneer ik cash van mezelf gebruik voor de vennootschap/eenmanszaak moet ik dit niet in het kasboek noteren
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 26 - Quizvraag

Wanneer kan je een creditnota opstellen?

Slide 27 - Open vraag

Geef een voorbeeld waar ze nog vaak een dagontvangstenboek gebruiken

Slide 28 - Open vraag

Een eenmanszaak mag een vereenvoudigde boekhouding voeren
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 29 - Quizvraag

De BTW aangifte moet elk kwartaal ingediend worden
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 30 - Quizvraag

Creditnota's mogen in een apart dagboek staan
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 31 - Quizvraag