Zelf aan de slag: Samenvatten thema 10.4 t/m 10.7 + reader
Slide 2 - Tekstslide
Omgaan met agressie
Agressie: het inzetten van fysiek of verbaal geweld om een doel te bereiken of frustratie te uiten”
Slide 3 - Tekstslide
Belangrijke begrippen
Sub-assertief: Mensen die aan deze kant van de schaal staan, vinden hun eigen belangen minder belangrijk dan de belangen van anderen. Ze zullen dus aan zichzelf voorbij gaan om anderen te kunnen helpen.
Assertief: Assertieve mensen houden rekening met zichzelf en met anderen. Ze zoeken naar een win-win situatie of een alternatief waar iedereen mee kan leven.
Agressief: In deze variant wordt er alleen rekening gehouden met het eigen belang en juist nietmet de belangen van de ander. Er zal dan ook geprobeerd worden om de ander te beïnvloeden of te overheersen.
Agressie is in deze definitie dus een manier om je eigen doelen te bereiken.
Slide 4 - Tekstslide
Soorten agressie
Binnen de psychologie worden er vier vormen van agressie gebruikt. Deze vormen zijn:
Expressieve agressie
Frustratie agressie
Instrumentele agressie
Onbeheerste agressie
Slide 5 - Tekstslide
Expressieve agressie
Bij deze vorm van agressie is men vaak boos op de gehele situatie. Deze situatie is niet doelgericht en vaak ook niet op een specifiek persoon gericht.
Slide 6 - Tekstslide
Frustratie agressie
Deze vorm van agressie ontstaat wanneer expressieve agressie uit de hand loopt.
Slide 7 - Tekstslide
Instrumentele agressie
Deze vorm is voornamelijk bedoeld om een bepaald doel te bereiken.
Mensen zetten deze vorm bijvoorbeeld in wanneer ze voor hun gevoel niet goed genoeg geholpen worden.
Slide 8 - Tekstslide
Onbeheerste agressie
Deze vorm van agressie kan spelen bij mensen met psychologische problemen.
bv: schizofrenie - drugs
Slide 9 - Tekstslide
Vormen van agressie
Agressie kan op verschillende manieren geuit worden. Een aantal (maar niet alle) vormen staan hieronder benoemd:
• Schelden
• Treiteren
• Dreigen
• Afpersen
• Spugen
• Vernederen
• Slaan of schoppen
• Seksuele intimidatie
Slide 10 - Tekstslide
Roos van Leary
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
10.1 Mediawijsheid als begrip
Mediawijsheid: het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit, waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complete, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld.
Slide 13 - Tekstslide
10.2: Invloed van media
Media kleuren
Competentieprofiel Mediawijsheid
Slide 14 - Tekstslide
10.3: Ondersteunen in mediagebruik
Het competentiemodel kan je handvatten bieden om na te gaan op welk vlak iemand begeleiding nodig heeft.
Maar hoe geef je die begeleiding?
Slide 15 - Tekstslide
Begeleiden op begrip
Onderzoeken of de persoon begrijpt wat de invloed van de media zijn op het dagelijks leven. Begrijpt hij wat hij leest en ziet?
je introduceert nieuwe media
je laat mensen meebeleven en meedenken met nieuwe media
je legt uit hoe media tot stand komt
je legt uit hoe iets is gepresenteerd, met welk doel
je legt uit welke uitgangspunten en achtergronden meespelen in de kleur van het media-item.
Slide 16 - Tekstslide
Begeleiden op gebruik
phising: een ander probeert via mail of bericht je beveiligingsode te achterhalen.
Lees de praktische handvatten goed door!
Slide 17 - Tekstslide
Begeleiden op communicatie
Je moet bekend zijn met een aantal ongeschreven regels over het delen van foto's en meningen.
weten waar je informatie kunt vinden en hoe je die kunt verwerken.
Lees de ondersteuningsvragen goed door!
Slide 18 - Tekstslide
Begeleiden op strategie
Om gedrag te kunnen sturen en te kunnen reflecteren op je mediagebruik, moet je bepaalde strategie nastreven.
inzicht in gedrag bevorderen en hem de gevolgen van zijn handelen laten overzien.
Lees de ondersteuningsvragen goed door!
Slide 19 - Tekstslide
10.4 Nadelen mediagebruik
Cyberpesten: online pesten
Dreigtweets en haatspots: bedreigende of negatieve berichten, gericht op 1 persoon of een bevolkingsgroep
Sexting
Grooming: vorm van sexting is het digitaal kinderlokken voor seksueel contact
Sextortion: slachtoffer(kind) wordt afgeperst of gechanteerd door de kinderlokker, meestal in ruil voor meer seksuele handelingen of beeldmateriaal.
Slide 20 - Tekstslide
Lezen
Theorie 10.5 en 10.6
Slide 21 - Tekstslide
10.7 Digitale uitwisseling gegevens
Wetgeving: Vanuit de wet mag je vanaf 16 jaar alleen de persoon zelf of zijn wettelijk vertegenwoordigen het dossier inzien. Zonder toestemming van de persoon mag je geen gegevens doorsturen, ook niet naar andere disciplines.
Professionele digitale versie: In de beroepscode social work staat dat he niet is toegestaan een vriendschappelijke relatie, liefdesrelatie of seksuele relatie aan te gaan met mensen.