WRB herhaling 2605
1 / 27
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
huisvredebreuk
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
fact check door mede studenten.
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
"Diefstal in Maastricht opgelost, (...) komt morgen voor de rechter."
Welk woord kun je op de puntjes invullen?
Welk woord kun je op de puntjes invullen?
A
dader
B
officier van justitie
C
verdachte
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Officier
van
justitie
Rechter
Verdachte
Advocaat
Ik word verdacht van mishandeling.
Ik vertel waar de verdachte van wordt beschuldigd.
Ik verdedig de verdachte zo goed mogelijk.
Ik beslis of de verdachte schuldig is.
Slide 10 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke extra informatie heeft de officier van justitie nodig om een keus te kunnen maken tussen mishandeling of zware mishandeling?
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Piet wilde het slachtoffer flink laten schrikken en hem een paar blauwe plekken bezorgen. Dan is het
A
zware mishandeling
B
mishandeling
C
openlijke geweldpleging
D
geen van de vorige antwoorden
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een jongen vernielt een bushokje.
Omstanders zien het gebeuren en bellen de politie.
Omstanders zien het gebeuren en bellen de politie.
A
Vernieling
B
Openlijke geweldpleging
C
Openlijke vernieling
D
Groep-vernieling
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een groep mensen schopt en slaat op straat een man in elkaar.
A
Mishandeling
B
Zware mishandeling
C
Openlijke geweldpleging
D
Vernieling
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een groep voetbalsupporters bestormen een kroeg en slaan de boel kort en klein.
A
Openlijke geweldpleging
B
Mishandeling
C
Vernieling
D
Zware mishandeling
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In het gemeentehuis is iemand heel boos op de ambtenaar van de gemeente. Na twee keer vorderen gaat de persoon niet weg. Deze maakt zich dan schuldig aan......
A
Lokaalvredebreuk
B
Huisvredebreuk
C
Lokale huisvredebreuk
D
Gemeentevredebreuk
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De jongen van 11 wordt voor de tweede keer gepakt voor diefstal uit een supermarkt. Wat zal er waarschijnlijk gebeuren?
A
De jongen wordt niet strafrechtelijk vervolgd
B
de officier zal een schikking voorstellen
C
de jongen wordt doorverwezen naar Halt
D
de zaak wordt voorgelegd aan de kinderrechter
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Op welk moment is er sprake van diefstal? Kies het juiste antwoord.
A
Als de klant met een product uit de winkel langs de kassa is gegaan zonder te betalen.
B
Als de klant een product in zijn tas geeft gedaan en niet van plan lijkt deze te gaan betalen.
C
Als je klant zich verdacht gedraagt en jij sterke vermoedens hebt van de kwade intentie.
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Er is in het filmpje sprake van
A
Brand door schuld
B
Brandstichting
C
Brandstichting door schuld
D
Openlijk geweld
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is de aanklacht tegen de veroorzaker van de brand in het filmpje: brand door schuld?
Slide 23 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Bij het repareren van mijn schuurdak vat mijn dak vlam. Ik weet de brand te blussen, maar mijn dak is beschadigd en de buren hebben waterschade.
Er is sprake van
Er is sprake van
A
brandstichting
B
vernieling
C
brand door schuld
D
openlijke geweldpleging
Slide 25 - Quizvraag
Bespreken uitslag en eventueel presentatie van degene die niet mee hebben gedaan.
Nigel steekt in de tuin een stapel oude Donald Ducks in brand. Het papier rookt heel erg en de buren komen klagen. Zij noemen het brandstichting. Is dit juist.
A
Ja, de buren hebben last van het vuur.
B
Ja, de buren lopen een reëel risico dat de brand overslaat naar hun huis.
C
Nee, dit is brand door schuld
D
Nee, er is geen sprake van een misdrijf
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
