Plinius, Vesuviusbrieven, 4 Latijn

Plinius minor: twee Vesuviusbrieven
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Plinius minor: twee Vesuviusbrieven

Slide 1 - Tekstslide

Beste jongens en meisjes uit cluster 4.7 Latijn,
In de komende periode (tot Q3) lezen we een andere auteur. We nemen afscheid van Hyginus en Iason en Medea. En we stappen over naar Plinius. We lezen over de beroemde uitbarsting van de vulkaan Vesuvius in 79 n. Chr. Een aantal steden rond deze vulkaan in Midden-Italie werd bedolven onder as en lava, o.a. Pompeii en Herculaneum.
In de teams elo vind je een nieuw katern. Je kunt dit online gebruiken of je print het pakketje uit. Je kunt natuurlijk ook volstaan met alleen de pagina uit te printen waarop we bezig zijn. We zijn wel een paar weken bezig met 1 pagina... Zodra we weer met zijn allen live op school mogen zijn, krijgen jullie het katern sowieso op papier van mij uitgereikt.
We werken de komende week/weken met het programma LessonUp. In dit programma heb ik ook alle Latijnse zinnen uit de twee brieven ingetypt. Zo gaan we langzaam door met vertalen. Zorg dat je altijd je Studeo, woordenboek, een pen en papier bij de hand hebt en dus de tekst van Plinius op de computer of in uitgeprinte versie.st

Slide 2 - Tekstslide

Op de volgende dia staat een filmpje. Ik hoop dat dat wil laden op jullie laptop/pc/telefoon. Als het niet lukt via de nearpod zelf, typ dan in google de volgende link: https://www.youtube.com/watch?v=dY_3ggKg0Bc
of google op A Day in Pompeii- full-length animation.


In dit filmpje van 7 minuten wordt niet gesproken, maar laat men zien wat er gebeurde tijdens de uitbarsting van de Vesuvius in het jaar 79 na Chr. 

Zorg dat je een schrift en pen bij de hand hebt en noteer voor jezelf, gedurende het filmpje (je hebt tijd genoeg, want het gaat langzaam) de tijdstippen die voorbij komen (let op: AM = ante meridiem = voor 12 uur 's middags, dus 4 am = 4 uur 's ochtends; PM = post meridiem = na 12 uur 's middags, dus 4 PM = 16 uur). Beschrijf bij elk tijdstip nauwkeurig wat er gebeurt. Noteer alles wat je ziet en hoort!

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Plinius de Jongere, of ook wel Plinius Minor, leefde van 62 tot 113 na Christus. Hij werd de Jongere genoemd, omdat hij een oom had met dezelfde naam. Deze oom, Plinius de Oudere of Plinius Maior. Zoals veel schrijvers genoot Plinius een gedegen opleiding. Hij kreeg niet alleen les van zijn eigen zeer ontwikkelde oom, maar ook van andere hooggeplaatste leraren, zoals Quintilianus. Plinius vervulde alle bij zijn opleiding passende functies van advocaat tot consul en stadhouder van een Romeinse
provincie. Niet onbelangrijk was zijn vriendschap met keizer Trajanus, voor wie hij een lofrede schreef als bedankje voor zijn consulaat.

Plinius is met name beroemd geworden door zijn brieven. Al zijn brieven zijn vanaf het begin voor publicatie bestemd geweest en ook met dit doel geschreven De verzameling van 247 brieven bevat onder andere zijn correspondentie met keizer Trajanus. Ook zijn er twee brieven overgeleverd, die gericht waren aan Tacitus, een geschiedkundige. Hierin beschrijft Plinius de uitbarsting van de Vesuvius. Deze Vesuviusbrieven zijn wereldberoemd geworden en geven waardevolle informatie over deze schokkende gebeurtenis in 79 na Christus. Als zeventienjarige jongen was Plinius destijds
samen met zijn moeder op bezoek bij zijn oom aan de andere kant van de baai van Napels. Plinius Maior (de oom) was vlootcommandant en de vloot was gelegerd in de kustplaats Misenum. Dat wat Plinius aan Tacitus schreef, lezen we in de komende periode bij Latijn.





Slide 6 - Tekstslide

Plinius groet Tacitus
Je vraagt mij het levenseinde van mijn oom voor jou te beschrijven zodat je het waarheidsgetrouw kunt vastleggen voor het nageslacht. Ik ben je daar dankbaar voor want ik voorzie dat zijn dood, als die door jouw werk bekend wordt, verzekerd is van onsterfelijke glorie. Want hoewel hij is omgekomen bij de verwoesting van prachtige contreien en net als de bevolking en de steden alleen al door deze gedenkwaardige natuurramp als het ware altijd zal blijven voortleven, en hoewel hij zelf een groot aantal onvergankelijke werken heeft voortgebracht, zal de onsterfelijke roem van jouw geschriften toch sterk bijdragen aan zijn blijvend aandenken.
Ik voor mij acht die mensen gelukkig aan wie de goden het voorrecht hebben verleend hetzij werken te verrichten die verdienen beschreven te worden, hetzij werken te schrijven die verdienen gelezen te worden, het allergelukkigst wie beide is vergund. Tot de laatste zal mijn oom behoren door zijn eigen boeken en de jouwe.

Wie is Tacitus?

A
filosoof
B
consul
C
vriend van Plinius Minor
D
geschiedschrijver

Slide 7 - Quizvraag

Plinius groet Tacitus
Je vraagt mij het levenseinde van mijn oom voor jou te beschrijven zodat je het waarheidsgetrouw kunt vastleggen voor het nageslacht. Ik ben je daar dankbaar voor want ik voorzie dat zijn dood, als die door jouw werk bekend wordt, verzekerd is van onsterfelijke glorie. Want hoewel hij is omgekomen bij de verwoesting van prachtige contreien en net als de bevolking en de steden alleen al door deze gedenkwaardige natuurramp als het ware altijd zal blijven voortleven, en hoewel hij zelf een groot aantal onvergankelijke werken heeft voortgebracht, zal de onsterfelijke roem van jouw geschriften toch sterk bijdragen aan zijn blijvend aandenken.
Ik voor mij acht die mensen gelukkig aan wie de goden het voorrecht hebben verleend hetzij werken te verrichten die verdienen beschreven te worden, hetzij werken te schrijven die verdienen gelezen te worden, het allergelukkigst wie beide is vergund. Tot de laatste zal mijn oom behoren door zijn eigen boeken en de jouwe.

Wat is de familieband tussen Plnius Minor en Plinius Maior?

A
zoon - vader
B
broer - broer
C
neef - oom
D
oom - neef

Slide 8 - Quizvraag

Plinius groet Tacitus
Je vraagt mij het levenseinde van mijn oom voor jou te beschrijven zodat je het waarheidsgetrouw kunt vastleggen voor het nageslacht. Ik ben je daar dankbaar voor want ik voorzie dat zijn dood, als die door jouw werk bekend wordt, verzekerd is van onsterfelijke glorie. Want hoewel hij is omgekomen bij de verwoesting van prachtige contreien en net als de bevolking en de steden alleen al door deze gedenkwaardige natuurramp als het ware altijd zal blijven voortleven, en hoewel hij zelf een groot aantal onvergankelijke werken heeft voortgebracht, zal de onsterfelijke roem van jouw geschriften toch sterk bijdragen aan zijn blijvend aandenken.
Ik voor mij acht die mensen gelukkig aan wie de goden het voorrecht hebben verleend hetzij werken te verrichten die verdienen beschreven te worden, hetzij werken te schrijven die verdienen gelezen te worden, het allergelukkigst wie beide is vergund. Tot de laatste zal mijn oom behoren door zijn eigen boeken en de jouwe.

Plinius Minor schreef boeken en brieven. Maar schreef Plinius Maior ook?

A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Plinius groet Tacitus
Je vraagt mij het levenseinde van mijn oom voor jou te beschrijven zodat je het waarheidsgetrouw kunt vastleggen voor het nageslacht. Ik ben je daar dankbaar voor want ik voorzie dat zijn dood, als die door jouw werk bekend wordt, verzekerd is van onsterfelijke glorie. Want hoewel hij is omgekomen bij de verwoesting van prachtige contreien en net als de bevolking en de steden alleen al door deze gedenkwaardige natuurramp als het ware altijd zal blijven voortleven, en hoewel hij zelf een groot aantal onvergankelijke werken heeft voortgebracht, zal de onsterfelijke roem van jouw geschriften toch sterk bijdragen aan zijn blijvend aandenken.
Ik voor mij acht die mensen gelukkig aan wie de goden het voorrecht hebben verleend hetzij werken te verrichten die verdienen beschreven te worden, hetzij werken te schrijven die verdienen gelezen te worden, het allergelukkigst wie beide is vergund. Tot de laatste zal mijn oom behoren door zijn eigen boeken en de jouwe.

In bovenstaande tekst wordt vermeld hoe Plnius Maior is gestorven. Hoe?

A
ouderdom
B
hartaanval
C
zelfmoord
D
uitbarsting Vesuvius

Slide 10 - Quizvraag

Plinius groet Tacitus
Je vraagt mij het levenseinde van mijn oom voor jou te beschrijven zodat je het waarheidsgetrouw kunt vastleggen voor het nageslacht. Ik ben je daar dankbaar voor want ik voorzie dat zijn dood, als die door jouw werk bekend wordt, verzekerd is van onsterfelijke glorie. Want hoewel hij is omgekomen bij de verwoesting van prachtige contreien en net als de bevolking en de steden alleen al door deze gedenkwaardige natuurramp als het ware altijd zal blijven voortleven, en hoewel hij zelf een groot aantal onvergankelijke werken heeft voortgebracht, zal de onsterfelijke roem van jouw geschriften toch sterk bijdragen aan zijn blijvend aandenken.
Ik voor mij acht die mensen gelukkig aan wie de goden het voorrecht hebben verleend hetzij werken te verrichten die verdienen beschreven te worden, hetzij werken te schrijven die verdienen gelezen te worden, het allergelukkigst wie beide is vergund. Tot de laatste zal mijn oom behoren door zijn eigen boeken en de jouwe.

Plinius Minor zegt dat Plinius Maiors reputatie eeuwig zullen bestaan door twee dingen. Welke twee dingen?

A
zijn eigen werk en dat van Plinius Minor
B
zijn eigen werk en dat van Tacitus
C
door groots te sterven en Tacitus' werk
D
door memorabele dingen te schrijven en mee te maken

Slide 11 - Quizvraag

Tekst

Slide 12 - Tekstslide

regel 23/24 Mijn oom was in Misenum en voerde in eigen persoon het bevel over de vloot.

Nonum Kalendae Septembres hora fere septima mater mea indicat ei apparere nubem inusitata et magnitudine et specie.

nonum kalendae septembres = op 24 augustus;  hora= uur;  fere= bijna;  septimus = 7e;  indicare + dativus = laten zien; appareo = verschijnen; nubis,nubis = wolk; inusitatus = ongewoon;  magnitudo, magnitudinis = grootte; species, species = uiterlijk

Noteer van alle 5 de zelfstandige naamwoorden in deze zin: naamval en getal

Slide 13 - Open vraag

regel 23/24 Mijn oom was in Misenum en voerde in eigen persoon het bevel over de vloot.

Nonum Kalendae Septembres hora fere septima mater mea indicat ei apparere nubem inusitata et magnitudine et specie.

nonum kalendae septembres = op 24 augustus;  hora= uur;  fere= bijna;  septimus = 7e;  indicare + dativus = laten zien; appareo = verschijnen; nubis,nubis = wolk; inusitatus = ongewoon;  magnitudo, magnitudinis = grootte; species, species = uiterlijk

Noteer uit deze zin het hoofdww, het onderwerp en het lijd.vw

Slide 14 - Open vraag

regel 23/24 Mijn oom was in Misenum en voerde in eigen persoon het bevel over de vloot.

Nonum Kalendae Septembres hora fere septima mater mea indicat ei apparere nubem inusitata et magnitudine et specie.

nonum kalendae septembres = op 24 augustus;  hora= uur;  fere= bijna;  septimus = 7e;  indicare + dativus = laten zien; appareo = verschijnen; nubis,nubis = wolk; inusitatus = ongewoon;  magnitudo, magnitudinis = grootte; species, species = uiterlijk

Wat betekent het woordje ei ?

Slide 15 - Open vraag

regel 23/24 Mijn oom was in Misenum en voerde in eigen persoon het bevel over de vloot.

Nonum Kalendae Septembres hora fere septima mater mea indicat ei apparere nubem inusitata et magnitudine et specie.

nonum kalendae septembres = op 24 augustus;  hora= uur;  fere= bijna;  septimus = 7e;  indicare + dativus = laten zien; appareo = verschijnen; nubis,nubis = wolk; inusitatus = ongewoon;  magnitudo, magnitudinis = grootte; species, species = uiterlijk

Vertaal de zin en gebruik de antwoorden op de vorige vragen als hulpmiddel. Laat de woordvolgorde van de zin zoveel mogelijk intact!

Slide 16 - Open vraag

Usus ille sole, mox frigida, gustaverat iacens studebatque.

utor-usus = gebruiken + abl.; sol, solis = zon; mox = spoedig; frigida = koudwaterbad; gusto = eten; iaceo = liggen; studeo = studeren

Vertaal deze zin.

Slide 17 - Open vraag

poscit soleas, ascendit locum, ex quo maxime miraculum illud conspici poterat.

posco = vragen om; solea = slipper; ascendo = klimmen naar;  ex quo = waarvandaan; maxime = vooral/het beste;  miraculum = wonderlijk schouwspel; conspico = bekijken

Welke vorm van het werkwoord conspico  is conspici?

Slide 18 - Open vraag


Slide 19 - Open vraag

poscit soleas, ascendit locum, ex quo maxime miraculum illud conspici poterat.

posco = vragen om; solea = slipper; ascendo = klimmen naar;  ex quo = waarvandaan; maxime = vooral/het beste;  miraculum = wonderlijk schouwspel; conspico = bekijken

Wat is de vertaling van deze zin?

Slide 20 - Open vraag

de vorm van de Vesuvius tijdens het eerste deel van de uitbarsting

Slide 21 - Tekstslide

Een wolk steeg op, vanuit de verte kon men niet goed zien van welke berg, dat het de Vesuvius was werd pas later bekend, waarvan de aanblik en de vorm aan een boom en nog het meest aan een pijnboom deed denken. Hij verhief zich met een soort stam van grote lengte de hoogte in en breidde daar om zo te zeggen takken uit. Ik denk dat hij in het begin door de luchtdruk omhoog werd gestuwd en bij het verzwakken daarvan op zichzelf kwam te zweven, of ook door zijn eigen gewicht neergedrukt in de breedte verijlde, op sommige plaatsen helderwit en op andere vuil en vlekkig, naargelang hij stof of as mee omhoog had gezogen.

Slide 22 - Tekstslide

Een pijnboom

Slide 23 - Tekstslide

Magnum propiusque noscendum, ut erudissimo viro, visum (est).

Het scheen groot en het waard om van dichterbij te bekijken, zoals past bij een zeer geleerde man.

Een paar vragen bij deze vertaling:
1. Wat is het onderwerp van deze zin (er staat nu 'het')?
2. Welk Latijns woord vertaal ik met 'zeer geleerde'?
3. Welk(e) Latijnse woord(en) vertaal ik met 'scheen'?
4. Wie wordt bedoeld met de zeer geleerde man? Noteer een naam.
5. Leg in je eigen woorden uit wat Plinius bedoelt met deze zin.

Slide 24 - Open vraag

iubet Liburnicam aptari;

iubeo= beveln
Liburnica = Liburnica (=een klein Romeins oorlogsschip)
apto=klaarmaken

Vertaal deze zin en let goed op de vorm aptari! Wat is dat voor vorm van het werkwoord?!

Slide 25 - Open vraag

mihi, si venire una vellem, facit copiam.

si=of
una=met hem mee
vellem= vorm van volo
facio copiam= de gelegenheid geven

Vertaal deze zin.

Slide 26 - Open vraag

respondi studere malle,
et forte ipse, quod scriberem, dederat;

respondeo=antwoorden
studeo =sutderen
malo=liever willen
forte=toevallig
quod= dat wat
scribo=schrijven
dederat= welke vorm van het ww dare?!

Vertaal deze zin.

Slide 27 - Open vraag

Wat is de betekenis van de zin:

egrediebatur domo

egredior=naar buiten gaan
domus=huis
A
er werd naar buiten gegaan uit het huis
B
door het huis werd naar buiten gegaan
C
hij gaat uit het huis naar buiten
D
hij ging naar buiten uit het huis

Slide 28 - Quizvraag

accipit codicillos Rectinae Tasci imminenti periculo exterritae

accipio=ontvangen
codicillus=wasplankje (mv=brief)
Rectina= Rectina (vrouwennaam)
Tascus= Tascus (mannennaam)
imminens = dreigend
periculum=gevaar
exterritus=heel erg bang

Vertaal deze zin. Bedenk vantevoren waarmee imminenti congrueert in deze zin en waarmee exterritae congrueert

Slide 29 - Open vraag

-nam villa eius subiacebat, nec ulla nisi navibus fuga (erat) -

villa=villa
subiaceo=aan de voet van de Vesuvius liggen
ullus=enige
nisi= behalve
navis, navis= schip
fuga= vluchtmogelijkheid

Vertaal de zin

Slide 30 - Open vraag

Wat is de juiste vertaling?
ut se tanto discrimini eriperet, orabat

tantus=zo groot
discrimen,discriminis= ramp
eripio= redden
oro=smeken
A
hij smeekte dat zij een zo grote ramp redde
B
zij smeekte dat hij haar van een zo grote ramp redde
C
hij redde zich van een zo grote ramp, opdat zij smeekte
D
zij smeekte, dat hij zich van een zo grote ramp redde.

Slide 31 - Quizvraag

et, quod studioso animo inchoaverat, obit maximo

quod =dat wat
studiosus animus= wetenschappelijke interesse
inchoao=beginnen
obeo=afmaken
maximo= met moed

Vertaal deze zin

Slide 32 - Open vraag

vertit ille consilium et

verto=veranderen
consilium=plan

vertaal de zin.

Slide 33 - Open vraag

deducit quadriremes

deduco = in zee laten trekken
quadriremis=vierriemer (een groot schip met vier rijen roeiers)

Vertaal deze zin

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

ascendit ipse,
non Rectinae modo, sed multis ... laturus auxilium
-erat enim frequens amoenitas orae -

ascendo=aan boord gaan
non modo... sed = niet alleen... maar
fero, tuli, latus= brengen
auxilium = hulp
frequens = dichtbevolkt
amoenitas =lieflijkheid
ora= de kust

vertaal deze zin in de stukjes zoals ze ook op je scherm verschijnen

Slide 37 - Open vraag