In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 35 min
Onderdelen in deze les
Oefenen met luisteren 5-6 29 november
Slide 1 - Tekstslide
Wat leer je vandaag?
Je kunt de tekstdoelen informeren, overtuigen en instrueren herkennen.
Je kunt de bedoeling van de spreker aangeven.
Je kunt instructies begrijpen.
Je kunt gesproken tekst op radio, tv en internet begrijpen.
Je kunt op verschillende manieren de betekenis van onbekende woorden achterhalen.
je kunt het onderwerp van een tekst herkennen
Slide 2 - Tekstslide
luister naar de video;
beantwoord de vragen die daarbij horen;
kies telkens maar een antwoord;
vul alle vragen in;
geef je feedback op de les.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
a. Bekijk video 1- tot 0:49. Let op de toon van de spreker. Welk kenmerk herken je?
A
de spreker praat soms harder of sneller
B
de toon is enthousiast
C
de toon is objectief en neutraal
Slide 5 - Quizvraag
b. Bij welk tekstdoel past het antwoord bij opdracht a?
A
amuseren
B
informeren
C
instrueren
D
overtuigen
Slide 6 - Quizvraag
c. Je hebt nu het tekstdoel van video 1 verkend. Wat is de bedoeling van de makers van deze video, denk je?
A
de makers willen je informatie geven over wat duurzaam reizen is.
B
de makers willen je overtuigen om een duurzame reis te gaan maken met SNP.
C
de makers willen je uitleggen op welke manieren je duurzaam kunt reizen.
D
de makers willen vooral een sfeer neerzetten en inspelen op je gevoel.
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Video
Bekijk video 1 tot het eind.
a. Welke drie van de volgende kenmerken herken je in de video?
A
de spreker gebruikt de gebiedende wijs
B
de spreker gebruikt een opsomming
C
de spreker noemt voordelen op
D
de spreker geeft de mening van SNP weer
Slide 9 - Quizvraag
b. Wat is het belangrijkste doel van de makers van video 1?
A
de kijker informatie geven over wat duurzaam reizen inhoudt.
B
de kijker overhalen om een reis te boeken bij SNP
C
de kijker uitleggen hoe je een duurzame reist boekt bij SNP
Slide 10 - Quizvraag
c. Gert Nieuwboer houdt zijn verhaal tussen de bloemen en fluitende vogels. Welk effect zullen de makers van de video daarmee voor ogen hebben gehad?
A
deze omgeving geeft een 'groen'
gevoel wat een idee van duurzaamheid versterkt.
B
deze omgeving is neutraal, waardoor de kijker niet afgeleid wordt.
C
de omgeving laat zien dat je ook in Nederland heel mooi op vakantie kunt.
Slide 11 - Quizvraag
d. Gert Nieuwboer zegt: ‘Bij SNP kiezen we vaak voor kleinschalige, fraai gelegen accommodaties, vaak gerund door lokale eigenaren’. Stel, je weet niet wat lokaal betekent. Hoe kun je dan toch achter de betekenis van het woord komen?
A
geeft een antoniem*
(betekent het tegengestelde)
B
geeft een omschrijving
C
geeft een synoniem
D
geeft een voorbeeld
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
a. Boven in het scherm staat de titel 'Hoe laad ik mijn elektrische auto op?' Bekijk ook de titel in de video zelf. Bij welk tekstdoel passen beide titels?
A
informeren
B
overtuigen
C
instrueren
Slide 14 - Quizvraag
b. Pak de laadkabel die met je auto meegeleverd is. Dit is de eerste stap in de video. Welke is de derde stap?
A
Pak je laad pas.
B
Houd je laad pas voor het laadapparaat.
C
Koppel de ene kant van de kabel aan je auto, en de andere kant aan de laadpaal.
Slide 15 - Quizvraag
c. Hoe werkt opladen bij een snel laadstation?
A
bij een snel laadstation gebruik je niet je eigen kabel, maar de kabel van het station.
B
dit werkt precies hetzelfde als opladen bij je huis pof bij een openbare laadpaal.
C
voor laden bij een snel laadstation heb je een speciale snel laadaansluiting nodig.
Slide 16 - Quizvraag
c. Wat is de functie van het beeld bij 0:56 tot 0:58?
A
laten zien dat de auto bij een snel laadstation in een paar minuten weer is opgeladen.
B
laten zien dat je voor snel laden wel wat technische kennis in huis moet hebben.
C
laten zien dat snel laden niet moeilijker is dan laden bij een gewone openbare laadpaal.
Slide 17 - Quizvraag
d. Hoe kom je bij een elektrische leaseauto aan een laad abonnement?
A
bij de Volkswagendealer kun je een laad abonnement sluiten.
B
je krijgt een laad pas van je leasemaatschappij.
C
je maakt een account aan bij een energieleverancier en installeert de app.
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Video
a. Bekijk de video. Wat is het onderwerp van deze video?
A
weggooien
B
uitzoeken
C
organiseren
D
opruimen
Slide 20 - Quizvraag
b. Wat zijn de twee belangrijkste tekstdoelen van video 1? Noteer bij elk tekstdoel waarom dat belangrijk is.
A
Vermaken, want het is een luchtig onderwerp.
B
Informeren, want Editie NL is een nieuwsprogramma.
C
Instrueren, want je leert hoe op te ruimen
D
Overtuigen, want je moet het huis op tijd opruimen.
Slide 21 - Quizvraag
c. Volgens opruimcoach Didy kun je bij het opruimen het best beginnen met:
A
het verzamelen van alle spullen die je wilt uitzoeken.
B
organiseren
C
weggeven
D
weggooien
Slide 22 - Quizvraag
d. Welke manier van luisteren heb je gebruikt om de vorige vraag te beantwoorden: gericht of intensief?
A
Gericht, omdat je naar één antwoord zoekt.
B
Intensief, omdat je alles uit de video probeert te begrijpen en te onthouden.
Slide 23 - Quizvraag
Afronden met lezen
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Tekst
Slide 26 - Tekstslide
Tekst
Slide 27 - Tekstslide
Lees tekst 3 verkennend.
a. Wat is het onderwerp van de tekst?
A
altijd iets nieuws zonder te hoeven kopen
B
kleiding lenen
C
kleding lenen bij Lena
D
outfits samenstellen
Slide 28 - Quizvraag
b. Wat is het belangrijkste doel van de tekst?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
Slide 29 - Quizvraag
c. Wat is het doel van het tekstgedeelte onder het kopje Hoe het werkt?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
Slide 30 - Quizvraag
d. Lees de tekst nu globaal. Wat is de hoofdgedachte van de tekst?