Disk woordenschat Vrije tijd Half gevorderd
1 / 35
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
DE of HET?
vrije tijd
vrije tijd
A
de
B
het
Slide 2 - Quizvraag
DE of HET?
basketbal
basketbal
A
de
B
het
Slide 3 - Quizvraag
DE of HET?
evenement
evenement
A
de
B
het
Slide 4 - Quizvraag
DE of HET?
kunstwerk
kunstwerk
A
het
B
de
Slide 5 - Quizvraag
DE of HET?
materiaal
materiaal
A
de
B
het
Slide 6 - Quizvraag
DE of HET?
diner
diner
A
de
B
het
Slide 7 - Quizvraag
DE of HET?
kaart
kaart
A
de
B
het
Slide 8 - Quizvraag
DE of HET?
tiental
tiental
A
de
B
het
Slide 9 - Quizvraag
DE of HET?
vraagzin
vraagzin
A
de
B
het
Slide 10 - Quizvraag
DE of HET?
vraagwoord
vraagwoord
A
de
B
het
Slide 11 - Quizvraag
DE of HET?
poster
poster
A
de
B
het
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de chips
(Schrijf ook het lidwoord)
de chips
Slide 13 - Open vraag
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de jury
(Schrijf ook het lidwoord)
de jury
Slide 14 - Open vraag
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de functie
(Schrijf ook het lidwoord)
de functie
Slide 15 - Open vraag
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de piano
(Schrijf ook het lidwoord)
de piano
Slide 16 - Open vraag
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de conditie
(Schrijf ook het lidwoord)
de conditie
Slide 17 - Open vraag
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
het evenement
(Schrijf ook het lidwoord)
het evenement
Slide 18 - Open vraag
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de vakantie
(Schrijf ook het lidwoord)
de vakantie
Slide 19 - Open vraag
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
het optreden
(Schrijf ook het lidwoord)
het optreden
Slide 20 - Open vraag
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de knoop
(Schrijf ook het lidwoord)
de knoop
Slide 21 - Open vraag
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
het seizoen
(Schrijf ook het lidwoord)
het seizoen
Slide 22 - Open vraag
Schrijf het werkwoord goed:
De gymdocent .... de wedstrijd. (begeleiden)
De gymdocent .... de wedstrijd. (begeleiden)
Slide 23 - Open vraag
Schrijf het werkwoord goed:
Het meisje ..... in haar vinger. (knippen)
Het meisje ..... in haar vinger. (knippen)
Slide 24 - Open vraag
Schrijf het werkwoord goed:
Het team ... de volgende wedstrijd. (plannen)
Het team ... de volgende wedstrijd. (plannen)
Slide 25 - Open vraag
Schrijf het werkwoord goed:
Ik ... de aandacht over de leerlingen. (verdelen)
Ik ... de aandacht over de leerlingen. (verdelen)
Slide 26 - Open vraag
Schrijf het werkwoord goed:
Wij ... de regels ... (voorlezen)
Schrijf hier de hele zin!
Wij ... de regels ... (voorlezen)
Schrijf hier de hele zin!
Slide 27 - Open vraag
Het is vandaag een warme dag. De zon schijnt ........
A
divers
B
fel
C
verdelen
D
vervangen
Slide 28 - Quizvraag
Jimmy heeft pijn in zijn rug. Hij kan net verder spelen. We moeten hem ...
A
divers
B
fel
C
verdelen
D
vervangen
Slide 29 - Quizvraag
Ze zeggen dat de scheidsrechter niet goed heeft opgelet, maar dat is niet waar. Ik vind die opmerking ...
A
onterecht
B
springen
C
knippen
D
terecht
Slide 30 - Quizvraag
Als je pijn in je voet hebt, kun je meestal niet goed ...
A
onterecht
B
springen
C
knippen
D
terecht
Slide 31 - Quizvraag
Aron heeft gister gewonnen met voetbal. Hij heeft er ... verslag van gedaan.
A
fel
B
gebeurd
C
geknikt
D
uitgebreid
Slide 32 - Quizvraag
Wat is er met jou ...........? Je kijkt zo verdrietig
A
fel
B
gebeurd
C
geknikt
D
uitgebreid
Slide 33 - Quizvraag
Mohamed is boos op Ibrahim dat is ... . Ibrahim heeft zijn fiets kapot gemaakt.
A
onterecht
B
terecht
C
verdeelt
D
treft
Slide 34 - Quizvraag
Morgen is er een wedstrijd van Ajax in Amsterdam. Dan ... het team de voetballers van AZ uit Alkmaar.
A
onterecht
B
terecht
C
verdeelt
D
treft
