§3.1 Jezelf zijn & §3.2 Jezelf zijn met anderen

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 3

Sociaal maatschappelijke dimensie

§3.1 Jezelf zijn

Leerdoelen

• Kun je uitleggen wat persoonlijke identiteit is
  
• Weet je uit welke aspecten een persoonlijke identiteit is opgebouwd
  
• Heb je een goed beeld van je eigen persoonlijke identiteit
  
• Heb je inzicht in welke mensen, gebeurtenissen of plaatsen jouw identiteit hebben gevormd

Labels

Jouw eigen label

1. Schrijf een woord op dat beschrijft hoe jij denkt dat anderen jou (onterecht) zien. Laat dit aan je medestudenten zien

2. Zet een streep door dit woord en schrijf een woord op dat beschrijft hoe jij jezelf ziet

BEGRIP: PERSOONLIJKE IDENTITEIT

Je persoonlijke identiteit: de kenmerken die jou onderscheiden van anderen, zoals je uiterlijk, gedrag, afkomst, interesses, hobby’s, karakter en overtuigingen.

Ik blijf altijd achter mijn overtuigingen staan

Waar

Niet waar

oon

Andere mensen beïnvloeden me in sterke mate

Waar

Niet waar

Het ligt aan de situatie

Ik ben altijd en overal 100 procent mijzelf

Waar

Niet waar

In onze maatschappij kun je niet meer jezelf zijn, je moet aan een bepaald beeld voldoen

Waar

Niet waar

Ik denk dat het beter is om jezelf te zijn dan om populair te zijn

Waar

Niet waar

Leerdoelen

• Kun je uitleggen wat persoonlijke identiteit is
  
• Weet je uit welke aspecten een persoonlijke identiteit is opgebouwd
  
• Heb je een goed beeld van je eigen persoonlijke identiteit
  
• Heb je inzicht in welke mensen, gebeurtenissen of plaatsen jouw identiteit hebben gevormd

§3.2 Jezelf zijn met anderen

Lesdoelen

• Kun je uitleggen wat sociale identiteit en groepsgedrag inhouden
  
• Heb je een goed beeld van je eigen sociale identiteit
  
• Begrijp je hoe groepsgedrag ontstaat; je kunt voorbeelden geven van positief en negatief groepsgedrag
  
• Heb je een goed beeld van het groepsgedrag in je eigen groepen
  
• Begrijp je hoe vrijheid en verantwoordelijkheid met elkaar kunnen botsen

BEGRIP: SOCIALE IDENTITEIT

Je sociale identiteit: gaat om de relaties die jou ook maken tot wie je bent en je gedrag in de groepen waar je bijhoort.

Groepsdruk of kuddegedrag?

VRIJHEID VERSUS VERANTWOORDELIJKHEID

Als je samen leeft moet je vaak de balans zoeken tussen vrijheid (doen wat je wilt) en verantwoordelijkheid (rekening houden met anderen).

Kun je een situatie bedenken waarin deze twee botsen?

Lesdoelen

• Kun je uitleggen wat sociale identiteit en groepsgedrag inhouden
  
• Heb je een goed beeld van je eigen sociale identiteit
  
• Begrijp je hoe groepsgedrag ontstaat; je kunt voorbeelden geven van positief en negatief groepsgedrag
  
• Heb je een goed beeld van het groepsgedrag in je eigen groepen
  
• Begrijp je hoe vrijheid en verantwoordelijkheid met elkaar kunnen botsen

TO-DO deze week

§3.1 Jezelf zijn: 1, 3

§3.2 Jezelf zijn met anderen: 9, 15

Woensdag volgt er een groepsopdracht en wordt er gewerkt aan Vitaliteit-online