Elektriciteit B4 Practicum proef 1 stroomsterkte in serie schakeling LES 8

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8 Elektriciteit
Welkom Basis-4                                                                                 START IN:
Maak opdracht 13 en 14 van 8.6 Elektrische apparaten 
Je hebt straks je laptop nodig                                     



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H8: Elektriciteit 
§ 8.1 Elektrische stroom
§ 8.2 Spanning
§ 8.3 Energieverbruik 
§ 8.4 Rendement en capaciteit 
§ 8.5 Elektrische apparaten  
§ 8.6 De huisinstallatie 
                 Vandaag practicum
          

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
  1. Huiswerk-controle
  2. Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie Practicum
  5. Nabespreking practicum
  6. Afsluiting 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerkcontrole
1. Maak opdracht 2, 4, 6, 8, 10 en 12 van paragraaf 8.6 De huisinstallatie          

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektriciteit H8
Nova code:

klascode 649157

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Stroomkring
Stroommeter
Serieschakeling
Schakelschema

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie 
Een elektrische stroomkring

Als je een elektrisch apparaat aanzet, maak je een gesloten stroomkring. De stroom loopt dan rond. Eerst gaat hij van het stopcontact naar het apparaat. Dan gaat hij door het apparaat heen. En dan weer terug naar het stopcontact.

Stroom
kun je meten. Dat doe je met een stroommeter

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Stroommeter
Een stroommeter moet je altijd in serie schakelen. Let op hoe je de draden op de meter moet aansluiten. De plus van de meter (rood) moet je altijd verbinden met de plus van de spanningsbron. In figuur 2 zie je een stroommeter die goed is aangesloten. De stroommeter meet de stroomsterkte door de lamp.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veiligheidsregels
  1. Luister naar je leraar en doe wat je leraar zegt.
  2. Niet duwen, trekken of rennen in het lokaal.
  3. Niet eten of drinken in het lokaal.
  4. Leg geen tas of andere spullen waar mensen moeten lopen.
  5. Draag een veiligheidsbril als dat nodig is.
  6. Bind lang haar in een staart als je met vuur werkt.
  7. Werk altijd voorzichtig, vooral met scheikundige stoffen.
  8. Ruik alleen voorzichtig aan onbekende stoffen.
  9. Proef nooit van stoffen.
Als er iets fout gaat, dan moet je meteen je leraar waarschuwen!!!!!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting: we weten ....
Je kunt een schakeling nabouwen
Je kunt een stroommeter aflezen en in een schakeling opnemen
Je weet hoe de stroomsterkte zich in een serieschakeling gedraagt

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik snap de leerdoelen:

Je kunt uitleggen wat overbelasting is.
Je kunt uitleggen hoe een stroomkring kan worden beveiligd met een groepszekering.
Je kunt de functie van een hoofdzekering in een huisinstallatie beschrijven.
Je kunt de functie van een aardlekschakelaar beschrijven.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk: 
  •  Zet het in je planner!
GEEN

Dank voor jullie aandacht!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken 
Antwoorden opdrachten

Slide 16 - Tekstslide

Wetenschap is het opdoen van kennis en deze toepassen.
Natuurwetenschappers kijken naar de natuurlijke wereld, en nemen verschijnselen waar. En proberen die te verklaren en te voorspellen.
Ze doen ONDERZOEK en ontdekken zo nieuwe dingen over de natuur om ons heen.
Techniek wordt gebruikt om die kennis in uitvindingen toe te passen

Verschil Natuurkunde en Scheikunde: tijdelijk en blijvende veranderingen: Je kan het niet meer terug krijgen in de oude staat.
Eigenlijk IS scheikunde ook natuurkunde, maar dan specifiek gericht op stoffen en hoe die met elkaar reageren DUS een blijvende verandering