Chapter 3 - Grammar I

Start assignment
Study words chapter 3 in quizlet, study go, slim stampen or your book for 10 minutes. 

In silence. 
timer
10:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Start assignment
Study words chapter 3 in quizlet, study go, slim stampen or your book for 10 minutes. 

In silence. 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

What are we going to do today?
- Grammar I 
- Exercises grammar I. 
- Time left? Gimkit! 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over de
toekomende tijd?

Slide 3 - Woordweb

Wat weet je al
over aanwijzende voornaamwoorden?

Slide 4 - Woordweb

Future tense: 
Als je over plannen in de toekomst praat gebruik je de future tijd. 
Deze maak je door: am/are/is + going to + werkwoord. 
I am going to go to the soccer game this weekend. 

Slide 5 - Tekstslide

Demonstrative pronouns
Demonstrative pronouns = aanwijzende voornaamwoorden. 
Aanwijzende voornaamwoorden in het Nederlands zijn: 
- die 
- dat
- deze 
Je gebruikt ze als je iets aanwijst. bijvoorbeeld: 
- Die tafel daar. 
- Deze schoenen die ik draag. 

Slide 6 - Tekstslide

In het Engels heb je ook aanwijzende voornaamwoorden. 
 
Enkelvoud: This, That 

Meervoud: These, Those 

Slide 7 - Tekstslide


This en these gebruik je voor voorwerp(en) die dichtbij staan. 
- This book that I am reading (enkelvoud)
- These pens in my pencil case. (meervoud)

That en those gebruik je voor voorwerp(en) die veraf staan. 
- That dog across the street. (enkelvoud) 
- Those cars parked over there (meervoud). 

Slide 8 - Tekstslide

Welke twee aanwijzende voornaamwoorden gebruik je voor dichtbij?

Slide 9 - Open vraag

Welke twee aanwijzende voornaamwoorden gebruik je voor veraf?

Slide 10 - Open vraag

.... cup of coffee in front of me.
A
this
B
that

Slide 11 - Quizvraag

..... two books on the other side of the room.
A
These
B
Those

Slide 12 - Quizvraag

Do:
Do exercise: 

HAVO: 56, 57, 58
VWO: 56, 57, 58, 59 

Done? Practice grammar on Slim Stampen. 

Slide 13 - Tekstslide