MYP4 vrijdag 4 oktober 2024

MYP4 iii vrijdag 4 oktober
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

MYP4 iii vrijdag 4 oktober

Slide 1 - Tekstslide

I am Greta. Hoe een Zweedse scholier de wereld veroverde.
De Zweedse Greta Thunberg is uitgegroeid tot het boegbeeld van de klimaatprotesten en een factor waar politici rekening mee moeten houden. En het was de Zweedse regisseur Nathan Grossman die haar bij toeval vanaf het begin filmde. In de documentaire I am Greta volgt hij haar vanaf haar allereerste eenzame staking voor het parlementsgebouw in Stockholm. Haar actie zou uitgroeien tot een wereldwijd klimaatprotest door jongeren: Fridays For Future. Thunberg is inmiddels niet meer weg te denken van het wereldtoneel.
"Je moet naar school!" Een grijze vrouw spreekt in 2018 de 15-jarige Greta Thunberg toe terwijl ze in haar eentje naast het bord 'schoolstaking voor het klimaat' zit. Het is haar allereerste stakingsdag. Uit Greta's reactie blijkt meteen dat het haar ernst is. "Waarom zou ik naar school gaan als er toch geen toekomst voor me is?"

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Inhoud
Dictee
Quiz
Grammatica oefening
Toespraak opnemen

Slide 4 - Tekstslide

zelfstandignaamwoorden in meervoud met -en

Slide 5 - Woordweb

znwoord in meervoud met s of 's

Slide 6 - Woordweb

... truitje
A
dit
B
dat
C
die

Slide 7 - Quizvraag

.... coltruien
A
de
B
het

Slide 8 - Quizvraag

Welk werkwoord is een modaal werkwoord?
A
fietsen
B
kunnen
C
gaan
D
zijn

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor de toespraak?
A
het argument
B
het detail
C
de rede
D
de waardering

Slide 10 - Quizvraag

Welke toespraak maakt de koning zelf?
A
Kerstgroet
B
troonrede
C
nieuwjaarsgroet

Slide 11 - Quizvraag

Wie houdt er met Pasen een toespraak
A
De minister president
B
De koning
C
De Paus
D
De dominee

Slide 12 - Quizvraag


Wie heeft deze 
toespraak gehouden?
A
een minister van de Sovjet-Unie
B
een minister van de Verenigde Staten
C
een minister van Frankrijk
D
een minister van Groot-Brittannië

Slide 13 - Quizvraag

Wat is belangrijk om te lezen bij het globaal lezen?
A
Je leest de hele tekst.
B
Je leest de titel, inleiding, tussenkopjes .
C
Je kijkt allereerst naar de inhouidsopgave.

Slide 14 - Quizvraag

Wat moet je lezen
bij oriënterend lezen?
A
De hele tekst doorlezen
B
Het slot van de tekst lezen
C
Het eerste stukje (inleiding) lezen
D
De titel lezen

Slide 15 - Quizvraag

parfectum / voltooid deelwoord

Slide 16 - Woordweb

Persoonlijke voornaamwoorden
u
bezittelijke
wederkerende

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Video

Schrijf een eigen  troonrede


Schrijf een toespraak waarin je plannen maakt voor iets in jouw leven.
Bijvoorbeeld:
- AICS
-MYP4
...

Slide 20 - Tekstslide

Toespraak opnemen
Je gaat een van je twee toespraken opnemen.

Kies een toespraak (stelling of "troonrede").
Werk deze uit.
Laat deze door een klasgenoot opnemen.

Slide 21 - Tekstslide

De toespraak
Vooraf
Voordat je een toespraak gaat houden moet je over de volgende vragen nadenken:
1. Wie ga ik toespreken?
2. Wat is het doel van mijn toespraak?
3. Welke aanpak past bij mijn doel? 



4. beroep op normen en waarden
5. tegenstellingen
6. vergelijkingen

b. Stijlmiddelen

1. herhaling van het standpunt
2. retorische vraag
3. overdrijving
4. opsomming (climax)
5. spreekwoorden
6. sarcasme en ironie

De zakelijke aanpak (Kennis en verstand staan centraal; geschikt om mensen te overtuigen
die nog geen standpunt bepaald hebben.)
a. Soorten argumenten

1. feiten, gegevens uit onderzoek
2. oorzaak en gevolg (a veroorzaakt b)
3. doel en middel (met a bereik je b)
4. logische redeneringen (als a, dan b)

b. Stijlmiddelen

1. veel mededelende zinnen met verbindingswoorden
2. beeldspraak
3. aforismen (scherpzinnige uitspraken)
4. beschrijvingen, verhaaltjes

Slide 22 - Tekstslide

De aanpak in een betogende toespraak
In een betogende toespraak kun je kiezen voor een van de volgende strategieën. Vaak zie je
dat voor een combinatie van strategieën is gekozen.
De emotionele aanpak (Gevoel staat centraal; geschikt als je gelijkgezinden toespreekt)

Slide 23 - Tekstslide

Soorten argumenten
1. voorbeelden
2. anekdotes
3. waarnemingen
4. beroep op normen en waarden
5. tegenstellingen
6. vergelijkingen

Slide 24 - Tekstslide

Stijlmiddelen
1. herhaling van het standpunt
2. retorische vraag
3. overdrijving
4. opsomming (climax)
5. spreekwoorden
6. sarcasme en ironie

Slide 25 - Tekstslide

De zakelijke aanpak
(Kennis en verstand staan centraal; geschikt om mensen te overtuigen
die nog geen standpunt bepaald hebben.)
a. Soorten argumenten

1. feiten, gegevens uit onderzoek
2. oorzaak en gevolg (a veroorzaakt b)
3. doel en middel (met a bereik je b)
4. logische redeneringen (als a, dan b)





1. veel mededelende zinnen met verbindingswoorden
2. beeldspraak
3. aforismen (scherpzinnige uitspraken)
4. beschrijvingen, verhaaltjes

Slide 26 - Tekstslide

Stijlmiddelen
1. veel mededelende zinnen met verbindingswoorden
2. beeldspraak
3. aforismen (scherpzinnige uitspraken)
4. beschrijvingen, verhaaltjes

Slide 27 - Tekstslide

Toespraak schrijven
Je gaat zelf een toespraak houden.
Kijk naar voorgaande slides.
Minstens 300 woorden.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Slide 30 - Video

Slide 31 - Link

Slide 32 - Link

Opdracht n.a.v. toespraak Grunberg
Schrijf in je eigen woorden wat Arnon Grunberg in deze toespraak zegt.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Verkoop aan je tafelgroepje iets onzinnigs 
10 minuten
Schrijf over een gum/een zakdoekje/... . Zeg waarom het fantastisch is.
5 minuten
Vertel in je groepje elkaars verhaal. Overtuig je klasgenoten hoe geweldig jouw dingetje is.

Slide 35 - Tekstslide

Zoek een goede toespraak
Zoek een goede toespraak (mag ook in het Engels zijn)
Kies in je tafelgroepje de beste toespraak

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link

Klare taal
Modale werkwoorden

Slide 38 - Tekstslide