AMN 2F NL Grammatica Oefentoets

Grammatica/Zinsontleding
Grammatica


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundePraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica/Zinsontleding
Grammatica


Slide 1 - Tekstslide

Het blijft de hele dag droog.

Welk zinsdeel is blijft?
A
meewerkend voorwerp
B
onderwerp
C
persoonsvorm
D
lijdend voorwerp

Slide 2 - Quizvraag

Mijn zusje is morgen jarig.

Welk zinsdeel is 'mijn zusje'?
A
gezegde
B
onderwerp
C
persoonsvorm
D
lijdend voorwerp

Slide 3 - Quizvraag

Hij brengt zijn kind naar de opvang.

Wat is de persoonsvorm?
A
Hij
B
brengt
C
zijn kind
D
naar de opvang

Slide 4 - Quizvraag

Hij brengt zijn kind naar de opvang.

Wat is het lijdend voorwerp?
A
Hij
B
brengt
C
zijn kind
D
naar de opvang

Slide 5 - Quizvraag

Karel laat zijn huis verbouwen.

Welk zinsdeel is 'laat'?
A
gezegde
B
onderwerp
C
persoonsvorm
D
lijdend voorwerp

Slide 6 - Quizvraag

De kinderen komen aangelopen.

Welk zinsdeel is 'komen aangelopen'?
A
gezegde
B
onderwerp
C
persoonsvorm
D
lijdend voorwerp

Slide 7 - Quizvraag

Ik geef de bal aan mijn vriend.
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
Ik
B
geef
C
de bal
D
aan mijn vriend

Slide 8 - Quizvraag

Jasmijn heeft een brief voor haar oma geschreven.
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
Jasmijn
B
een brief
C
voor haar oma
D
geschreven

Slide 9 - Quizvraag

Morgen maak ik mijn huiswerk.

Wat is het onderwerp.
A
Morgen
B
maak
C
ik
D
mijn huiswerk

Slide 10 - Quizvraag

Iedere dag stofzuigt moeder de kamer.

Wat is het lijdend voorwerp?
A
Iedere dag
B
stofzuigt
C
moeder
D
de kamer

Slide 11 - Quizvraag

Hoe vond je deze vragen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll