Lezen en schrijven 6, les 10 tekstdoelen

Lezen en schrijven 6, les 10
  • LET OP! DEZE LES DUURT 120 MIN (2 UUR)
  • Absentie controleren
  • Doelen van de les
  • Presentaties van jullie
  • Quizvragen over tekstdoelen
  • Herhalen lesstof les 3 t/m 9
  •  Wat hebben we tot nu toe gedaan?
  • Wat willen jullie nog herhalen?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Lezen en schrijven 6, les 10
  • LET OP! DEZE LES DUURT 120 MIN (2 UUR)
  • Absentie controleren
  • Doelen van de les
  • Presentaties van jullie
  • Quizvragen over tekstdoelen
  • Herhalen lesstof les 3 t/m 9
  •  Wat hebben we tot nu toe gedaan?
  • Wat willen jullie nog herhalen?

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van de les

  • kun je verschillende tekstdoelen benoemen
  • kun je het doel van de schrijver herkennen in een tekst
  • kun je zelf voorbeelden van een tekst noemen die bij een tekstdoel horen



Slide 2 - Tekstslide

Jullie presentaties
  1. Informeren 
  2. Overtuigen
  3. Activeren
  4. Instrueren
  5. Amuseren 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is GEEN tekstdoel?
A
verkennen
B
informeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil informatie geven (informeren)
B
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
C
De schrijver wil je iets laten doen (activeren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)

Slide 5 - Quizvraag

Geef een voorbeeld bij het tekstdoel: instructie geven

Slide 6 - Open vraag

Sleep de uitleg naar het juiste tekstdoel:
informeren
instrueren
overtuigen
overhalen
amuseren
De schrijver wil....
Tekstdoel
je iets leren
je uitleggen hoe je iets moet doen
je overtuigen van zijn mening
je iets laten doen
je vermaken

Slide 7 - Sleepvraag

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Overtuigen
Informeren
Instrueren

Slide 8 - Sleepvraag

Sleepvraag: Sleep de juiste tekstsoort naar het juiste tekstdoel
amuseren
informeren
overtuigen
activeren

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Overhalen
Instrueren
Amuseren

Slide 18 - Sleepvraag

Wat hebben we tot nu toe gedaan?
  • Betekenis van onbekende woorden uit een tekst halen
  • Verschillende tekstsoorten
  • Verschillende tekstdoelen
  • Inleiding-kern-slot herkennen
  • Kernzinnen herkennen
  • Hoofd- en bijzaken onderscheiden
  • Tekstverbanden (moeten we nog mee verder)
  • Feiten/meningen/argumenten/standpunten herkennen
  • Beeldspraak herkennen
  • Samenvatten 

Slide 19 - Tekstslide

Op welke manieren kan je achter een woordbetekenis komen, als je het woord niet weet?

Slide 20 - Open vraag

In welk deel (inleiding-kern-slot) staat vaak een conclusie of een samenvatting?

Slide 21 - Open vraag

Wat is de kernzin in de volgende alinea:

Slide 22 - Open vraag

Wat is een bijzaak in de alinea hiernaast?

Slide 23 - Open vraag

Wie kent het schema dat je hierachter ziet al redelijk uit z'n hoofd?
A
Ik heb er nog nooit naar gekeken
B
Ik weet dit redelijk goed
C
Hij komt mij bekend voor, maar dat is ook alles.
D
Ik ken deze bijna uit mijn hoofd

Slide 24 - Quizvraag

Feit en mening
Teksten kunnen feiten en meningen bevatten. Wat is het verschil?

Slide 25 - Open vraag

Er zit hier een mening, een feit en beeldspraak in. Benoem ze alle drie!
Dat doe je zo:
Feit: de zin die jij denkt

Slide 26 - Open vraag

Vat het nieuwsbericht hier samen
(je vindt het nieuwsbericht in de agenda van magister)

Slide 27 - Open vraag

Wat willen jullie nog herhalen?

Slide 28 - Woordweb