P3L14 - Spelling 3.8 - Vrijdag - 1VMB


Welkom 1VMB







: )


Vrijdag

Planning van dit uur en het volgende uur

  • Huiswerk bespreken 
  • Uitleg spelling
  • Individueel werken
  • Stillezen 




Aan het einde van deze les
  • weet je hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden spelt. 
Pak je laptop er vast bij
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Welkom 1VMB







: )


Vrijdag

Planning van dit uur en het volgende uur

  • Huiswerk bespreken 
  • Uitleg spelling
  • Individueel werken
  • Stillezen 




Aan het einde van deze les
  • weet je hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden spelt. 
Pak je laptop er vast bij

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
timer
5:00
Wat
Huiswerk bespreken (opdracht 22 en 23 van 3.7 Grammatica en opdracht 1, 3 en 5 van 3.8 Spelling)
Hoe
Klassikaal
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie 
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 2 - Tekstslide

Hij [vond/vont] dat een goed idee
A
vond
B
vont

Slide 3 - Quizvraag

Zij [beet/beed] hem in zijn hand.
A
beet
B
beed

Slide 4 - Quizvraag

Werkwoorden
1. sterk
- hebben hun eigen vorm in de verleden tijd (stoer en sterk) 
- klinker verandert in de verleden tijd
- voltooid deelwoord eindigt meestal op -en 

2. zwak of regelmatig
- worden altijd hetzelfde vervoegd als hééél veel andere werkwoorden (saaai en slap)
- eindigen op -de en -te in de verleden tijd




3. onregelmatig



dragen - droeg
spelen - speelde
zijn - was

Slide 5 - Tekstslide

Sterke werkwoorden: hoe spel je ze?




  • Zoals je het hoort! 
  • Persoonsvorm: zo kort mogelijk! 
  • Twijfel je over een -d of een -t, maak dan de persoonsvorm langer (stond - stonden en niet stonten) 

(Sterk werkwoord: de klank van het werkwoord verandert in de verleden tijd:
zien - ik zag - wij zagen)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het meervoud van giraffe?
A
giraffe's
B
giraffes

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het meervoud van café?
A
café's
B
cafés

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meervoud van baby?
A
baby's
B
babys
C
babies

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van display?
A
display's
B
displays

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het meervoud van paraplu?
A
paraplu's
B
paraplus

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het meervoud van etui?
A
etui's
B
etuis

Slide 12 - Quizvraag

Zelfstandig naamwoord
Wat was dat ook alweer?

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord: meervoud

  • - en erachter > boek-boeken
  • -s erachter > drempel-drempels
  • -'s erachter > piano - piano's

    Slide 14 - Tekstslide



    • Woord eindigt op een medeklinker 
    • Woord eindigt op een -e
    • Woord eindigt op meerdere klinkers

    Voorbeeld:
    computer - computers
    garage - garages
    kusje - kusjes
    cadeau - cadeaus
    display - displays


    • Woord eindigt op één klinker 
    (a, o, u, i, y)


    Voorbeeld:
    kassa - kassa's 
     paraplu - paraplu's
    taxi - taxi's 
     auto - auto's
    s
    's
    + LET VOORAL OP DE KLANK ALS JE HET UITSPREEKT! 
    + Sommige zelfstandig naamwoorden hebben twee vormen in het meervoud > gedachten/gedachtes 

    Slide 15 - Tekstslide

    Afkortingen

    Afkortingen van zelfstandige naamwoorden, schrijf je ook met 's.


    Voorbeeld:
    tv's

    dj's

    wc's

    Slide 16 - Tekstslide

                            Verhaaltje schrijven
    timer
    5:00
    Wat
    Open een document in Word. Schrijf een verhaal. Het onderwerp: wat je doet als je vanmiddag thuiskomt. Na een halve minuut noem ik een woord wat je in je volgende zin moet verwerken. Als het een gek verhaal wordt, is dat niet erg, want dat is juist de oefening. 
    Hoe
    Individueel, in stilte 
    Hulp
    Geen
    Tijd
    Ongeveer 5 minuten 
    Uitkomst
    Ik vraag straks twee leerlingen hun verhaal voor te lezen.  

    Slide 17 - Tekstslide

                       Individueel werken
    timer
    10:00
    Wat
    Lees de blauwe leertekst 'Meervoud zelfstandige naamwoorden 1' (bladzijde 258)
    Maak opdracht 7 t/m 9 + 11 en 12 van 3.8 Spelling

    Hoe
    Individueel, in stilte
    Hulp
    Steek je vinger op, dan kom ik langs
    Tijd
    Tot het einde van de les
    Uitkomst
    Deze leerstof komt terug op de repetitie 
    Klaar
    Leer de dicteewoorden (bijvoorbeeld door ze drie keer over te schrijven) 

    Slide 18 - Tekstslide

    Stillezen
    Wat
    Lees in stilte in je leesboek
    Hoe
    Individueel 
    Hulp
    Geen
    Tijd
    30 minuten
    Uitkomst
    Over dit boek ga jij jouw laatste boekopdracht maken
    Klaar
    Kom naar mij toe als je boek uit is
    timer
    25:00

    Slide 19 - Tekstslide

    Samenvatting van de les
    Jij
    • weet hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden spelt. 

    Huiswerk
    • Lees de blauwe leertekst 'Meervoud zelfstandige naamwoorden 1' (bladzijde 258)
    • Maak opdracht 7 t/m 9 + 11 en 12 van 3.8 Spelling
    • Leer de dicteewoorden (ik geef maandag een overhoring) 

      Slide 20 - Tekstslide