33 - 1HVD - Spelling 2.9








:)





Planning van dit uur:

  • Spelling 2.9

Planning van volgende uur
  • Spelling 2.9 

Aan het einde van deze les
  • weet je hoe je de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spelt
  • weet je hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden spelt
WELKOM 1D :)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les








:)





Planning van dit uur:

  • Spelling 2.9

Planning van volgende uur
  • Spelling 2.9 

Aan het einde van deze les
  • weet je hoe je de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spelt
  • weet je hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden spelt
WELKOM 1D :)

Slide 1 - Tekstslide

Jullie mogen Norah bedanken :)

Slide 2 - Tekstslide

Jullie mogen Norah bedanken :)
  • SO Spelling H1 en H2: woensdag 26 januari
  • Repetitie H2: van vrijdag 28 januari naar woensdag 2 februari

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoorden
1. sterk
- hebben hun eigen vorm in de verleden tijd (stoer en sterk) 
- klinker verandert in de verleden tijd
- voltooid deelwoord eindigt meestal op -en 

2. zwak of regelmatig
- worden altijd hetzelfde vervoegd als hééél veel andere werkwoorden (saaai en slap)
- eindigen op -de en -te in de verleden tijd




3. onregelmatig



dragen - droeg
spelen - speelde
zijn - was

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoorden
1. sterk
- hebben hun eigen vorm in de verleden tijd (stoer en sterk) 
- klinker verandert in de verleden tijd
- voltooid deelwoord eindigt meestal op -en 
2. zwak of regelmatig
- worden altijd hetzelfde vervoegd als hééél veel andere werkwoorden (saaai en slap)
- eindigen op -de en -te in de verleden tijd

3. onregelmatig



Slide 5 - Tekstslide

Hoe spel je 
sterke werkwoorden?

Zoals je ze hoort!

Slide 6 - Tekstslide

Hoe spel je 
sterke werkwoorden?

Zoals je ze hoort!

zien - zag
dragen - droeg

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
Wat was dat ook alweer?

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord: meervoud

  • - en erachter > boek-boeken
  • -s erachter > drempel-drempels

    Slide 9 - Tekstslide

    Zelfstandig naamwoord: meervoud







      • -'s erachter als het zelfstandig naamwoord eindigt op een lange klinker (-a, -o, -u, -i of -y) die je met één letter schrijft)
      • Opa's, piano's, paraplu's, ski's, pony's

      • -s erachter als het zelfstandig naamwoord eindigt op een lange klinker die je met meer letters schrijft of met een letter met een accent
      • Shampoos, cowboys, cafés


      LET VOORAL OP DE KLANK ALS JE HET UITSPREEKT! 

      • Sommige zelfstandig naamwoorden hebben twee vormen in het meervoud > gedachten/gedachtes 
        -'s

      Slide 10 - Tekstslide

                         Individueel werken 
      timer
      5:00
      Wat
      Maak in je boek opdracht 1 t/m 8 + 10 t/m 14 van hoofdstuk 2.9 (Spelling)
      Hoe
      Individueel, in stilte 
      Hulp
      Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
      Tijd
      Ongeveer 20 minuten 
      Uitkomst
      We bespreken straks de eerste opdrachten.  
      Klaar
      Leer voor de repetitie 

      Slide 11 - Tekstslide

      Verschil -s en 's

      Je mag een -s  gewoon aan een woord vastplakken als het eindigt op een medeklinker of als het woord eindigt op een -e.

      Voorbeeld:

      computer-computers
      garage-garages
      kusje-kusjes

      Slide 12 - Tekstslide

      Verschil -s en 's
      Eindigt een woord op een klinker (a, o, u, i, y)?
      Dan gebruik je 's ('apostrof').

      Voorbeeld:
      kassa - kassa's              paraplu - paraplu's
      taxi - taxi's                       auto - auto's

      Slide 13 - Tekstslide

      Afkortingen

      Afkortingen van zelfstandige naamwoorden, schrijf je ook met 's.


      Voorbeeld:
      tv's

      dj's

      wc's

      Slide 14 - Tekstslide

      Werkwoorden
      1. sterk
      - hebben hun eigen vorm in de verleden tijd (stoer en sterk) 
      - klinker verandert in de verleden tijd
      - voltooid deelwoord eindigt meestal op -en 

      2. zwak of regelmatig
      - worden altijd hetzelfde vervoegd als hééél veel andere werkwoorden (saaai en slap)
      - eindigen op -de en -te in de verleden tijd




      3. onregelmatig



      dragen - droeg
      spelen - speelde
      zijn - was

      Slide 15 - Tekstslide

                         Samenwerken
      Wat
      Schrijf in één minuut zoveel mogelijk sterke werkwoorden op. 
      Wissel je werkwoorden met je klasgenoot en noteer in één minuut bij alle infinitieven de verleden tijd enkelvoud op. 
      Bespreek daarna samen de antwoorden. Gebruik Google. 

      Voorbeeld
      Infinitief: dragen
      Verleden tijd enkelvoud: droeg 
      Hoe
      In duo's 
      Hulp
      Help elkaar, ik loop rond om vragen te beantwoorden
      Tijd
      Ongeveer 5 minuten
      Uitkomst
      Ik vraag straks aan een paar duo's welke werkwoorden zij hebben besproken, welke er goed gingen en welke niet. 
      Klaar
      Ga verder met opdracht 1 t/m 8 + 10 t/m 14 
      timer
      1:00

      Slide 16 - Tekstslide

                         Individueel werken 
      timer
      5:00
      Wat
      Maak in je boek opdracht 1 t/m 8 + 10 t/m 14 
      Hoe
      Individueel, in stilte 
      Hulp
      Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
      Tijd
      Ongeveer 20 minuten 
      Uitkomst
      Deze opdrachten zijn huiswerk. 
      Klaar
      Maak Test jezelf van Spelling hoofdstuk 2.9  

      Slide 17 - Tekstslide

      SO Spelling H1 en H2
      Jij kunt:

      • de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud en meervoud vormen
      • leestekens op de juiste manier gebruiken (punt, vraagteken, uitroepteken, komma, aanhalingstekens)
      • de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen
      • het meervoud van zelfstandige naamwoorden spellen
      • veertig dicteewoorden goed schrijven (van hoofdstuk 1 en 2)

      Wat kun je doen om deze SO voor te bereiden?
      • Leer de leerteksten van hoofdstuk 1.9 en 2.9 (Spelling)
      • Maak 'Test jezelf' van hoofdstuk 1.9 en 2.9 (Spelling)
      • Bekijk de opdrachten en de antwoorden van de hoofdstukken nog eens goed



      Slide 18 - Tekstslide

      Samenvatting van de les
      Jij
      • weet nu hoe je de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spelt
      • weet nu hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden spelt

      Huiswerk 
      Maak in je boek opdracht 1 t/m 8 + 10 t/m 14 


      Slide 19 - Tekstslide