Voorkennis hfst. 3

H3 Voorkennis




Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3 Voorkennis




Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.


Slide 1 - Tekstslide

Opbouw les 
  • Start
  • Uitleg 
  • Aan de slag
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog? Hoeken berekenen
  1. Gestrekte hoek = 180 graden
  2. Rechte hoek = 90 graden
  3. Volle hoek = 360 graden
  4. Overstaande hoeken zijn gelijk
  5. Hoekensom driehoek = 180 graden
  6. Hoekensom vierhoek = 360 graden
  7. Basishoeken van een gelijkbenige driehoek zijn gelijk

WAT?

HOE?

WAAROM?

Slide 3 - Tekstslide

             hfd 1 functies           3 vwo

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Ik kan nagaan of twee figuren gelijkvormig zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Gelijkvormigheid herkennen
Twee figuren zijn gelijkvormig als ...

... alle overeenkomstige hoeken even groot zijn. 
... de tabel van de zijden een verhoudingstabel is.


Dit moet je uit je hoofd leren!

Slide 7 - Tekstslide

Zijn twee figuren gelijkvormig?
Stap 1   Zijn overeenkomstige hoeken gelijk? Nee - dan niet gelijkvormig.
                                                             Ja - Noteer de hoeken die even groot zijn
Stap 2  Maak een tabel met de lengte van de zijden.
           Zet overeenkomstige zijden boven elkaar 
Stap 3  Bereken de factor bij elke kolom 
Stap 4  Antwoord geven



(Lukt bovenstaande? Dan zijn de figuren gelijkvormig)
 
(Is hij overal hetzelfde?)

Slide 8 - Tekstslide

             hfd 1 functies           3 vwo

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht V5 nakijken

Slide 10 - Tekstslide

Rekenen met gelijkvormigheid (V5b)

Stap 1   Maak een schets van beide figuren in dezelfde stand.

Stap 2  Noteer de maten erbij die gegeven zijn.

Stap 3  Maak de tabel van de zijden.
Stap 4  Bereken de factor.

Stap 5  Bereken de onbekende lengte.
Vind je kruislings vermenigvuldigen fijner, dan sla je deze stap over.

Slide 11 - Tekstslide

V5D             Let op:
Bij het vergroten met factor 3 wordt de lengte 3x zo groot en wordt ook de breedte 3x zo groot.

De omtrek van de vergroting is dan ook 3x zo groot als de omtrek van het origineel

De oppervlakte van de vergroting is dan 3x3 = 3^2 =9x zo groot als de oppervlakte van het origineel

Slide 12 - Tekstslide

Hoeken berekenen

Gebruik de eigenschappen van soorten hoeken en vlakke figuren om een hoek te berekenen.


Let op hoeken berekenen is niet meten!! (Geen geodriehoek nodig!)

A1=180°40°=140°
(gestrekte hoek)
Wat
Hoe
Waarom

Slide 13 - Tekstslide

Eigenschappen van driehoeken

Rechthoekige driehoek   


Heeft een rechte hoek 

              (rechte hoek)

            


A=90°

Slide 14 - Tekstslide

Eigenschappen van driehoeken

Gelijkbenige driehoek   


Twee gelijke zijden 

DF = EF

Twee gelijke hoeken 

              (basishoeken)

Lijnsymmetrisch

1 symmetrieas

D=E

Slide 15 - Tekstslide

Eigenschappen van driehoeken

Gelijkzijdige driehoek   


Alle zijden zijn even lang.

GH = HI = IG

Alle hoeken zijn even groot.

              

Lijn- en draaisymmetrisch

3 symmetrieassen, kleinste draaihoek = 120 graden

G=H=I=60°

Slide 16 - Tekstslide

Nog vragen over:
Opdracht  V4 en V6?

Slide 17 - Tekstslide